Samenvatting Stoffen en Materialen

Samenvatting H2



Stoffen en Materialen

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2,3

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting H2



Stoffen en Materialen

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben jullie gehad:
Kader:  Introductie,   Stoffen in huis, Zuivere stoffen en Mengsels,  Massa en Volume,  DIchtheid

Basis: Introductie, Stoffen thuis en op school, Eigenschappen van stoffen, Metalen, Glas-hout-keramiek, Kunststoffen, Stoffen en Veiligheid


Slide 2 - Tekstslide

Deze les gaan we oefenen met:
  • Grootheden
  • Eenheden


  • Dichtheid
  • Stofeigenschappen


Slide 3 - Tekstslide

Grootheid
Is iets wat je kunt opmeten met een instrument.
Het zegt zelf niet hoeveel ik van iets heb maar wat ik wil meten.
Voorbeeld: afstand, bloeddruk, gewicht, spanning, kracht. 

Slide 4 - Tekstslide

Eenheid
Onthouden: Bij NaSk is een getal nooit alleen: 
Het heeft altijd een maatje: de eenheid
De eenheid is een afgesproken maat: bijvoorbeeld meter
m

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
De      lengte     is    1      meter
Grootheid
getal
eenheid

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld 2
De      geluidssterkte     is    100      deciBell
Grootheid
getal
eenheid

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld 3

Slide 8 - Tekstslide

Bij NaSk is een getal nooit alleen: het heeft altijd een maatje: de eenheid
Welk van de onderstaande antwoord geeft een eenheid weer
A
afstand
B
muur
C
meter
D
2

Slide 9 - Quizvraag

De afstand tot de muur is 2 meter.
Wat is hier de grootheid ?
A
afstand
B
muur
C
meter
D
2

Slide 10 - Quizvraag

De afstand tot de muur is 2 meter.
Wat is hier de eenheid ?
A
afstand
B
muur
C
meter
D
2

Slide 11 - Quizvraag

Een eenheid van volume is:
A
Kilogram
B
Newton
C
Meter
D
kubieke centimeter

Slide 12 - Quizvraag

Grootheid 
Eenheid
mm
tijd
kilogram
massa

Slide 13 - Sleepvraag

Een grootheid kan meerdere eenheden hebben. 
Eenheden van dezelfde grootheid kan je omrekenen:

Slide 14 - Tekstslide

Omrekenen:
Hoeveel gram is gelijk aan 1 kg?
A
1 g
B
10 g
C
100 g
D
1000 g

Slide 15 - Quizvraag

Rekenen met oppervlakte:

Een rechthoek heeft een basis van 3 dm en een hoogte van 20 cm. Wat is de oppervlakte van deze rechthoek?
A
60 cm2
B
600 cm2
C
20 cm2
D
200 cm2

Slide 16 - Quizvraag

Omrekenen:
Hoeveel kg is gelijk aan van 100 hg?
A
10 kg
B
100 kg
C
0,1 kg
D
0,001 kg

Slide 17 - Quizvraag

Omrekenen:
Hoeveel milligram is gelijk aan van 1,0 kg
A
100 mg
B
1000 mg
C
100 000 mg
D
1 000 000 mg

Slide 18 - Quizvraag

Dichtheid

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video


Op de afbeelding hiernaast zie je 2 sinaasappels in water. 

Welke dichtheid is het grootst?
A
Die van water
B
die van de ongepelde sinaasappel
C
die van de gepelde sinaasappel
D
Die van lucht

Slide 21 - Quizvraag

Erica wil snel onderzoeken of ijzer zwaarder of lichter is dan aluminium.
Ze moet dan opletten dat de stukjes die ze gaat vergelijken:
A
Even groot zijn
B
Even zwaar zijn
C
Even warm zijn
D
Even hard zijn

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de dichtheid van een blokje materiaal dat een volume heeft van 25 cm3 en een massa van 125 g
A
25 cm3
B
0,5 g
C
125 g
D
5 g/cm3

Slide 23 - Quizvraag

cm3
gram
gram/cm3
massa
volume
dichtheid

Slide 24 - Sleepvraag

zuivere stoffen en mengsels

Kenmerk van een zuivere stof

Kenmerk van een mengsel

Slide 25 - Tekstslide

De meeste stoffen om ons heen zijn
A
Mengsels
B
Suspensies
C
Emulsies
D
Zuivere stoffen

Slide 26 - Quizvraag

Een onoplosbare vaste stof is gemengd met een vloeistof.
Met welke methode kun je dit mengsel scheiden?
A
absorberen
B
extraheren
C
filteren
D
indampen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is waar
A
Een molecuul kun je nooit scheiden
B
Moleculen hebben altijd dezelfde atomen
C
Moleculen kun je sorteren
D
Het is niet nuttig moleculen te scheiden.

Slide 28 - Quizvraag

Deze les gaan we oefenen met:
  • stoffen en stofeigenschappen
  • fasen
  • scheidingsmethoden


Slide 29 - Tekstslide

Waaraan kan je stoffen die je thuis hebt herkennen.

Slide 30 - Woordweb

Synthetische stoffen zijn anders dan stoffen uit de natuur
A
juist
B
onjuist

Slide 31 - Quizvraag

stofeigenschap
grootheid
Lengte
Dichtheid
Massa
Kleur
Fase van een stof

Slide 32 - Sleepvraag

Welke fase?
Vast
Vloeibaar
Gasvormig

Slide 33 - Sleepvraag

1.
2.
3
4.
5.
6.
rijpen
vervluchtigen
smelten
stollen
condenseren
verdampen

Slide 34 - Sleepvraag

gasvormig
vloeibaar
vast
Regen
Wolken
Sneeuw
Hagel
Waterdamp
Mist
Lucht

Slide 35 - Sleepvraag

Mengsels scheiden

Slide 36 - Tekstslide

Scheidingsmethode
Welk soort mengsel scheid je?
Suspensie
Oplossing
Emulsie
Twee vaste stoffen
Destilleren
Filteren en zeven
Indampen
Extraheren
Adsorberen
Bezinken en afschenken

Slide 37 - Sleepvraag

Elke scheidingsmethode berust op een verschil in stofeigenschap. Sleep de eigenschappen naar je juiste scheidingsmethode.
Filtreren
Extraheren
Destilleren
Bezinken en afgieten
Deeltjesgrootte
Dichtheid
Kookpunt
Oplossingsvermogen

Slide 38 - Sleepvraag

water
koffiedik
koffie
filtraat
oplosmiddel
residu

Slide 39 - Sleepvraag

Nog vragen?
Anders tot de volgende keer!

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide