Vester College
De onderwijsspecialisten

3 TL 20-5-2020

Woensdag 20 mei
  • Nederlands
  • biologie
  • Duits
  • economie
  • Engels
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Woensdag 20 mei
  • Nederlands
  • biologie
  • Duits
  • economie
  • Engels

Slide 1 - Tekstslide

Toetsen groep 1
Maandag 8 juni: pw economie H7 en pw Nederlands H5

Woensdag 10 juni: pw maatschappijleer H6 en pw Engels H5

Slide 2 - Tekstslide

Toetsen groep 2
Donderdag 4 juni: pw economie H7 en pw Nederlands H5

Dinsdag 9 juni: pw maatschappijleer H6 en pw Engels H5

Slide 3 - Tekstslide

Nederlands
Voorbereiden op de toets voor 4 of 8 juni.

Verder met de opdracht van gister + nieuwe opdracht.

De opdracht van gister lever je voor vrijdag in de nieuwe opdracht maandag.

Slide 4 - Tekstslide

Biologie
Examenoefening 

Slide 5 - Tekstslide

Duits
Oefeningen 

Slide 6 - Tekstslide

Geef antwoord op de vragen in het Duits, gebruik de woorden tussen haakjes.
1.Was kann ich für Sie tun? (tafel – twee personen)
2.Und was möchten Sie trinken? (mineraalwater – blikje fris)

Slide 7 - Open vraag

Geef antwoord op de vragen in het Duits, gebruik de woorden tussen haakjes.
1.Was kann ich für Sie tun? ( wij – nehmen – twee Cola)
2.Was kann ich für Sie tun? (proberen – hamburger met kaas)

Slide 8 - Open vraag

Zum Frühstück
A
Bij het fruitstuk
B
Bij het ontbijt

Slide 9 - Quizvraag

Ich hätte gern
A
ik had graag
B
ik mag graag

Slide 10 - Quizvraag

´s avonds gegeten
A
zu Abend gegessen
B
habe Abend gegessen

Slide 11 - Quizvraag

uitgenodigd
A
einladen
B
eingeladen

Slide 12 - Quizvraag

genoeg gegeten
A
satt gewesen
B
essen gegangen

Slide 13 - Quizvraag

Economie

Slide 14 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Elke schakel in de bedrijfskolom voegt waarde toe aan een product. 

Slide 15 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Een voorbeeld:
de bedrijfskolom van brood.
Bij elke stap wordt het product dus duurder!!

De consument hoort NIET bij de kolom.
Deze voegt NIETS toe!!

Slide 16 - Tekstslide

Toegevoegde waarde
Toegevoegde waarde

Slide 17 - Tekstslide

a Welk bedrijf produceert een grondstof voor kaas?

b Welke rol speelt de zuivelfabriek bij de productie van kaas? 

c De kaashandel werkt met grote hoeveelheden kaas. Welke rol speelt het handelsbedrijf bij de 
productie van kaas?

Slide 18 - Tekstslide

In welke volgorde zijn deze bedrijven betrokken
bij de productie van kaas?
A
1-2-3-4
B
2-3-1-4
C
4-3-2-1
D
3-2-1-4

Slide 19 - Quizvraag

De prijs van de kaas neemt bij elk opvolgend bedrijf toe. Leg uit hoe dat komt.

Slide 20 - Open vraag

Slide 21 - Tekstslide

Productiefactoren, ken je ze nog??
A
Natuur, water, aarde
B
Kapitaal, geld en mensen
C
Kapitaal, arbeid, natuur, ondernemerschap
D
Arbeid, loon, machines

Slide 22 - Quizvraag

Hoe produceert een timmerman?
A
arbeidsintensief
B
kapitaalintensief

Slide 23 - Quizvraag

Het schilderen van een huis is ...
A
kapitaalintensief.
B
arbeidsintensief.

Slide 24 - Quizvraag

Een bedrijf met veel machines is ...
A
arbeidsintensief.
B
kapitaalintensief.

Slide 25 - Quizvraag

Engels

Slide 26 - Tekstslide

Present Simple
Present Continuous

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video