H12 Evolutie

1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat wordt er met deze afbeelding bedoeld?
A
Dat mensen van de apen afstammen
B
Dat mensen en apen gemeenschappelijke voorouders hebben.
C
Dat er door micro-evolutie nieuwe soorten zijn ontstaan
D
Dat er veel apen zijn.

Slide 11 - Quizvraag

Hier zie je een stamboom die de afstamming van beren weergeeft
volgens de evolutietheorie. Kai Lin doet twee uitspraken:
1 De lippenbeer is meer verwant aan de bruine beer dan aan de brilbeer.
2 De voorouders van de reuzenpanda begonnen hun ontwikkeling als aparte groep meer dan 24 miljoen jaar geleden.

Zijn deze uitspraken juist volgens de gegevens in de stamboom?
A
Alleen uitspraak 1
B
Alleen uitspraak 2
C
Beide uitspraken
D
Geen van beide uitspraken

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Lees de informatie over het vogelbekdier

In de stamboom hiernaast zijn drie plaatsen aangegeven met de letters Q, R en S. Welke letter geeft de plaats van de muis aan volgens de informatie?
A
Letter Q
B
Letter R
C
Letter S

Slide 14 - Quizvraag

Lees de informatie over het vogelbekdier

Hoe heet de Periode waarin de buidelrat en het vogelbekdier voor het laatst een gemeenschappelijke voorouder hadden volgens de informatie?
A
Cenozoïcum
B
Mesozoïcum
C
Paleozoïcum

Slide 15 - Quizvraag

Kinkhoest
Kinkhoest is een zeer besmettelijke ziekte van de luchtwegen die wordt veroorzaakt door een bacterie. Sinds 1952 worden kinderen in Nederland tegen deze ziekte ingeënt. Sinds 1996 komt kinkhoest toch weer regelmatig voor.

De toename van het aantal kinkhoestgevallen vanaf 1996 was het gevolg van verandering in het DNA van de kinkhoestbacterie. Het gebruikte vaccin leverde toen geen goede immuniteit meer op tegen de veranderde bacterie.

Slide 16 - Tekstslide

Lees de informatie over kinkhoest


Hoe wordt zo’n verandering in het DNA genoemd?
Kinkhoest
Kinkhoest is een zeer besmettelijke ziekte van de luchtwegen die wordt veroorzaakt door een bacterie. Sinds 1952 worden kinderen in Nederland tegen deze ziekte ingeënt. Sinds 1996 komt kinkhoest toch weer regelmatig voor.

De toename van het aantal kinkhoestgevallen vanaf 1996 was het gevolg van verandering in het DNA van de kinkhoestbacterie. Het gebruikte vaccin leverde toen geen goede immuniteit meer op tegen de veranderde bacterie.

Slide 17 - Open vraag

Griepvirussen
Griepvirussen komen in verschillende varianten voor, bijvoorbeeld H1N1, H3N2 en H5N1. De letters H en N geven twee verschillende antigenen van het virus aan. De cijfers achter de letters geven verschillende vormen van die antigenen aan

In de tabel staan enkele verschillen tussen de griepvarianten H1N1 en H5N1. Als twee verschillende griepvirussen met elkaar in aanraking komen, kunnen ze erfelijk materiaal uitwisselen.

Slide 18 - Tekstslide


Leg met behulp van bovenstaande informatie uit waardoor H5N1 gevaarlijker kan worden voor mensen als dit virus erfelijk materiaal overneemt van H1N1

Slide 19 - Open vraag

Olifanten
bekijk deze afbeelding goed en beantwoord de volgende vragen.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is de laatste uitgestorven soort olifant? En in welk tijdperk was dat?
A
Stegodon, in het Pleistoceen
B
Loxodonta in het Holoceen
C
Mammuthus in het Holoceen
D
Mammut in het Pleistoceen

Slide 21 - Quizvraag

Is aan deze grafiek te zien wat de reden was dat olifantensoorten uitstierven?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

hoeveel verschillende soorten olifanten leefden er in het
Plioceen?
A
8
B
9
C
10
D
11

Slide 23 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding en maak dan de volgende vraag

Slide 24 - Tekstslide

In de afbeelding is een stamboom van het plantenrijk te zien. Welk van de onderstaande antwoorden is juist?
A
Bij bladmossen zijn vaatbundels te zien
B
Bij wolfsklauwen zijn vaatbundels te zien
C
Vanaf wolfsklauwen zijn vaatbundels te zien
D
Vanaf bladmossen zijn vaatbundels te zien

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding en maak de volgende vragen, Het is een grafiek waarin te zien is hoeveel soorten gewervelde dieren er waren in een bepaald tijdperk.

