Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
KMH1A K2 Les3 Week 46
Liebe Leute, das Programm für heute
Hausaufgaben (Grammatik) besprechen
Grammatik üben
Die Zahlen bis hundert geschrieben
An die Arbeit
1 / 46
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
46 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Liebe Leute, das Programm für heute
Hausaufgaben (Grammatik) besprechen
Grammatik üben
Die Zahlen bis hundert geschrieben
An die Arbeit
Slide 1 - Tekstslide
LERNZIELE
Ik kan de grammatica van de werkwoorden "haben" en "sein gebruiken
Ik weet hoe ik de getallen tot honderd kan maken/schrijven
Slide 2 - Tekstslide
BUCH: Seite
22/31 (kgt)
of ?
(gt-h)
Persoonlijk voornaamwoord in het Duits
enkelvoudsvormen
ik
ich
jij
du
hij (Max)
er
zij (Kim)
sie
het (het kind)
es
meervoudsvormen
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
Slide 3 - Tekstslide
sein
sein = zijn
ich
bin
du
bist
er/sie/es
ist
wir
sind
ihr
seid
sie/Sie
sind
Slide 4 - Tekstslide
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
ha
b
en = he
bb
en
habe
hast
hat
haben
habt
haben
uitleg
Slide 5 - Tekstslide
haben und sein
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
bin
bist
ist
sind
seid
sind
haben=
hebben
sein=
zijn
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
21= ei
n
undzwanzig
30= drei
ß
ig [drai
s
ig]
40= vierzig [fiertsig]
50= fünfzig [fuunftsig]
60= sec
hz
ig [zegtsig]
70= sie
bz
ig [ziebtsig]
80= achtzig [achtsig]
90= neunzig [nointsig]
100= hundert [hoendert]
21 =
ein
und
dreißig
22 =
zwei
und
dreißig
23=
drei
und
dreißig
24=
vier
und
dreißig
25 =
fünf
und
dreißig
75=
fünf
und
siebzig
89=
neun
und
achtzig
die Zahlen 21-100
Slide 8 - Tekstslide
Liebe Leute, das Programm für heute
Hausaufgaben Check
Lesen
Grammatik
An die Arbeit
Slide 9 - Tekstslide
LERNZIELE
Ik begrijp Duitse tekst over familie
Ik weet hoe ik leesstrategieën kan gebruiken
Ik ken de betekenis van de woordjes van de Lernliste D-Lesen
Slide 10 - Tekstslide
D
enken
D
elen
U
itwisselen
Lesetext: Gewinnspiel: Beste Freunde
DENKEN:
zelf nadenken doe je in stilte ZONDER overleg:
1a.
Was bedeutet "beste Freunde"?
1b.
Als volgt:
1. Lees en snap de vraag eerst
2. Ga in de tekst de informatie zoeken
DELEN:
Antwoorden overleggen en bespreken met klasgenoot/-genoten:
UITWISSELEN:
Klassikaal
timer
8:00
timer
2:00
Slide 11 - Tekstslide
haben und sein
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
bin
bist
ist
sind
seid
sind
haben=
hebben
sein=
zijn
Slide 12 - Tekstslide
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
ha
b
en = he
bb
en
habe
hast
hat
haben
habt
haben
uitleg
Slide 13 - Tekstslide
ONLINE: geplande taak week 46
Kapitel 2 Online geplande taak OF in je boek:
Maken kgt-boek: vmbo-havo-boek
Grammatik Aufgaben 17-18-19 Grammatik Aufgaben 19 t/m 22
Sprechen üben 28 t/m 30 Sprechen üben 31+32
Leren: kgt-boek: vmbo-havo-boek
Lernliste N-D HELEMAAL Lernliste N-D HELEMAAL
Lernliste D-N HELEMAAL Lernliste D-N HELEMAAL
Slide 14 - Tekstslide
Bis Später!
Slide 15 - Tekstslide
SO besprechen
TAFELS HELEMAAL LEEG
Slide 16 - Tekstslide
We bekijken nu het filmpje over leesstrategieën:
Link leesvaardigheid tips
En een video over "gokken"
Link multiple-gok
Slide 17 - Tekstslide
Leesstrategieën
Wat is een leesstrategie? = hoe je een tekst leest.
