Oefening erfelijkheid 2023 5H

Oefening erfelijkheid 2023
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Oefening erfelijkheid 2023

Slide 1 - Tekstslide

Hoe ontstaan geslachtschromosomen?
A
Meiose
B
Mitose

Slide 2 - Quizvraag

Welke beschrijving hoort bij welk begrip?
Bevat informatie over één erfelijke eigenschap
Bestaat uit DNA en eiwitten
Is een variant van een gen
De stof die de code bevat over erfelijke eigenschappen
Chromosoom
Allel
DNA
Gen

Slide 3 - Sleepvraag

Welke term wordt beïnvloed door zowel je DNA als je milieu?
A
genotype
B
fenotype
C
chromosomen
D
genexpressie

Slide 4 - Quizvraag

Bij cavia's is korte haren dominant over lange haren.
Twee heterozygote cavia's paren met elkaar en krijgen jongen.

Welke verhouding in fenotypes verwacht je bij de nakomelingen?
A
100% lange haren
B
100% korte haren
C
25% lange haren / 75% korte haren
D
25% korte haren / 75% lange haren

Slide 5 - Quizvraag

a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Uitleg:
dominant/recessief
A korte haren
a lange haren


fenotype verhouding:
korte haren : lange haren = 3 : 1  of: 75% : 25%

Slide 6 - Tekstslide

Bij konijnen is de vachtkleur zwart dominant over wit. Een homozygoot zwart konijn wordt enkele malen gekruist met een wit konijn.
Hoe groot is de kans op witte konijntjes?
A
100%
B
75%
C
50%
D
0%

Slide 7 - Quizvraag

A
a
Aa
Aa
a
Aa
Aa
Uitleg:
dominant/recessief
A zwart
a wit


fenotype verhouding:
100% zwart, dus 0% kans op wit

Slide 8 - Tekstslide

Intermediair overerven

Slide 9 - Tekstslide

zwart : grijs : wit = 1:2:1
Er zijn drie fenotypen, dus er is een intermediair fenotype. 
Zwart: KzKz, Wit: KwKw, Grijs: KzKw   
K is van 'kleur', ook genoteerd  als I , van 'intermediair'
Zwart: IzIz, Wit: IwIw, Grijs: IzIw 

Kruisingsschema maken van: KzKw x KzKw

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Bij een runderras is de vachtkleur rood of wit of rood-wit gevlekt. De vachtkleur is een erfelijke eigenschap. Als een homozygoot rood rund wordt gekruist met een homozygoot wit rund zijn alle nakomelingen rood-wit gevlekt. Het fenotype van deze nakomelingen wordt intermediair genoemd.

Twee rood-wit gevlekte runderen worden met elkaar gekruist. Hoe groot is de kans op een witte nakomeling bij deze kruising?
A
0%
B
25%
C
50%
D
75%

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Stambomen

Slide 14 - Tekstslide

Als vaders  XAY: dan hebben alle dochters het dominante allel, want vaders geven de X aan hun dochters.
Als moeders  XaXa: dan hebben als haar zonen het recessieve allel. (want van de vader krijgen ze Y-)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Welke eigenschap is dominant, ziek of gezond?
Leg uit hoe je dat kunt zien.

Slide 17 - Open vraag

Uit de resultaten van één bepaalde kruising is met zekerheid af te leiden, dat het gen voor korte haren dominant is.

Welke kruising is dit?
A
kruising 1 x 2
B
kruising 3 x 4
C
kruising 5 x 6

Slide 18 - Quizvraag

a
A
AA
Aa
a
Aa
aa
Uitleg:
dominant/recessief
A korte haren
a lange haren

5 en 6 zijn heterozygoot, hun nakomeling heeft lange haren.
fenotype verhouding:
korte haren : lange haren = 3 : 1  of: 75% : 25%

Slide 19 - Tekstslide

X-chromosomale overerving

Slide 20 - Tekstslide

X-chromosomale overerving
Sommige allelen liggen op het X-chromosoom. 
Het Y-chromosoom is kort en bevat weinig informatie. (Wel een paar)
Vrouwen: XAXA of XAXa of XaXa
Mannen: XAY of XaY  (dus op Y zit geen allel!!, tenzij expliciet vermeld!)

Slide 21 - Tekstslide

Kleurenblindheid is een aandoening die X-chromosomaal recessief overdraagt. De vader van een zwangere, kleurenziende vrouw is kleurenblind. Haar man niet. Ze weten dat het kind een jongen wordt.
Hoe groot is de kans dat hij kleurenblind is? Maak een stamboom en kruisingsschema.
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Letale allelen

Slide 24 - Tekstslide

Letale allelen
Bij twee dominante allelen sterfte in een vroeg embryonaal stadium. 

Bijv. bij manx katten wordt het ontbreken van de staart veroorzaakt door een dominant allel, wat letaal is als er twee van aanwezig zijn.

Slide 25 - Tekstslide

Twee Manx katten krijgen nakomelingen. Hoe groot is de kans dat het eerstgeboren jong een staart heeft?
A
25%
B
33%
C
67%
D
75%

Slide 26 - Quizvraag

Uitleg
De ouderkatten hebben geen staart, dus moeten wel Aa zijn (anders waren ze nooit geboren.)
Streep het genotype dat sterft altijd meteen door! aa is 1 : 3 ofwel 33% (en niet 25%)

Slide 27 - Tekstslide

Multipele allelen

Slide 28 - Tekstslide

Multipele allelen
Bij deze variant van overerving is er sprake van meerdere allelen (dus meer dan 2) per gen.
Een voorbeeld hiervan zijn de bloedgroepen. 
Daar zijn 3 allelen bij betrokken, namelijk IA, IB en i. (dus twee intermediaire allelen die beiden dominant zijn over i)

Slide 29 - Tekstslide

Een vrouw is voor de tweede keer getrouwd. Haar eerste echtgenoot had bloedgroep A en haar zoontje had type O. Haar tweede echtgenoot heeft type B en hun kind heeft type AB. Wat is het genotype van de vrouw?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Janna heeft bloedgroep A. Haar moeder heeft bloedgroep O. Samen met Joost heeft ze 3 kinderen. Joost heeft bloedgroep A en is heterozygoot. Welke bloedgroepen kunnen er voorkomen bij de kinderen? Maak stamboom, maak kruisingsschema's.
A
Bloedgroep A en bloedgroep B
B
Alleen bloedgroep A
C
Bloedgroep A en bloedgroep AB
D
Bloedgroep A en bloedgroep O

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Dihybride kruisingen

Slide 34 - Tekstslide

Dihybride kruising
Kruising waarbij je naar de overerving van twee eigenschappen kijkt. Bv Haarkleur en oogkleur
Niet gekoppeld: de genen liggen op verschillende chromosomen. 

Bijv: 
zwart is A, bruin is a 
effen is B, gevlekt is b 

Slide 35 - Tekstslide

Dihybride kruising
Gekoppelde overerving: twee eigenschappen die op hetzelfde chromosoom liggen. 

De A en B worden dus altijd samen doorgegeven, net als a en b.  

Slide 36 - Tekstslide

AaBb geeft 4 mogelijke gameten: AB, Ab, aB en ab
AaBb geeft 2 mogelijke gameten AB en ab

Slide 37 - Tekstslide


Bij de mens komen twee gekoppelde genen voor: A en B. Hoe groot is de kans dat een vader en een moeder met een chromosoompatroon zoals hiernaast een kind krijgen met genotype aaBb?  

Slide 38 - Open vraag