Iedere kop heeft individuele trekken. De neus is bij de een wat langer, bij de ander wat dikker. Ondanks deze verschillen kun je toch zeggen dat er algemene verhoudingen zijn die bij het portrettekenen van pas komen. Een kop is bijvoorbeeld symmetrisch, de linker- en rechterhelft zijn nagenoeg elkaars spiegelbeeld. Hoe dit precies zit leer je in deze opdracht.