Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
juni 2023: Persoonlijke voornaamwoorden en de werkwoorden sein en haben
Leerdoelen:
Ik ken het rijtje van de persoonlijke voornaamwoorden.
Ik kan het zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.
Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden in de zin toepassen.
Ik kan de werkwoorden sein en haben vervoegen.
Ik kan de werkwoorden sein en haben in de tegenwoordige tijd toepassen.
1 / 38
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
38 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Leerdoelen:
Ik ken het rijtje van de persoonlijke voornaamwoorden.
Ik kan het zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.
Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden in de zin toepassen.
Ik kan de werkwoorden sein en haben vervoegen.
Ik kan de werkwoorden sein en haben in de tegenwoordige tijd toepassen.
Slide 1 - Tekstslide
het persoonlijk voornaamwoord
i
ch
d
u
e
r/sie/es
w
ir
i
hr
s
ie
Sie
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'het' in het Duits.
Slide 6 - Open vraag
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'jij' in het Duits.
Slide 7 - Open vraag
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'wij' in het Duits.
Slide 8 - Open vraag
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'ze' (meervoud) in het Duits.
Slide 9 - Open vraag
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'ze' (enkelvoud) in het Duits.
Slide 10 - Open vraag
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'hij' in het Duits.
Slide 11 - Open vraag
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'jullie' in het Duits.
Slide 12 - Open vraag
Vertaal het persoonlijk voornaamwoord: 'u' (enkelvoud) in het Duits.
Slide 13 - Open vraag
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je das Buch vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
Sie
Slide 14 - Quizvraag
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je der Wagen vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
Sie
Slide 15 - Quizvraag
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je die Familie vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
Sie
Slide 16 - Quizvraag
Door welk persoonlijk voornaamwoord kun je die Kinder vervangen?
A
er
B
sie
C
es
D
Sie
Slide 17 - Quizvraag
Gestern ... es viel geregnet.
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben
Slide 18 - Quizvraag
... ihr die Eltern von Carola?
A
Bin
B
Bist
C
Sind
D
Seid
Slide 19 - Quizvraag
Paul ... drei Geschwister.
A
habe
B
hat
C
hast
D
haben
Slide 20 - Quizvraag
... du zwanzig Euro für mich?
A
Habe
B
Hat
C
Hast
D
Haben
Slide 21 - Quizvraag
Die Stiefmutter von Steffi ... sehr nett.
A
bin
B
bist
C
sind
D
ist
Slide 22 - Quizvraag
Ich ... die Mutter von Barbara.
A
bin
B
bist
C
seid
D
sind
Slide 23 - Quizvraag
Die Mädchen ... jünger als die Jungen.
A
ist
B
bist
C
sind
D
seid
Slide 24 - Quizvraag
... Sie viele Freunde in der Schweiz, Herr Müller?
A
Haben
B
Hat
C
Habt
D
hast
Slide 25 - Quizvraag
(Ik heb) drei Opas.
Slide 26 - Open vraag
Wie viele Cousinen (heb jij)?
Slide 27 - Open vraag
Martin ist zehn Jahre alt. (Hij is) sehr jung.
Slide 28 - Open vraag
Michaela und Leonie, (hebben jullie) Zeit für mich?
Slide 29 - Open vraag
Liebe Freunde, (zijn jullie) so nett, uns zu helfen?
Slide 30 - Open vraag
Jan und ich machen oft Urlaub. (Wij zijn) jetzt in der Schweiz.
Slide 31 - Open vraag
(Zij zijn) gute Freunde.
Slide 32 - Open vraag
Das Mädchen kommt aus Österreich. (Het heeft) aber eine niederländische Mutter.
Slide 33 - Open vraag
Hallo, Daniel, (ben jij) zu Hause?
Slide 34 - Open vraag
Ja, (ik ben) zu Hause.
Slide 35 - Open vraag
Heute (hebben we) schönes Wetter in Hamburg.
Slide 36 - Open vraag
(Hebben jullie) Kinder?
Slide 37 - Open vraag
Gibt es noch Fragen?
Ik ken het rijtje van de persoonlijke voornaamwoorden.
Ik kan het zelfstandig naamwoord vervangen door een persoonlijk voornaamwoord.
Ik kan de persoonlijke voornaamwoorden in de zin toepassen.
Ik kan de werkwoorden sein en haben vervoegen.
Ik kan de werkwoorden sein en haben in de tegenwoordige tijd toepassen.
Slide 38 - Tekstslide