3Havo les 22-06

3Havo les 22-06
Deze les staat vol met oefenvragen voor de toetsweek. 
Wat heb je nodig:
Pen, papier, rekenmachine, telefoon voor LessonUp. 
 Volgende week bespreken we een aantal opgaven en kun je vragen stellen. Heb je eerder vragen? Mag je me een teamsbericht sturen! 
Succes!
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3Havo les 22-06
Deze les staat vol met oefenvragen voor de toetsweek. 
Wat heb je nodig:
Pen, papier, rekenmachine, telefoon voor LessonUp. 
 Volgende week bespreken we een aantal opgaven en kun je vragen stellen. Heb je eerder vragen? Mag je me een teamsbericht sturen! 
Succes!

Slide 1 - Tekstslide

IJzer kan met water en zuurstof reageren tot roest FeO3H3 (s). Geef de reactievergelijking met faseaanduidingen

Slide 2 - Open vraag

Azijn kun je gebruiken voor het ontkalken van een waterkoker. Dit gaat sneller met schoonmaakazijn dan met tafelazijn. Schoonmaakazijn bevat 80 gram azijnzuur per liter, terwijl tafelazijn 40 gram azijnzuur per liter. Geef aan welke factor van invloed is op de reactiesnelheid bij het ontkalken van de waterkoker. Verklaar je antwoord met behulp van het botsende-deeltjesmodel.

Slide 3 - Open vraag

Leg aan de hand van de foto uit of de verbranding van magnesium exotherm of endotherm is.

Slide 4 - Open vraag

Schets het energiediagram van een exotherme reactie. Teken hierbij alle belangrijke gegevens in.

Slide 5 - Open vraag

Teken de stof methylbutaan, geef de molecuulformule.

Slide 6 - Open vraag

Hoeveel mol komt overeen met
8,02 gram methaan?
A
1,00 mol
B
0,500 mol
C
0,750 mol
D
2,00 mol

Slide 7 - Quizvraag


De molaire massa van bariumchloride (BaCl2) is?
A
90,0 g/mol
B
403,11 g/mol
C
276,21 g/mol
D
208,2 g/mol

Slide 8 - Quizvraag

Stel je hebt 6 gram zuurstof. Hoeveel mol is dat?

Slide 9 - Open vraag

Hoeveel gram (m) komt overeen met 5,3 mol NaCl? (M=58,44 g/mol)
A
0,09 g
B
11,03 g
C
309,7 g

Slide 10 - Quizvraag


Slide 11 - Open vraag

Aceton
De volgende vragen gaan over aceton. Neem de volgende gegevens over op papier:
Aceton is een vloeistof die snel verdampt
Formule van aceton : C3H6
In een flesje nagellakremover zit 68 mL aceton. 
Het totale flesje heeft een volume van 0,075 L 

Slide 12 - Tekstslide

Teken een mogelijke structuurformule van aceton. Denk aan de juiste covalenties!

Slide 13 - Open vraag

In een flesje van 0,075L nagellakremover zit 68 mL aceton. Hoeveel volume% is dat?

Slide 14 - Open vraag

Dichtheid van aceton is 0,79 g/L. Bereken hoeveel gram aceton er in een flesje zit. Noteer je antwoord op papier!

Slide 15 - Open vraag

Bereken hoeveel mol aceton er in het flesje zit.

Slide 16 - Open vraag

Bereken het aantal waterstofatomen in 2 mol aceton.

Slide 17 - Open vraag

In een zwembad wordt 0,015 mg chloor opgelost. Bereken hoeveel moleculen chloor er worden opgelost

Slide 18 - Open vraag

Geef de systematische naam

Slide 19 - Open vraag

Geef de systematische naam

Slide 20 - Open vraag

Teken de structuur van
1,2-difluorethaan

Slide 21 - Open vraag

Teken de structuur van:
1-fluor-2,2,3-trijoodhexaan

Slide 22 - Open vraag