D1BTh8 B2 lr Wat is gedrag

D1BTh8 B2
Wat is gedrag
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D1BTh8 B2
Wat is gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van gedrag.

Slide 2 - Open vraag

Hoe komt het dat mensen iets doen?

Slide 3 - Open vraag

B2: Wat is gedrag
Je leert wat gedrag is.

  • Je leert waardoor gedrag ontstaat
  • Je weet wat de volgende begrippen te maken hebben met gedrag: 

Respons, handeling, in- en uitwendige prikkel, sleutelprikkel, motivatie, aangeleerd gedrag en erfelijke factoren, rolgedrag en rolpatronen
Leerdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Welk gedrag
vind jij 'niet normaal'?

Slide 5 - Woordweb

Wat is gedrag? 
Met gedrag worden alle waarneembare activiteiten van een mens of dier bedoeld. Het is alles wat een mens of dier doet. Het zijn bewegingen, houdingen en gezichtsuitdrukkingen.
Gedragingen komen vaak tot stand door de werking van spieren en soms door de werking van klieren. Denk bijvoorbeeld aan het kwijlen van een hond op het moment dat hij voedsel ruikt of ziet.

Gedrag kan ons heel veel vertellen over de mensen om ons heen, maar ook over dieren. Daarnaast is gedrag gewoon prachtig om te zien. 
Elk organisme heeft zijn eigen, vaak herkenbare handelingen. 
Door onderzoek leren we over gedrag.



Slide 6 - Tekstslide

Wat is gedrag?
A
Alles wat een mens of dier doet
B
lopen, iets pakken, lachen
C
spieren die werken
D
planten die water opnemen

Slide 7 - Quizvraag

Nog 1 keer: Wat is gedrag?

Slide 8 - Open vraag

Prikkel en respons 
Een respons is een reactie van een dier of mens op een prikkel. In het volgende filmpje zie je hoe een hond reageert op de thuiskomst van z'n baasje. Het horen en zien van het baasje (geluidsprikkels en zichtprikkels) zorgen voor impulsen (een elektrisch signaaltje). 
De zenuwcellen geleiden en verwerken de impulsen. 
Door samentrekken van de spieren worden de oren gespitst. 
Dit is een respons op de prikkels. 
Welke responsen zie je nog meer bij de hond? Noteer ze in je schrift. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Welke respons heb je
gezien bij de hond?

Slide 11 - Open vraag

Wat is een prikkel?

A
invloed uit de omgeving op een organisme
B
reactie van een mens of dier op iets
C
een zintuig
D
een zenuw

Slide 12 - Quizvraag

Een prikkel kan ervoor zorgen dat er een (reactie) respons komt

A
ja
B
nee

Slide 13 - Quizvraag

Adequate prikkel: Een prikkel waarvoor een zintuig gespecialiseerd is.  Licht - ogen. 



Geluid is een niet-adequate prikkel voor je neus. Geluid is een adequate voor je oren.

Slide 14 - Tekstslide

Niet elke prikkel veroorzaakt een respons. Hoe kan dat?

Slide 15 - Open vraag

Inwendige en uitwendige prikkel
Gedrag wordt veroorzaakt door inwendige prikkels en uitwendige prikkels.
Voorbeelden van inwendige prikkels zijn: honger en dorst, hormonen, erfelijke factoren en opgedane ervaringen.

Een voorbeeld van een uitwendige prikkel is de rode vlek op de snavel van een meeuw. Een jonge meeuw pikt naar de rode vlek. Het pikken van het jong is ook een prikkel, het motiveert de ouder voedsel te braken.

Als een inwendige prikkel niet of niet voldoende aanwezig, dan komt het betreffende gedrag niet tot stand. Bijvoorbeeld: als een leeuw geen honger heeft, valt hij geen prooi aan. 

Slide 16 - Tekstslide


Voorbeeld van een
uitwendige prikkel
(1 of meer antw. goed)

A
Geluid en licht
B
Honger en dorst
C
Iemand raakt je aan
D
Pijn in de buik

Slide 17 - Quizvraag


Voorbeeld van een inwendige prikkel

A
Geluid
B
Licht
C
Een prikkel die in het lichaam ontstaat
D
Jezelf met je hamer op de duim slaan

Slide 18 - Quizvraag

Begrijp je hoe dit 
gedrag ontstaat?            
Een prikkel is een verandering in de omgeving, hier reageren dieren en mensen op.

Uitwendige prikkel > iets zien bijv. de hond ziet de voerbak 
Inwendige prikkel   > de hond heeft honger

Respons (reactie): de hond loopt naar de voederbak en eet

Gedrag ontstaat doordat mensen en dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels. 
Alle reacties op prikkels vormen het gedrag.

Ook als de hond niet was gaan eten was dit een reactie en dus gedrag geweest. 