-
oriënterend lezen
= voorspellen
- globaal lezen
= scannen/skimmen
- zoekend lezen
= informatie vinden
- intensief lezen
Slide 18 - Tekstslide
Woordenboek D-N
Je mag bij een leestoets een woordenboek Duits-Nederlands gebruiken, maaaaaar:
- hele werkwoorden: "magst" = "mögen"
- Enkelvoud: "Häuser" = "Haus"
- Meerdere betekenissen
- Oefen daarmee
Slide 19 - Tekstslide
HAUSAUFGABEN FERTIG?
BOEK/SCHRIFT PAKKEN:
Sprachmittel vertalen naar het Nederlands
Aufgabe 23: vertalen + antwoorden geven in volle zinnen
Slide 20 - Tekstslide
BUCH: Seite
22/31 (kgt)
of ?
(gt-h)
Persoonlijk voornaamwoord in het Duits
enkelvoudsvormen
ik
ich
jij
du
hij (Max)
er
zij (Kim)
sie
het (het kind)
es
meervoudsvormen
wij
wir
jullie
ihr
zij
sie
u
Sie
Slide 21 - Tekstslide
sein
sein = zijn
ich
bin
du
bist
er/sie/es
ist
wir
sind
ihr
seid
sie/Sie
sind
Slide 22 - Tekstslide
Oefen so
TIPS:
- Werkwoorden in de Lernliste: voltooid deelwoorden!
- Leer ook de meervoudsvormen
- Hoofdletters, lidwoorden, Umlauten
- Leer dus nauwkeurig
Slide 23 - Tekstslide
Nog even leren.....
5 minuten leren
Lernliste Niederländisch Deutsch
Werkwoord "sein"
Persoonlijke voornaamwoorden
DAARNA BOEKEN DICHT.....
timer
5:00
Slide 24 - Tekstslide
Vertaal naar het Duits:
een
Slide 25 - Open vraag
Vertaal naar het Duits:
oud
Slide 26 - Open vraag
Vertaal naar het Duits:
hoe
Slide 27 - Open vraag
Vertaal naar het Duits:
het jaar
Slide 28 - Open vraag
Vertaal naar het Duits:
de namen
Slide 29 - Open vraag
Vertaal naar het Duits
negentien
Slide 30 - Open vraag
Vertaal naar het Duits
zeven
Slide 31 - Open vraag
Vertaal naar het Duits
wij
Slide 32 - Open vraag
Vertaal naar het Duits
jij
Slide 33 - Open vraag
Vertaal naar het Duits
u (denk aan hoofdletter)
Slide 34 - Open vraag
Vertaal naar het Duits
jullie zijn: ___________ sehr schlau!
Slide 35 - Open vraag
Vertaal naar het Duits
is: Max ___________ auch sehr schlau!
Slide 36 - Open vraag
Vertaal naar het Duits
Ben jij: _____________ heute Abend zu Hause?
Slide 37 - Open vraag
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
"Karel ________ oft bei seinen Großeltern.
Slide 38 - Open vraag
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
"Meine Eltern _________ nie böse."
Slide 39 - Open vraag
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
Frau V., Sie __________ nicht sehr deutlich.
Slide 40 - Open vraag
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
Wann __________ ihr wieder zu Hause?
Slide 41 - Open vraag
Kies je juiste vorm van het werkwoord "sein
Ja stimmt, ich ________ Morgen wieder da.
Slide 42 - Open vraag
Hoe leer ik grammatica?
VERSCHILLENDE manieren
- schrijven of typen (bijv. online boek of StudyGo of Quizlet
- losse woordjes (ik = ich)
- een schema invullen
- door het liedje te leren (wel zorgen dat je het ook kunt schrijven)
- door blokjes te leren (wij zijn = wir sind)
Slide 43 - Tekstslide
Hoe kan ik de woordjes leren
VERSCHILLENDE manieren
- leer altijd in "blokjes" van 5 à 10 woordjes
- leer niet langer dan een half uur, neem dan even pauze
- woordjes vaak opschrijven, daarna de hand op de vertaling
en moeilijke woordjes herhalen
- woordjes vaak typen (bijv. SlimStampen of StudyGo of Quizlet)
StudyGo Lernliste N-D
Slide 44 - Tekstslide
Slide 45 - Video
Extra tijd om te leren
1. Leer voor jezelf de getallen 0 tot 20 op blz. 30
2. maak een bingokaart met 9 getallen 0 t/m 20
3. wir spielen bingooooo, je maakt zelf de kaart
1. 1 rij: horizontaal/verticaal/diagonaal
2. 2 rijen: horizontaal/verticaal/diagonaal
3. volle kaart
timer
10:00
Slide 46 - Tekstslide