Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Bezittelijk voornaamwoord
Deutsch - 2KGT
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Deutsch - 2KGT
Slide 1 - Tekstslide
Wiederholung Grammatik
Lidwoorden
Ein / eine, kein / keine
Hoe zat het ook alweer?
Tekst
Slide 2 - Tekstslide
Welk lidwoord hoort er bij mannelijk?
A
der
B
die
C
das
Slide 3 - Quizvraag
Welk lidwoord hoort er bij vrouwelijk en meervoud?
A
der
B
die
C
das
Slide 4 - Quizvraag
Welk lidwoord hoort er bij onzijdig?
A
der
B
die
C
das
Slide 5 - Quizvraag
ein / eine - kein / keine
Wanneer kreeg je ook alweer de e erachter? Kies 2 antwoorden.
A
mannelijke
B
vrouwelijk
C
onzijdig
D
meervoud
Slide 6 - Quizvraag
Wat betekent ein / eine?
Slide 7 - Open vraag
Wat betekent kein / keine?
Slide 8 - Open vraag
Lidwoorden
Bij vrouwelijk en meervoud eindigt die op -e-, bij ein/kein dus ook.
Hoezo staat er bij meervoud 'keine'?
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
di
e
e
das
di
e
ein
ein
e
ein
kein
e
Slide 9 - Tekstslide
Neue Grammatik
Slide 10 - Tekstslide
Bezittelijk voornaamwoord
Wat is dat ook al weer in het Nederlands?
Wie kan een voorbeeld noemen?
Slide 11 - Tekstslide
Bezittelijk voornaamwoord
mein(e) - dein(e) - sein(e) - ihr(e) - unser(e) - euer(e) -ihr(e) -Ihr(e)
Even oefenen! :)
Slide 12 - Tekstslide
Wat is de vertaling van jouw?
A
mein / meine
B
dein / deine
C
sein / seine
D
ihr / ihre
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de vertaling van hun?
A
unser / unsere
B
euer / eure
C
ihr / ihre
D
Ihr / Ihre
Slide 14 - Quizvraag
mijn
jouw
zijn
haar
mein / meine
dein / deine
sein / seine
ihr / ihre
Slide 15 - Sleepvraag
ons / onze
jullie
hun
uw
unser / unsere
Ihr / Ihre
ihr / ihre
euer / eure
Slide 16 - Sleepvraag
(zijn)
Wo arbeitet ... Opa (m)?
A
sein
B
seine
Slide 17 - Quizvraag
(hun)
... Klasse (v) ist sehr klein.
A
ihr
B
ihre
Slide 18 - Quizvraag
(mijn)
... Mutter (v) heißt Petra.
A
mein
B
meine
Slide 19 - Quizvraag
(uw)
... Auto ist sehr schön.
A
Ihr
B
Ihre
Slide 20 - Quizvraag
Gibt es noch fragen?
Slide 21 - Tekstslide
An die Arbeit
maken oefening 53 t/m 55 van 3.6
Slide 22 - Tekstslide