Verbindingswoorden en Signaalwoorden

Verbindingswoorden / signaalwoorden
In deze les zoomen we in op deze woordsoort en hoe je deze kunt toepassen in een Engelse zakelijke brief.
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Verbindingswoorden / signaalwoorden
In deze les zoomen we in op deze woordsoort en hoe je deze kunt toepassen in een Engelse zakelijke brief.

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn signaalwoorden/verbindingswoorden?
Leg uit

Slide 2 - Open vraag

Noem één Engels verbindingswoord.

Slide 3 - Open vraag

Informatie toevoegen
Met deze woorden kun je informatie toevoegen aan een zin:
and (en)
or (of) 
furthermore (bovendien)
too (ook)
not to mention (om nog maar niet te spreken van)

Slide 4 - Tekstslide

Informatie toevoegen (introduceren)
Maak je gebruik van voorbeelden, denk dan aan het gebruik van deze woorden:

such as (zoals)
particularly (in het bijzonder,met name, vooral)
for example (bijvoorbeeld)
especially (vooral, met name)

Slide 5 - Tekstslide

Tegenstelling aangeven
but (maar)
while (terwijl)
on the other hand (aan de andere kant, anderzijds)
however (maar, echter, toch)
though (hoewel, echter) 
despite (ondanks)

Slide 6 - Tekstslide

Oorzaak-gevolg relatie weergeven
Geef je een oorzaak-gevolg aan in je brief, denk dan aan deze woorden:
because (omdat)
as (omdat, aangezien)
since (aangezien)
consequently (zodoende)
for this reason( om deze reden)

Slide 7 - Tekstslide

Oorzaak-gevolg relatie
therefore (daarom, vandaar)
so that (zodat)
then (dan)
otherwise (anders)

Slide 8 - Tekstslide

Samenvatten / concluderen
Conclusie / samenvatting weergeven:
eventually (uiteindelijk)
after (nadat)
To conclude (with) > (ter afsluiting)
At last (uiteindelijk)
Lastly (ten slotte)

Slide 9 - Tekstslide

Conclusie/samenvatting
anyway (hoe dan ook). Dan hervat je je oorspronkelijke verhaal weer. 
consequently (daarom)
In summary (samenvattend)
overall (in het algemeen)
to put it briefly (kortom)

Slide 10 - Tekstslide

I like sugar in my tea, ... I don't like milk in it.
A
and
B
but
C
or
D
so

Slide 11 - Quizvraag

Listen to the story ... answer the questions.
A
and
B
because
C
but
D
or

Slide 12 - Quizvraag

Is it Thursday ... Friday today?
A
and
B
but
C
or
D
then

Slide 13 - Quizvraag

We were on our way to Londen ... our car broke down.
A
when
B
while

Slide 14 - Quizvraag

I used to play football .... I was in College.
A
after
B
while
C
since
D
when

Slide 15 - Quizvraag

The doorbell rang ... I was in the shower.
A
while
B
since
C
until
D
after

Slide 16 - Quizvraag

I still have to clean up, ... the mess in my room.
A
for example
B
because
C
since
D
hence

Slide 17 - Quizvraag

.... the rain, we still went to the park.
A
However
B
Despite
C
Although

Slide 18 - Quizvraag

Extra online oefeningen
Nu volgen er extra oefeningen voor het oefenen van verbindingswoorden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Slide 21 - Link

Slide 22 - Link

Slide 23 - Link

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Extra oefeningen werkwoordstijden
En de volgende dia's bevatten online oefeningen voor het oefenen van de werkwoordstijden (present, past en future tense).

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Slide 30 - Link

Slide 31 - Link