In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.
Lesduur is: 30 min
Introductie
Je leert in deze les dat je je kunt verzekeren tegen de financiële gevolgen van een schade. Je leert wat een premie is, en wat het eigen risico daar voor invloed op heeft.
Onderdelen in deze les
4 mavo
1.4 Het boodschappenmandje van het CBS
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling lesdoelen 1.3
Wat is inflatie?
Hoe word je koopkracht groter of kleiner?
Welke oorzaken zijn er voor inflatie?
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen 1.4
Hoe kan het CBS de inflatie vaststellen?
Wat is het Consumentenprijsindexcijfer (CPI)?
Hoe bereken je het CPI?
Slide 3 - Tekstslide
ConsumentenPrijsIndexcijfer (CPI)
Slide 4 - Woordweb
Slide 5 - Video
Slide 6 - Video
CBS
CBS berekend:
Inflatie
Deflatie
Inflatie:
een algemene stijging van de prijzen
Deflatie:
een algemene daling van de prijzen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Indexcijfer
Een getal dat aangeeft hoeveel iets in een bepaalde periode is veranderd ten opzichte van een afgesproken tijdstip. Dit afgesproken tijdstip noem het het basisjaar en krijgt het indexcijfer 100.
Slide 9 - Tekstslide
Indexcijfer bereken
Het jaar waar je vanuit gaat is het BASISJAAR (100)
Nieuwe indexcijfer = nieuw getal : getal in basisjaar x 100
VOORBEELD:
De prijs van een t-shirt was in 2010 € 12,50 (basisjaar) en in 2015 € 14,75. Bereken het indexcijfer van 2015.
>> € 14,75 : € 12,50 x 100 = 118 (indexcijfer)
Slide 10 - Tekstslide
Consumentenprijsindexcijfer
Prijsontwikkeling van goederen en diensten.
Slide 11 - Tekstslide
CPI (1)
Slide 12 - Tekstslide
CPI (samengesteld ongewogen)
Slide 13 - Tekstslide
CPI (samengesteld gewogen)
Slide 14 - Tekstslide
Consumentenprijsindex (samengesteld gewogen)
Stappen om het cpi te berekenen:
Vermenigvuldig het indexcijfer van iedere artikelgroep met de bijbehorende wegingsfactor.
Tel alle uitkomsten van stap 1 bij elkaar op.
Deel je uitkomst van stap 2 door het totaal van alle wegingen
CBS: ... stijgt voor derde maand op rij. In maart was de prijsstijging voor consumenten nog 0,4%. De prijzen zijn vanaf februari iedere maand 0,2% meer toegenomen. Dit maakt het CBS vandaag bekend. Welk woord moet op de ... komen?
A
inflatie
B
deflatie
C
koopkracht
D
prijsindexcijfer
Slide 18 - Quizvraag
A
In 2016 is het CPI 103
B
In 2016 is het CPI 105
C
In 2016 is het CPI 113
Slide 19 - Quizvraag
Wat heb je geleerd?
Slide 20 - Tekstslide
De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017. Wat is het indexcijfer?
A
101
B
102
C
103
D
104
Slide 21 - Quizvraag
Bereken het CPI voor dit jaar.
Slide 22 - Open vraag
Wat is inflatie?
Slide 23 - Open vraag
Hoe word je koopkracht groter of kleiner?
Slide 24 - Open vraag
Welke oorzaken zijn er voor inflatie?
Slide 25 - Open vraag
https:
Slide 26 - Link
www.meneerjetten.nl
Slide 27 - Link
Slide 28 - Video
Extra uitleg
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
Slide 32 - Video
www.cbs.nl
Slide 33 - Link
Slide 34 - Video
Extra oefening
Slide 35 - Tekstslide
1. Bekijk opdracht 6 t/m 9 op bladzijde 32 van 'Rekenen' en maak diegene die jij lastig vindt.
2. Bekijk opdracht 21 t/m 30 op bladzijde 30 van 'oefenopgaven' en maak diegene die jij lastig vindt.
Slide 36 - Tekstslide
Extra uitdaging
Slide 37 - Tekstslide
Examentraining
Daag jezelf uit en probeer opdracht 1 t/m 7op bladzijde 34, 35 en 36 te maken.