Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Verbranding en ademhaling
verbranding en ademhaling
thema 3 basisstof 1 tm 4
1 / 37
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Biologie
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
In deze les zitten
37 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
verbranding en ademhaling
thema 3 basisstof 1 tm 4
Slide 1 - Tekstslide
Verbranding & ademhaling
Slide 2 - Woordweb
Wat is verbranding
Een motor van een auto heeft energie nodig. Die energie haalt een auto uit brandstoffen.
Je lichaam heeft ook energie nodig om te kunnen verbranden, je voedsel is je brandstof
Slide 3 - Tekstslide
brandstof
Een brandstof is een energiedrager. Bij verbranding komt deze energie vrij.
Slide 4 - Tekstslide
Welke vormen van energie komt er bij verbranding vrij?
Slide 5 - Tekstslide
Welke vormen van energie komt er bij verbranding vrij?
Beweging
Warmte
Licht
Slide 6 - Tekstslide
Bij het branden van een kaars
wat is nodig?
wat ontstaat er?
welke energie komt vrij?
Slide 7 - Tekstslide
Bij het branden van een kaars
nodig
: kaarsvet en zuurstof
ontstaat
: water en CO2
energie
: warmte en licht
Slide 8 - Tekstslide
verbranding in een automotor
Nodig:
Ontstaat:
energie:
Slide 9 - Tekstslide
verbranding in een automotor
Nodig: benzine en zuurstof
Ontstaat: uitlaatgassen
Energie: warmte en beweging
Slide 10 - Tekstslide
zuurstof
Er is brandstof nodig voor verbranding.
Je hebt ook zuurstof nodig voor de verbranding.
zuurstof is een gas uit de lucht.
Slide 11 - Tekstslide
verbrandingsproducten
Bij verbranding ontstaan er ook verbrandingsproducten.
Voorbeelden hiervan zijn: koolstofdioxide, uitlaatgassen en water
Slide 12 - Tekstslide
Zuurstof is een gas dat in de lucht zit
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Drie vormen van energie zijn
A
Beweging, warmte en vet
B
Beweging, warmte en zuurstof
C
Beweging warmte en licht
Slide 14 - Quizvraag
Voorbeelden van brandstoffen zijn
A
Warmte en bezine
B
Hout en kaarsvet
C
Kaarsvet en water
D
Water en benzine
Slide 15 - Quizvraag
Verbranding in je lichaam
Ook in je lichaam vindt verbranding plaats. Hierdoor voelt je lichaam warm aan en heb je energie om te bewegen.
Je lichaam heeft als brandstof
glucose
nodig. Glucose is een koolhydraat dat je met je voeding binnen krijgt.
Slide 16 - Tekstslide
reactieschema
glucose + zuurstof ➡️ koolsofdioxide + water + energie
(brandstof) (verbrandingsproducten)
Slide 17 - Tekstslide
Verbranding
Reactieschema van het verbrandingsproces:
Algemeen:
Brandstof + zuurstof --> water + koolstofdioxide + energie
(brandstof) (verbrandingsproducten)
Auto:
Benzine + zuurstof --> water + koolstofdioxide + energie
(brandstof) (o.a.verbrandingsproducten) (warmte + beweging)
Kaars:
Kaarsvet + zuurstof --> water + koolstofdioxide + energie
(brandstof) (verbrandingsproducten) (warmte + licht)
Lichaam:
Glucose + zuurstof --> water + koolstofdioxide + energie
(brandstof) (verbrandingsproducten) (lichaamstemperatuur + beweging)
Ook de processen in je cellen vragen energie
Slide 18 - Tekstslide
Wat is de brandstof van een auto?
A
Water
B
Benzine
C
Wielen
D
Gaspedaal
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de brandstof voor de mens?
A
Zon
B
Lucht
C
Benzine
D
Voedingsstoffen
Slide 20 - Quizvraag
Welke vormen van energie komt er bij verbranding vrij?
A
Lucht, licht & warmte
B
Water, lucht & licht
C
Licht, Warmte & beweging
D
geen
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Video
Ingeademde en uitgeademde lucht
lucht bestaat uit stikstof, zuurstof, koolstofdioxide en rest.
Je ademt de lucht in voor de zuurstof. Je longen halen de zuurstof uit de lucht en geven weer koolstofdioxide af aan de lucht.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Video
Het ademhalingsstelsel bestaat uit
A
Logen en Aorta
B
Aorta en slagaders
C
Bovenste en onderste ademhalingsstelsel
D
Slagaders en bovenste ademhalinsstelsel
Slide 25 - Quizvraag
Het ademhalingsstelsel bestaat uit
A
Logen en Aorta
B
Aorta en slagaders
C
Bovenste en onderste ademhalingsstelsel
D
Slagaders en bovenste ademhalinsstelsel
Slide 26 - Quizvraag
Als je door je neus inademt, komt de lucht eerst in de
A
Neusholte
B
Longen
C
Keelholte
D
Mondholte
Slide 27 - Quizvraag
Als je door je mond inademt, komt de lucht eerst in de
A
Neusholte
B
Longen
C
Keelholte
D
Mondholte
Slide 28 - Quizvraag
De lucht stroomt via het strottenhoofd de ......... in
Slide 29 - Open vraag
De luchtpijp vertakt zich in twee ........
Slide 30 - Open vraag
Hoe wordt dit gedeelte van het ademhalingsstelsel genoemd?
A
Bronchiën
B
Longblaasjes
C
Luchtpijp
D
Strottenhoofd
Slide 31 - Quizvraag
Meerdere antwoorden zijn goed.
Welke delen zitten er in je neus?
A
Strottenhoofd
B
Neus-slijmvlies
C
Trilharen
D
Bronchiën
Slide 32 - Quizvraag
Wat zie je in de afbeelding?
A
Strottenhoofd
B
Strotklepje
C
stembanden
D
Adamsappel
Slide 33 - Quizvraag
Waar dient het slijm in de longen, bronchiën en luchtpijp voor?
Slide 34 - Open vraag
Slide 35 - Tekstslide
Welke taak heeft het ademhalingsstelsel?
A
Aansturen van organen en spieren
B
Fijnmaken van voedsel tot voedingsstoffen
C
opnemen van zuurstof en afgeven van koolstofdioxide
D
Vervoeren van bloed
Slide 36 - Quizvraag
Ademhalingsstelsel
Het lichaam heeft zuurstof nodig voor de verbranding. Je ademt dat in met de lucht.
We onderscheiden bovenste- en onderste luchtwegen. De bovenste luchtwegen bestaan uit:
- neusholte
- mondholte
- keelholte
- strottenhoofd
bronchie
vertakkingen
Luchtwegen zijn ruimten in je lichaam die gevuld zijn met lucht
Slide 37 - Tekstslide