Slide 19 - Tekstslide

Kun je 'praten' met je lichaam?                      
Aan de gezichtsuitdrukkingen van de mens kun je
zes emoties herkennen.

  • Vreugde
  • Verdriet
  • Verbazing
  • Woede
  • Afschuw
  • Angst

Je laat met je lichaam zien hoe je je voelt --> Lichaamstaal
Dit is non-verbaal communiceren
(zonder woorden te zeggen of te schrijven)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Als een prikkel
steeds dezelfde
reactie (respons) geeft noem je dit:

A
een sleutelprikkel
B
een uitwendige prikkel
C
een inwendige prikkel
D
een respons

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

De kuikentjes vertonen
A
Aangeleerd gedrag
B
Erfelijk gedrag
C
geen gedrag
D
menselijk gedrag

Slide 24 - Quizvraag

Gedrag kan

1. zijn aangeleerd
2. worden bepaald door erfelijke factoren
A
1 . Waar 2. Niet waar
B
1 . Niet waar 2. Waar
C
Beide niet waar
D
Beide waar

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

De hond vertoont
in het filmpje bijzonder
A
Aangeleerd gedrag
B
Erfelijk gedrag

Slide 27 - Quizvraag

Motivatie is de bereidheid om te reageren op een prikkel
Welke prikkels heb jij nodig om je huiswerk te doen?

Slide 28 - Woordweb

lief hè, wil jij hier voor zorgen?

Slide 29 - Tekstslide

Baby's en jonge dieren zien er liever uit dan volwassenen.
1. Hoe komt dat?
2. Wat is het gevolg?

Slide 30 - Open vraag

Rolpatroon
Een rolpatroon is de manier waarop mensen onderling functioneren. 

Mensen verwachten dat de ander volgens het rolpatroon dingen doet of reageert.



Slide 31 - Tekstslide

Stel:

De man die de stoel gooit is van beroep
leraar of politieagent
A
dit is rolgedrag
B
dit is geen rolgedrag
C
je kunt dat niet zeggen
D
dit sociaal gedrag

Slide 32 - Quizvraag

Een leerling zegt dat hij iets niet snapt
De leraar legt het uit.
(1 of meer antwoorden goed)
A
De leraar voldoet aan het rolpatroon
B
De leraar reageert op een inwendige prikkel
C
De leraar vertoont asociaal gedrag
D
De reageert op een uitwendige impuls

Slide 33 - Quizvraag

Rolpatroon: 
Oei een piloot met een oorbel......

Wat wordt er bedoeld in het filmpje?

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Bird sounds from the Lyre Bird  (de Liervogel)
De Liervogel
Op dit stukje documentaire heeft de BBC het meeste commentaar gekregen. Velen dachten dat dit geen echte opname was. 
David Attenborough is vaak gevraagd naar de echtheid van dit filmpje, 
maar alles wat je ziet en hoort is zoals het is.

'Amazing': Ongelooflijk gedrag.... maar.... echt waar!

De liervogel heeft de capaciteit om vele geluiden te imiteren.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Huiswerk


Maak in je werkboek van blz. 93 t/m 95 
opdracht: 5 t/m 11

Slide 38 - Tekstslide

Lichaamstaal die niet past en miscommunicatie 
Opdracht voor 2-tal of 3-tal (eerst oefenen - dan optreden)

TONEEL: Je zegt de tekst met 'verkeerde' lichaamstaal
nr. 1:  Ik had heel goed geleerd voor het proefwerk.
nr. 2:  Ik wil na het 6e even naar de COOP
nr. 1:  Toen ik het maakte had ik hoofdpijn.
nr. 2:  Ga jij nog chips of een blikje halen?
nr. 1 : Ik vind het wel jammer dat ik een 5,9 heb, maar erg is het niet.
nr. 2:  Gaan we daarna nog gamen bij mij thuis?


Overdrijf de lichaamstaal:
nr. 1 en nr. 2 kiezen: vrolijk; woedend; heel bang, heel verdrietig, zonder emotie, verbaasd...
Wat ook leuk is    : spreek heel erg snel, of heel erg l a n g z a a m

Slide 39 - Tekstslide

Wat heb je geleerd over 'gedrag'?

Slide 40 - Woordweb

2-tal, 3-tal of 4-tal
Maak goede zinnen waaruit blijkt 
dat je de theorie begrijpt:
Gedrag is.....
Gedrag wordt veroorzaakt door .....

inwendige prikkel - respons
uitwendige prikkel - respons
 sleutelprikkel - respons
motivatie, 
aangeleerd gedrag 
gedrag door erfelijke factoren,
rolgedrag - rolpatronen

Slide 41 - Tekstslide

Welk onderdeel snap je nog niet goed?
Wat vraagt nog meer aandacht?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 42 - Woordweb

Slide 43 - Video

Slide 44 - Video

Slide 45 - Video