Week 39 - Theorieles Vorm

VORM
Docent: zie aantekeningen in de slides
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
CKVVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

VORM
Docent: zie aantekeningen in de slides

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderzoek naar logo's en logo ontwerpen
Je leert 11 begrippen die te maken hebben met vorm. 
Je leert deze begrippen toe te passen in vragen over beeldende kunst. 
Je leert ook hoe je deze kennis kunt toepassen in je eigen kunstwerken.
Uitleg over vormaspecten in de beeldende kunst.
Kunstvak
21 - 25 sept
Maak het werkblad over Vorm. 
Kijk je werkblad zelf na. 
Ben je helemaal klaar? Dan mag je verder gaan aan de logo-opdracht.
Moeilijke vragen van het werkblad nabespreken
Maak het werkblad over Vorm thuis af

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Om te zien wat dit schilderij voorstelt, moet je misschien even goed kijken. (Of zelfs de titel lezen). Welke vormen kun je allemaal herkennen?

Drie muzikanten’ is een groot schilderij: het is meer dan twee meter hoog en breed. Links op het schilderij zien we een wit-zwarte figuur die speelt op een grijze klarinet. Hiernaast staat een ander figuur, een harlekijn met geruite kleding aan en in zijn handen een gele gitaar. Het is lastig om zijn gezicht te onderscheiden omdat er verschillende vormen op de plaats van zijn hoofd elkaar overlappen. Helemaal rechts staat een man die gekleed lijkt te zijn in een zwarte mantel met capuchon. Hij heeft een lange grijze baard en in zijn handen heeft hij twee bladen met daarop muzieknoten. Voor de drie figuren staat een houten tafel, maar misschien is het ook wel een piano. De drie figuren komen uit een bekende Italiaanse toneelstijl: Commedia D’ell Arte. Het zijn karakters die vaak in het toneel terugkomen. Maar Picasso had nog een andere reden om deze drie mensen te schilderen. De harlekijn stelt Picasso zelf voor, de klarinetspeler zijn vriend Guillaume Appolinaire en de monnik zijn vriend Max Jacob. Drie jaar voordat Picasso dit schilderij maakte overleed Guillaume Apollinaire aan de Spaanse griep, en in hetzelfde jaar besloot Max Jacob om het klooster in te gaan als monnik. Dit schilderij zou dan ook symbool staan voor het laatste “lied” wat de drie vrienden samen speelden voordat het lot ze uit elkaar trok. 

Picasso heeft de figuren en voorwerpen in dit schilderij geabstraheerd. Dat betekent dat je nog net kunt zien wat het voorstelt, maar het is totaal niet zoals in de werkelijkheid. Hij maakte de vormen meer geometrisch dan ze in de werkelijkheid zijn: hoekige, simpele vormen, rechte lijnen, veel vierkanten en rechthoeken. 

Slide 4 - Tekstslide

Vergelijk dat maar eens met dit schilderij van Jan Toorop. De vormen in zijn schilderij zijn niet geometrisch, maar juist heel vloeiend en onregelmatig. Ze zijn geïnspireerd op vormen uit de natuur: groeiende bomen, kabbelende beekjes en krullige planten. Dat noemen we organisch

Jan Toorop werd geboren op Java en kwam op 13-jarige leeftijd naar Nederland. Hij was een dromerige jongen en tekende heel veel. Omstreeks 1900 werd hij een van de belangrijkste symbolistische kunstenaars. Hij had een heel eigen stijl van parallelle golvende lijnen die wel de 'slaoliestijl' werd genoemd, naar een affiche dat hij maakte voor slaolie. Het kind in de kinderstoel is Toorops dochtertje Charley; zij zou later zelf een belangrijk kunstenaar worden.
Drie muzikanten, Pablo Picasso, 1921

Jan Toorop, De nieuwe generatie, 1892

Slide 5 - Tekstslide

Vorm is een belangrijk beeldaspect in de beeldende kunst. Door bepaalde soorten vormen te kiezen, kun je als kunstenaar de uitstraling van je kunstwerk bepalen. Om goed over kunst te kunnen praten, is het belangrijk dat je een aantal begrippen kunt herkennen en gebruiken. 
Vlak en ruimtelijk
Vlak = plat, met 2 dimensies (hoogte en breedte)





Ruimtelijk = met 3 dimensies (hoogte, breedte en diepte)

Slide 6 - Tekstslide

We maken onderscheid tussen 2- en 3-dimensionale vormen. In de beeldende kunst noemen we dat vlak (2d) en ruimtelijk (3d). Deze vlakke en ruimtelijke basisvormen ken je al van wiskunde:

Geometrische vormen:

