Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
Theme 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
Theme 2
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
The green car.
green = bijvoeglijk naamwoord
car = zelfstandig naamwoord (de, het, een voor zetten).
Een bijwoord kan iets zeggen over:
- een werkwoord (hoe iets gebeurt)
- een bijvoeglijk naamwoord
- een ander bijwoord in de zin
Adverbs
- bijwoord zegt iets over het werkwoord
Quickly press the space bar.
- bijwoord zegt iets over een bijvoeglijk naamwoord
This is an incredibly difficult level.
- bijwoord zegt iets over een ander bijwoord
You have to move really quickly.
Je maakt een bijwoord door +ly achter het bijvoeglijk naamwoord te zetten.
Beautiful - beautifully
Er volgen nu een aantal regels voor de spelling
De spelling verandert wanneer het bijvoeglijk naamwoord eindigt op:
1 -le > le verandert in ly terrible-terribly
2 medeklinker + y > y verandert in -ily angry - angrily
3 -ic > dan komt er -ally achter fantastic - fantastically
Bijvoeglijk naamwoord of bijwoord?
1. waar zegt het woord iets over?
A. over een zelfstandig naamwoord > het is een bijvoeglijk nw
B. over een ww, bijv. nw of een bijwoord > bijwoord
Bij een bijwoord voeg je -ly toe. Let op de spellingsregels!
Na de werkwoorden
to be, to seem, to feel, to look, to smell, to sound, to taste
gebruik je een bijvoeglijk naamwoord in plaats van een bijwoord.
Ook al zijn dit werkwoorden, deze werkwoorden zijn dus een uitzondering en dan gebruik je geen bijwoord!
Sommige bijwoorden hebben een onregelmatige vorm en dan voeg je geen -ly toe.
bijvoeglijk nw - bijwoord
good - well fair - fair
fast - fast low - low
long - long
Do exercise 13 on p36 of your AB.
Finish? See the other slides.
1. He quick/quickly reads a book.
2. Mandy is a pretty/prettily girl.
3. The class is terrible/terribly loud today.
4. Max is a good/well singer.
5. You can easy/easily open this tin.
6. It's a terrible/terribly day today.
Do exercise 14 on p36 of your AB.
See your activity book for the exercise.