Romantiek

                                   Romantiek
1825-1900
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

                                   Romantiek
1825-1900

Slide 1 - Tekstslide

                                   LESDOEL
  • Met behulp van deze LessonUp kun je voor jezelf checken welke stof je beheerst
  • In deze LessonUp vind je uitleg over stof die je nog niet begrijpt.
Per stijlperiode moet je de volgende punten beheersen / kennen / begrijpen / herkennen:
1. Je kunt muzikale kenmerken noemen, kent de betekenis en kunt ze herkennen in luisterfragmenten
2. Je kunt de samenstelling van het orkest en andere belangrijke instrumenten noemen en herkennen aan klank
3. Je kunt partituren lezen en hiervan de vorm bepalen, thema's herkennen, toonsoorten / akkoorden benoemen (algemene muziekleer)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is de grote bron van inspiratie in de Romantiek voor muzikanten/kunstenaars?

Slide 3 - Woordweb

Algemene geschiedenis 1825-1900
  • Industrialisatie
  • Mensen trokken naar de steden
  • Men werkte lange en zware dagen, lage lonen, arbeidsklasse ontstond
  • Er ontstond een drang naar vrijheid en schoonheid

Slide 4 - Tekstslide

Welke muzikale kenmerken kun je noemen van deze stijlperiode?

Slide 5 - Woordweb



MELODISCH
  • Melodie werkt toe naar een climax
  • Virtuositeit

HARMONISCH
  • Toename chromatiek
  • Opzoeken van de grenzen van de tonaliteit
  • Leidtoonspanning
  • Modulaties (Vwo: tertsverwantschappen)

DYNAMISCH
  • Overgangsdynamiek
  • Sforzando

INSTRUMENTEN
Het romantische symfonieorkest
Piano
Harp
Tuba
Saxofoon
Celesta

TEMPO
  • Ritenuto
  • Accelerando
  • Rubato spel

SYMFONISCHE STRUCTUREN
Programmamuziek
Nocturnes en walsen (pianomuziek)
Romantisch kunstlied
Muzikale kenmerken Romantiek
COMPONISTEN
Chopin
Liszt
Saint-Saëns

Slide 6 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over:
Symfonische structuren

Slide 7 - Tekstslide

Dit fragment komt uit de Bloemenwals van Tsjaikovski.
Hoe heeft de componist de 'bloemen' verklankt?

Denk aan de muzikale middelen, bijv.
dynamiek, tempo, instrumenten.

Slide 8 - Open vraag

De 'Danse Macabre'
is typisch een
voorbeeld van...
A
een symfonie
B
programma muziek
C
vrije ritmiek
D
een strijkkwartet

Slide 9 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met een 'doorgecomponeerd lied'?

Slide 10 - Woordweb

Programmamuziek
Muziek die gebaseerd is op een buitenmuzikaal gegeven. Denk bijvoorbeeld aan een schilderij, een gedicht of een verhaal. De muziek beeldt dit in klank uit (voorbeeld: Schilderijententoonstelling - Moessorsky) Mensen kregen een programmaboekje met hierin de uitleg (het verhaal) van de muziek.

Dansen in de Romantiek (pianomuziek)
De mazurka, de polonaise en de wals zijn van oorsprong dansen die in de romantiek met name op piano uitgevoerd werden.
Kenmerkend is het ingetogen karakter, met de nadruk op een romantische, lieflijke melodie.

Romantisch kunstlied
Lied met pianobegeleiding.
Tekst en begeleiding zijn gelijkwaardig, teksten zijn vaak bestaande gedichten, of verhalen in dichtvorm.
Diverse vormen zijn mogelijk: couplet-refrein structuur, een gevarieerd coupletlied,
of een doorgecomponeerd lied.
Symfonische structuren

Slide 11 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over:
Instrumenten en het orkest in de tijd van de Romantiek

Slide 12 - Tekstslide

Welk instrument speelt
hier de solopartij?