Wiskundige (meetkundige) vormen die je kunt tekenen met je geodriehoek en passer

Organische vormen

Grillige, moeilijk meetbare vormen, geïnspireerd op de natuur

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vorm die is geïnspireerd op de natuur, noem je:

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geometrisch of organisch?
A
Geometrisch
B
Organisch

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geometrisch of organisch?
A
Geometrisch
B
Organisch

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geometrisch of organisch?
A
Geometrisch
B
Organisch

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke volgorde denk je dat Mondriaan deze bomen schilderde? Sleep de schilderijen naar het juiste jaartal.
1908
1911
1912

Slide 12 - Sleepvraag

De hier afgebeelde schilderijen zijn gemaakt door een andere beroemde schilder, een Nederlander: Piet Mondriaan. Misschien ken je hem wel als de schilder van die schilderijen met zwarte lijnen en geel / blauw / rode vlakken. Voordat hij zo schilderde, maakte Mondriaan een ontwikkeling door als kunstenaar. In het Gemeentemuseum in Den Haag hangen drie schilderijen van bomen, die duidelijk verschillende fases van zijn ontwikkeling laten zien. 
Piet Mondriaan, De rode boom, 1908

Figuratief

Slide 13 - Tekstslide

Eerst schilderde hij figuratief. Dat betekent dat het iets voorstelt, je kunt duidelijk zien wat het is.
Piet Mondriaan, De grijze boom, 1911

Geabstraheerd

Slide 14 - Tekstslide

De lijnen en vlakken van het schilderij begonnen Mondriaan steeds meer te interesseren. Hij maakte dit schilderij van een geabstraheerde boom: je kunt nog net zien wat het voorstelt, maar het is totaal niet meer zoals in de werkelijkheid. 
Piet Mondriaan, Bloeiende appelboom, 1912

Abstract

Slide 15 - Tekstslide

Nog een jaar later schilderde hij dit doek. De boom is niet meer te herkennen, behalve als je de voorgaande schilderijen ook kent (of misschien aan de titel). Het schilderij is volledig abstract: het stelt niets voor, het gaat om de kleuren / vormen / lijnen / materialen.


Abstraheren = een voorwerp abstract(er) maken
Figuratief
(herkenbare 
voorstelling)
Geabstraheerd 
(je kunt nog net zien wat het voorstelt) 

Abstract
(zonder herkenbare voorstelling)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stileren


Alleen de belangrijkste kenmerken van de vorm zijn nog te zien, overbodige details zijn weggelaten. 
(zoals bij logo's)

Slide 17 - Tekstslide

Een gestileerde vorm ontstaat door vereenvoudiging. Alleen de belangrijkste kenmerken van de vorm zijn nog te zien, overbodige details zijn weggelaten.
Een voorbeeld van stileren is het ontwerpen van een logo: je kunt hierbij nooit veel details gebruiken, omdat het logo ook van van veraf of in het klein herkenbaar moet zijn.

Symmetrisch

Slide 18 - Tekstslide

Een vorm is symmetrisch als je er een denkbeeldige lijn doorheen kunt trekken en dan zijn beide helften gelijk. (Niet 100 %, maar ongeveer.) 
Symmetrisch
Asymmetrisch

Slide 19 - Tekstslide

Een gezicht is altijd (min of meer) symmetrisch. Als een kunstenaar een portret expres assymmetrisch (niet symmetrisch) maakt, heeft dat een bepaald effect. 
Restvorm
De ruimte die overblijft om de vorm heen

Slide 20 - Tekstslide

Als je iets tekent blijft er ook altijd een gedeelte ‘over’. Dit stuk van de afbeelding noem je de restvorm: de ruimte die overblijft om de vorm heen. Soms is het niet helemaal duidelijk wat nou de vorm is en wat de restvorm (zoals bij bovenstaande optische illusie).
Als je een linosnede maakt ben je ook steeds bezig met de restvorm, dat is namelijk het stuk dat je wegsnijdt

Een standbeeld dat duidelijk iets voorstelt, is:

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit schilderij van Kandinsky heeft geen herkenbare voorstelling. Het is...
A
Figuratief
B
Abstract
C
Geabstraheerd
D
Gestileerd

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je de Vaas van Rubin,
een optische illusie.
Met welk vormaspect wordt hier gespeeld?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Maak het werkblad over Vorm.
Kijk het werkblad na + verbeteren.
Helemaal klaar? Ga dan verder met de logo-opdracht.


Theorie SO: in de week 12-16 oktober
Leren: de theorie, begrippen & het werkblad. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie

Hoe is het werken gegaan? 
Is alles duidelijk of heb je nog een vraag?

+ inzetcijfer

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies