HAVO 1: oefenen Kapitel 3 deel 2

woordenlijsten en oefenen.....
ein/eine
kein/keine
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

woordenlijsten en oefenen.....
ein/eine
kein/keine

Slide 1 - Tekstslide

Ich habe (geen) Lied (o) gesungen.
A
keine
B
kein

Slide 2 - Quizvraag

Magst du (geen) Süßigkeiten (mv)?
A
kein
B
keine

Slide 3 - Quizvraag

Robin Hansen ist (een) Frau.
A
eine
B
ein

Slide 4 - Quizvraag

Auf dem Tisch liegt (een) Ei, (een) Messer und (geen)Butter(v)
A
eine, ein, kein
B
ein, kein, keine
C
ein, ein, keine
D
eine, ein, kein

Slide 5 - Quizvraag

Ich hätte gern (een) Glas Wasser, (een) Tasse Tee und (een) Glas Apfelsaft.
A
ein, ein, ein
B
ein, eine, ein
C
ein, eine, eine
D
eine, ein, ein

Slide 6 - Quizvraag

(mijn) Mutter hat (een) Schwester und (geen) Brüder(mv).
A
Meine, eine, keine
B
Mein, eine, kein
C
Mein, eine, keine
D
Meine, eine, kein

Slide 7 - Quizvraag

welches Wort passt hier?

Meine Eltern haben eine ................für mich zum Geburtstag.

A
Hochzeit
B
Baby
C
Überraschung
D
Geschenk

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: de volwassenen

Slide 9 - Open vraag

Vertaal: de kinderen maken ruzie.

Slide 10 - Open vraag

Vertaal: het is gezellig.

Slide 11 - Open vraag

Vertaal: omdat

Slide 12 - Open vraag

Vertaal: de uitnodiging

Slide 13 - Open vraag

Vertaal: ik verheug me elk jaar op de kerstvakantie.

Slide 14 - Open vraag

Vertaal: ik ben vrolijk, als ik jaloers ben.

Slide 15 - Open vraag

Vertaal: de 80- ste verjaardag.

Slide 16 - Open vraag

Vertaal: mijn tante is binnenkort getrouwd.

Slide 17 - Open vraag

welches Wort passt hier?
Ich ............mir zu Weihnachten eine Gitarre.
A
mitbringe
B
wünsche
C
bekomme
D
schicke

Slide 18 - Quizvraag

voor welk woord kun je niet het woord Weihnachts..... zetten?
A
.........engel
B
........baum
C
.......ferien
D
........hochzeit

Slide 19 - Quizvraag

Wer ist das:
Die Tochter von meinem Onkel
A
mein Cousin
B
meine Nichte
C
meine Cousine
D
mein Neffe

Slide 20 - Quizvraag

Wie heißt der 3. Monat im Jahr?
A
Märtz
B
März
C
Marts
D
Martz

Slide 21 - Quizvraag

Welches Wort passt hier?
Geburtstag hat man
A
manchmal
B
bald
C
zusammen
D
jedes Jahr

Slide 22 - Quizvraag

Welches Wort passt ?
Wenn jemand Geburtstag hat muss man ihm .....?.....
A
gute Laune machen
B
eine Einladung schmücken
C
gute Laune wünschen
D
gratulieren

Slide 23 - Quizvraag

Landeskunde:
Zu wem sagt man "du" in Deutschland?
A
zur Oma
B
zum Lehrer
C
zum Busfahrer
D
zum Freund von deinem Opa

Slide 24 - Quizvraag

Hast du noch Fragen?
Frage deine Lehrerin!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide