1km - K1, overhoren PW

1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de vertaling van
auf Wiedersehen

Slide 6 - Open vraag

Wat is de vertaling van
das Bild

Slide 7 - Open vraag

Wat is de vertaling van
die Schweiz

Slide 8 - Open vraag

Wat is de vertaling van
der Junge

Slide 9 - Open vraag

Wat is de vertaling van
einfach

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de vertaling van
voetballen
A
Fußball spielen
B
Fußballen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de vertaling van
de leeftijd
A
das Alter
B
der Alter

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de vertaling van
stom
A
blod
B
blöd

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de vertaling van
de week
A
die Woche
B
die woche

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de vertaling van
moeilijk
A
swierig
B
schwierig

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

hij

Slide 18 - Open vraag

u

Slide 19 - Open vraag

jullie

Slide 20 - Open vraag

wij

Slide 21 - Open vraag

zij

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Tekstslide

Welke vorm van haben hoort bij

du
A
hast
B
hat
C
haben
D
habt

Slide 24 - Quizvraag

Welke vorm van haben hoort bij

Sie
A
habt
B
haben
C
hast
D
hat

Slide 25 - Quizvraag

Welke vorm van haben hoort bij

wir
A
habe
B
hat
C
hast
D
haben

Slide 26 - Quizvraag

Welke vorm van haben hoort bij

ich
A
haben
B
habe
C
hast
D
hat

Slide 27 - Quizvraag

Welke vorm van haben hoort bij

er
A
habe
B
haben
C
hat
D
habt

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Welke vorm van sein hoort bij

es
A
ist
B
bin
C
bist
D
sind

Slide 30 - Quizvraag

Welke vorm van sein hoort bij

wir
A
sein
B
ist
C
sind
D
seid

Slide 31 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van sein?
A
gesind
B
gewesen
C
gewessen

Slide 32 - Quizvraag

Welke vorm van sein hoort bij

sie
A
ist
B
seid
C
bist
D
sind

Slide 33 - Quizvraag

Welke vorm van sein hoort bij

ihr
A
ist
B
sind
C
bist
D
seid

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide