Het Nederlandse landschap is opgebouwd door ijs, wind , de zee en rivieren.
Waar zie je de invloed van het water?
En hoe zien die landschappen eruit?
Slide 3 - Tekstslide
Hoog en Laag Nederland
NAP = Normaal Amsterdams Peil
Gemiddelde hoogte van vloed in Amsterdam voor Afsluitdijk.
Hoog Nederland
Land hoger dan 1m. NAP
Laag Nederland
Land lager dan 1m. NAP
Duinen
5000 jaar
geleden
Slide 4 - Tekstslide
Hoog en Laag Nederland
Soms brak de zee door in gebied achter de duinen= Zeeklei
Soms geen zeewater, maar rivier water = moerasvorming door plantengroei.
Veenvorming
Slide 5 - Tekstslide
Sedimentatie
Rivieren die langzamer gaan stromen omdat ze door een vlakker gebied gaan stromen (benedenloop) die gaan sedimenteren.
Slide 6 - Tekstslide
Sedimentatie
Sedimenteren is het proces waarbij de korrels van het zand, klei etc. worden neergelegd door de rivier.
Slide 7 - Tekstslide
Delta
Wanneer een rivier uitmondt in de zee dan laat de rivier bij deze uitmonding allerlei materiaal liggen. Hierdoor ontstaan er nieuwe lagen onderwater en uiteindelijk een delta!
Slide 8 - Tekstslide
Kom en oeverwal
Een rivier vervoert water en slib. Door sedimentatie van zand ontstaat dicht bij de rivier een oeverwal.
Verder van de rivier bezinken de kleideeltjes: komgronden.
Slide 9 - Tekstslide
IIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIIIIIII
IIIIIIIIIIIIIII
Uiterwaarden
Rivier
Zomerdijk
Winterdijk
Dorp
Kribben
Slide 10 - Tekstslide
Wiel of kolk = dijkdoorbraakgat
Slide 11 - Tekstslide
Wonen bij een rivier
De eerste bewoners woonden op de oeverwallen. Dat was het hoogste en meest veilig.
Sommige mensen bouwden hun huis op een terp.
Na 1300 gingen mensen dijken bouwen, ze bouwden de winterdijk op het hoogste punt van de oeverwal.
Later bouwden de mensen een dijk dichtbij de rivier, de zomerdijk.
Slide 12 - Tekstslide
Hoofdstuk 7 paragraaf 1
Maken:
Opdracht 1 t/m 8
Opdr. 1 is topografie.
Slide 13 - Tekstslide
3 soorten polders
Slide 14 - Tekstslide
Polder
een gebied waar de mens de waterstand regelt
dit kan door een molen of een gemaal
niet pompen = vol lopen van de polder = verzuipen
Slide 15 - Tekstslide
Vraag 4
Slide 16 - Tekstslide
Vraag 5
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Maken
Hoofdstuk 7 paragraaf 3 opdr 3,4 - 7 t/m 10
Slide 19 - Tekstslide
Wat hebben we tot nu toe gehad
Slide 20 - Tekstslide
Grondwater in de duinen
Zoet water in de duinen wordt gebruikt voor drinkwater.
Zout en zout water gemengd = brakwater (niet geschikt als drinkwater)