4.4 Hulp bij zwangerschap 4V 2122

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.4 Hulp bij zwangerschap
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4.4 Hulp bij zwangerschap

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Doel 4.4
Je leert met welke technieken een gyneacoloog het ontstaan van een zwangerschap kan stimuleren
Je leert welke technieken er zijn om de ontwikkeling van een embryo te volgen

Slide 4 - Tekstslide

Zwangerschapsbehandeling
IVF:
Oiv hormonen rijpen bij de vrouw meerdere eicellen. 
De eicellen worden ‘geoogst’ en overgebracht naar een petrischaal
Sperma van de man wordt toegevoegd.
Na een paar dagen worden enkele van de bevruchte eicellen teruggeplaatst in de baarmoeder.
Vraag: hoe kan de arts zien welke eicellen bevrucht zijn?

Slide 5 - Tekstslide

Zwangerschapsbehandeling
ICSI:
Een spermacel wordt geïnjecteerd in een eicel (evt meerdere)
Na een paar dagen worden enkele van de bevruchte eicellen teruggeplaatst in de baarmoeder


Slide 6 - Tekstslide

Welk hormoon moet de vrouw extra krijgen vóór het oogsten van de eicellen?
A
Oestrogenen
B
HCG
C
LH
D
FSH

Slide 7 - Quizvraag

Meerlingen
Bij IVF en ICSI behandelingen is de kans op meerlingen groot als meerdere enbryos worden teruggeplaatst.
Tegenwoordig gebeurt dit minder vaak.


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Zwangerschapsdiagnostiek
Echoscopie

Slide 11 - Tekstslide

Zwangerschapsdiagnostiek
DNA test
- vlokkentest (cellen uit de placenta)
- vruchtwaterpunctie (cellen van embryo)
- navelstrengpunctie (bloed van embryo)
- NIPT test (bloed van de moeder met foetaal DNA)

Eerste drie geven kleine kans op een miskraam.

Slide 12 - Tekstslide

Zwangerschapsdiagnostiek
Wanneer:
- aangeboren afwijkingen in de familie
- leeftijd moeder (grotere kans op bijv syndroom van Down)


Dilemma: wat te doen met de uitslag?

Slide 13 - Tekstslide

Geslachtelijk/ ongeslachtelijk
Bij dieren is bijna altijd sprake
van geslachtelijke voortplan-
ting.
Bij planten komt in de natuur
ook vaak ongeslachtelijke
voortplanting voor.

Slide 14 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting
In de landbouw wordt veel gebruik gemaakt van ongeslachtelijke voortplanting (kloneren).

Weefselkweek: kweken van plantjes op een voedingsbodem met voedingsstoffen en plantenhormonen voor het snel, veel dupliceren van een plant met gunstige eigenschappen.

Slide 15 - Tekstslide

Voordeel ongeslachtelijk
Snel
Maar één ouder nodig
Je weet precies wat je krijgt

Nadeel: bij veranderende omstandigheden heb je geen variatie om het op te vangen.

Slide 16 - Tekstslide

Voordeel geslachtelijk
Veel variatie.
Soorten kunnen zich daardoor aanpassen aan veranderende omstandigheden.

Slide 17 - Tekstslide

Doel 4.4
Je hebt geleerd met welke technieken een gyneacoloog het ontstaan van een zwangerschap kan stimuleren
Je hebt geleerd welke technieken er zijn om de ontwikkeling van een embryo te volgen

Slide 18 - Tekstslide

Begrippen 4.4
zwangerschap, ivf, tweelingen, ICSI, prenatale diagnostiek, DNA-test, vlokkentest, vruchtwaterpunctie, echoscopie, NIPT, abortus, ongeslachtelijke voortplanting, kloon, weefselkweek, voedingsstoffen, plantenhormonen, geslachtelijke voortplanting

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
In de online methode/ boek
Kies een leerweg (default B).
Maak 4.4: 3 t/m 8

Maak een samenvatting van de paragraaf.
Aandacht voor de begrippen.

Slide 20 - Tekstslide