Slide 26 - Tekstslide

In welke periode was, volgens de
afbeelding, het grootste aantal soorten
amfibieën aanwezig?
A
Perm
B
Carboon
C
Devoon
D
Trias

Slide 27 - Quizvraag

Uit welke gewervelde dieren
zijn de vogels ontstaan?
A
amfibien
B
reptielen
C
vogels
D
zoogdieren

Slide 28 - Quizvraag

Zijn zoogdieren meer verwant
aan reptielen of meer verwant
aan vogels?
A
reptielen
B
vogels
C
aan deze afbeelding niet te zien.

Slide 29 - Quizvraag

Waren er in het Perm meer
soorten amfibieën dan in het Neozoïcum?
A
ja
B
nee
C
aan deze afbeelding niet te zien.

Slide 30 - Quizvraag

Waren er in het Devoon meer
soorten landdieren, dan nu?
A
ja
B
nee
C
aan deze afbeelding niet te zien.

Slide 31 - Quizvraag

Zijn er reptielen of amfibieën uitgestorven in het Krijt?
A
Er zijn alleen amfibieen uitgestorven.
B
Er zijn alleen reptielen uitgestorven
C
Zowel amfibieen als reptielen zijn uitgestorven
D
aan deze afbeelding niet te zien.

Slide 32 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding goed, lees de tekst op de volgende sheet en beantwoord de vragen

Slide 33 - Tekstslide

Hawaï
Hawaï is een groep eilanden in de Stille Oceaan. Ze zijn op verschillende tijdstippen in het verleden door vulkaanuitbarstingen ontstaan. Soms ontstonden een paar eilanden op hetzelfde moment. Zo zijn Molokai, Lanai, Kahoolawe en Maui even oud.
Op de eilanden komen veel verschillende soorten fruitvliegen voor. In het verleden zijn fruitvliegen ook wel van het ene eiland naar het andere eiland gegaan. Dit wordt migratie genoemd (zie de afbeelding). Na migratie zijn dan door evolutie nieuwe soorten ontstaan op het andere eiland.

Slide 34 - Tekstslide

Wanneer er migratie tussen twee eilanden
heeft plaatsgevonden, was dat altijd in
twee richtingen.
A
juist
B
onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Er zijn evenveel fruitvliegsoorten
uit Oahu gemigreerd als er soorten
heen zijn gegaan.
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Op Aohu zijn de meeste
soorten fruitvliegen te vinden.
A
juist
B
onjuist

Slide 37 - Quizvraag

Vanaf Mauna Kea zijn geen fruitvliegen gemigreerd.
A
juist
B
onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Er zijn meer fruitvliegjes uit Molokai
gemigreerd, dan er fruitvliegjes naar
toe zijn gemigreerd.
A
juist
B
onjuist

Slide 39 - Quizvraag

Varkensachtigen
In de afbeelding is de ontwikkeling van varkensachtigen volgens de evolutietheorie weergegeven.

Beantwoord de volgende vragen.

Slide 40 - Tekstslide

Hoeveel groepen varkensachtigen
waren er aan het eind van het oligoceen?
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 41 - Quizvraag

Is het Wild zwijn meest verwant aan
het Hertzwijn, Wrattenzwijn,
Reuzenboszwijn of Dwergzwijn?
A
Hertzwijn
B
Wrattenzwijn
C
Reuzenboszwijn
D
Dwergzwijn

Slide 42 - Quizvraag

Geef de naam van het tijdperk waarin Chieuastrochoerus is uitgestorven.
A
Eoceen
B
Oligoceen
C
Mioceen
D
Plioceen

Slide 43 - Quizvraag