Een rijdende auto heeft wielen met een omtrek van 150cm (let op!) De wielen draaien 10 omw/sec rond Formule: snelheid m/s = toerental wielen omw/s x omtrek wielen m
Slide 10 - Open vraag
Een toerental is aantal omwentelingen per seconde?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quizvraag
De zuigers zijn gemonteerd aan de krukas
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Beweging van de zuiger. Hoe heet deze slag?
A
inlaatslag
B
compressieslag
C
arbeidsslag
D
uitlaatslag
Slide 13 - Quizvraag
viertakt betekend dat de beweging van elke zuiger 4 stappen kent.