Kapitel 2 Lektion 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

 het werk woord: haben

aan het einde van de les ken je:
de verschillende vormen van het werkwoord haben.

Maak nu opdracht 4 en 5.

1. Jij hebt
2. hebben jullie
3. Jan heeft
4. Wij hebben
5. Hebt u
6. Ik heb

Maak nu opdracht 6

1. Wir haben
2. Ich habe
3. Hast du
4. Er hat
5. Haben Sie
6. Pia hat

ik heb

1. ich hebbe
2. ich habe
3. ich bin

jij hebt

1. du habst
2. du hast
3. you hast

hij/zij/het heeft

1. er/sie/es hat
2. er/zie/es hast
3. er/sie/es haben

wij hebben

1. wihr habben
2. wir habben
3. wir haben

jullie hebben

1. ihr habt
2. ihr hapt
3. ier habt

zij hebben

1. sie haben
2. sie habben
3. sie hebben

U heeft

1. sie haben
2. Sie haben
3. You haben

ik heb

jij hebt

hij heeft

wij hebben

zij hebben

Hausaufgaben

leren: Hoofdstuk 2>Lernbox 1 en grammatik A: haben.

maken: opdracht 7 blz. 23.

    De "haben" dans

Maak een groep van 4 personen.
bedenk een dans bij het werkwoord haben
filmen via je chroombook.
delen met [e-mail]