Slide 13 - Open vraag

Noem drie blaasinstrumenten die de melodiepartij geheel of gedeeltelijk spelen. Schrijf:
1.
2. enz. (alfabetische volgorde)

Slide 14 - Open vraag

Noem een verschil tussen het klassieke symfonieorkest en het romantische symfonieorkest

Slide 15 - Woordweb

Romantisch symfonie orkest

Slide 16 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over:
De algemene muziekleer die past bij de stijlperiode Romantiek

Slide 17 - Tekstslide

De pianist speelt met het tempo.
Hij vertraagt en versnelt om het spel
expressiever te maken.
De technische term hiervoor is:
A
rubato
B
versieringen
C
ritenuto
D
accelerando

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de technische term voor het spelen van de tonen van een akkoord van hoog naar laag, of laag naar hoog, over meerdere octaven?
A
Arpeggio
B
Pizzicato
C
Legato
D
Chromatiek

Slide 19 - Quizvraag

Welke onderstaande reeks is chromatisch?
A
c - d - e - f
B
f - fis - g - gis - a
C
e - f - g - gis
D
a - c - e - a

Slide 20 - Quizvraag

De volgende vragen zijn:
Examenvragen over de stijlperiode Romantiek

Slide 21 - Tekstslide

In dit fragment spelen 4 hoorns.
Op welke manier bewegen de hoorn 1 (hoogste partij) en hoorn 4 (de laagste partij) zich ten opzichte van elkaar in de tweede helft van het fragment?
Geef de technische term.
Luisterfragment 4 hoorns

Slide 22 - Open vraag

Geef de volledige naam van de drie akkoorden
die de hoorns achtereenvolgens spelen.
Let op de sleutels!
Denk aan de sneeuwpoppetjes.

Slide 23 - Open vraag

De melodie van fragment 2 is hetzelfde als de melodie van fragment 1, maar lager.

Wat is het verschil in toonhoogte tussen
melodie 1 en melodie 2?
Fragment 1
Fragment 2
A
Een grote secunde lager
B
Een reine kwart lager
C
Een groot octaaf lager
D
Een reine priem lager

Slide 24 - Quizvraag

In het begin van het fragment speelt de hoorn het weergegeven stijgende motief. Daarna wordt het motief een aantal keren, al dan niet gevarieerd herhaald.
Hoe vaak wordt het motief (al dan niet gevarieerd)
in totaal gespeeld?
Let op: tel het eerste (weergegeven)
motief mee en ga alleen uit van de stijgende motieven.

A
6 keer
B
7 keer
C
8 keer
D
9 keer

Slide 25 - Quizvraag

Het fragment bestaat uit twee gedeeltes: A - A'
In zowel A als A' vindt een spanningstoename plaats, maar in A' is de spanningstoename groter.
Noem twee verschillen tussen A en A' die bijdragen aan een grotere spanningstoename in A'. Ga in je antwoord uit van A'.

Slide 26 - Open vraag

Het fragment is het slot.
Het deel sluit drie keer af met dezelfde samenklank.

Met welke samenklank sluit het deel af?
A
Unisono
B
Grondtoon + kwint
C
Majeur akkoord
D
Mineur akkoord

Slide 27 - Quizvraag

Dit is het einde van deze les
Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Tekstslide

Hoe goed beheers jij de stof / heb je kennis over de stijlperiode ROMANTIEK?
Ik begrijp er nog niet heel veel van... HELP!
Ik ben er nog niet, maar weet wat ik kan doen om mijn kennis te verbeteren
Ik moet nog wel wat studeren / trainen, maar het komt goed!
Ik ben een ROMANTICUS! #livelaughlove

Slide 29 - Poll

En nu?
1. Ik ken de stof nog niet goed genoeg:
> Bekijk de rubrics n.a.v. het vorige SE en check of je voorbereiding tot nu toe efficiënter is
> Zorg dat je alle huiswerkopdrachten gemaakt hebt
> Bekijk uitlegvideo's over de theorie die je nog lastig vindt
> Oefen deze theorie in SKILLZ
> Vraag extra uitleg aan de docent

2. Ik ken de stof voldoende / goed:
> Bekijk je gemaakte en nagekeken huiswerk en analyseer je fouten
> Bekijk de rubrics n.a.v. het vorige SE en check of je voorbereiding tot nu toe efficiënter is
> Maak de volgende oefentoetsen (zie planner BnB)
Analyseren en interpreteren
Hoe goed ken ik de Romantiek?
Test jezelf

Slide 30 - Tekstslide