schakelschema tekenen

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Schakelschema tekenen

Slide 2 - Tekstslide

Het wordt al gauw ingewikkeld!

Slide 3 - Tekstslide

De 4 tekenregels 
  1.  Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal. 
  2.  Afstanden in het schakelschema zeggen niets over echte afstanden. 
  3.  Plaatsen in het schakelschema zeggen niets over de echte plaatsen..
  4. Het schakelschema moet zo duidelijk  mogelijk zijn.

Slide 4 - Tekstslide

symbolen

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe noemen we een overzichtelijke tekening van een schakeling?
A
Parallelschakeling
B
Schakelaar
C
Schakelschema
D
Serieschakeling

Slide 7 - Quizvraag

Teken dit schakelschema
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Teken dit schakelschema
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Teken dit schakelschema
timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Serie - Parallel schakeling
  • Bij een parallelschakeling hebben alle elektrische apparaten  een eigen stroomkring. Bij een serieschakeling is er  maar één stroomkring.

Slide 11 - Tekstslide

Serieschakeling
  • In een serieschakeling zitten alle elektronische onderdelen in één stroomkring.
  • De spanning wordt verdeeld (Volt)

Slide 12 - Tekstslide

Vraag: Als de batterij een spanning van 7 Volt heeft, hoeveel spanning krijgt ieder lampje?
A
7 Volt
B
3,5 Volt
C
1 Volt
D
7 X & = 49 Volt

Slide 13 - Quizvraag

parallelschakeling
  • In een parallelschakeling heeft ieder elektronisch onderdeel een eigen stroomkring.e
  • De spanning wordt  niet verdeeld.

Slide 14 - Tekstslide

Als deze batterij een spanning van
9 Volt geeft, hoeveel spanning krijgt
ieder lampje?
A
3 Volt
B
9 Volt
C
9 X 9 = 81 Volt
D
1 Volt

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Wat voor soort schakeling is dit?
A
serie
B
parallel
C
serie en parallel
D
geen van beide

Slide 17 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de lampjes
Als je de schakelaar dicht zet?
A
Lampje 1 + 2 geven licht
B
Lampje 1 + 2 gaan uit
C
Lampje 1 gaat branden
D
Lampje twee gaat branden

Slide 18 - Quizvraag

In de kerstboom gaat één lampje stuk, de andere lampjes gaan dan ook uit.
Wat kun je zeggen over de schakeling van de lampjes?
A
Ze staan in serie
B
Ze staan parallel
C
Je kan er niets over zeggen maar moet meer onderzoeken
D
Ze staan zowel in serie als ook parallel

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel stroomkringen heeft
deze schakeling?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel stroomkringen heeft
deze schakeling?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quizvraag

En ben je klaar voor de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll