Think unit 4 be/get used to do

be / get used to doing - used to do
Unit 4
Think
Vwo 3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

be / get used to doing - used to do
Unit 4
Think
Vwo 3

Slide 1 - Tekstslide

Goal
-Recognizing the difference between be/get used to vs used to do.
- Using both verb forms in English sentences.

Slide 2 - Tekstslide

Instructions
- do exercise 1 of Grammar on p40 of your student book.
- listen to the grammar explanation.
- do exercises 2 and 3 of grammar in your student book. Work in pairs.
- self study: do exercises 1 and 2 on p36 of your work book.

Slide 3 - Tekstslide

Be used to (doing)
It's cold in here, so I'm used to wearing warm clothes.
be used to + (ww+ ing)

Gebruik: aangeven dat we iets gewend zijn.

Ik ben gewend aan het dragen van warme kleding, omdat het zo koud is hier.



Slide 4 - Tekstslide

Get used to (doing)
It took him a while to get used to eating dinner early.
get used to + (ww+ing)

Gebruik: aangeven dat we aan iets gewend geraakt zijn.

Het duurde even voordat hij gewend raakte aan het vroege avondeten.

Slide 5 - Tekstslide

zelfstandig nw / gerund
Deze uitdrukkingen met be/get used to + (ww+ing) worden gevolgd door:
- een zelfstandig naamwoord
- gerund (werkwoord + -ing vorm)

I'm not really used to spicy food.
They've got used to living in a small apartment.

Slide 6 - Tekstslide

In conclusion...
Be used to + (ww+ing) > je bent iets gewend.
get used to + (ww+ing) > je bent aan iets gewend geraakt.

Het verschil zit hem in het eerste werkwoord:
be of get

Slide 7 - Tekstslide

Used to + infinitive zonder -to
I used to love their music, but now I never listen to it.

Gebruik:
- gewoonten aanduiden die tot het verleden behoren.
- situaties aanduiden die niet meer waar zijn.

Na used to > infinitief zonder to

Slide 8 - Tekstslide

Practise
Work in pairs.
Do exercises 2 and 3 on p40 of your student book.

At home you will do two exercises of the 4 on p36 of your work book. You can choose 2 exercises you would like to do.
Homework for next Monday!

Slide 9 - Tekstslide

This is what I find difficult about this grammar subject....

Slide 10 - Open vraag