1BKM, chapter 1, GS + A, start

WELCOME 
1 BK/KM/MH
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

WELCOME 
1 BK/KM/MH

Slide 1 - Tekstslide

This week's goals:
- I can use words, grammar and sentences I learned in primary school correctly. 
- I can understand other people introducing themselves to each other. 

Slide 2 - Tekstslide

THIS IS ME!

Slide 3 - Woordweb

aunt
grandfather
sister
uncle
oom
opa
tante
zus

Slide 4 - Sleepvraag

 to be...(= werkwoord 'zijn')

Slide 5 - Tekstslide

                            het werkwoord 
                   'to be'(zijn)
I am / I'm = ik ben
you are / you're  = jij bent
she, he, it is / she's, he's, it's = zij, hij, het is
we, you, they are / we're, you're, they're  = wij, jullie, zij zijn (meervoud)

Slide 6 - Tekstslide

To be (zijn)
I ...
she/he/it..
we/you/they
are
am
is

Slide 7 - Sleepvraag

Has to / have to
Hoe ?
has to/have to + hele werkwoord
Wanneer?
zekerheid, noodzaak of verplichting
wanneer iets moet van iemand anders / een regel of wet.
I, you, we, you, they: have to
she, he, it: has to

Slide 8 - Tekstslide

I
you
we
they
she
he
it
Have
Has

Slide 9 - Sleepvraag

To be (zijn)

I am  -  I'm 
you are  -  you're
she is  - she's 
he is   - he's
it is   - it's
we are   - we're 
they are   - they're 
you are   - you're
To have (hebben)

I have  - I've
you have  - you've
she has  - she's 
he has  - he's 
it has  - it's 
we have  - we've
they have   - they've 
you have   - you've

Slide 10 - Tekstslide

Introductions
(introductie)

Slide 11 - Woordweb

Translate: birthday
A
favoriete
B
dichtbij
C
verjaardag
D
huisdieren

Slide 12 - Quizvraag

Translate: huisdieren
A
art
B
relatives
C
see
D
pets

Slide 13 - Quizvraag

Translate: relatives
A
familieleden
B
huisdieren
C
wedstrijd
D
vrije tijd

Slide 14 - Quizvraag

This week's planner:
* 1BK + 1KM:  2, 3, 5, 6a, 7, 8, 9
* Slim Stampen, vocab A (E-N én N-E), STUDY MC
* write down themewords + vocab A (NL 1x, Engels 3x)


Slide 15 - Tekstslide