Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Voornaamwoorden - grammar 1 en 2
Voornaamwoorden
Persoonlijke, bezittelijke en vragende voornaamwoorden
Grammar 1 & 2 theme 1
KM1
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k, mavo
Leerjaar 1
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Voornaamwoorden
Persoonlijke, bezittelijke en vragende voornaamwoorden
Grammar 1 & 2 theme 1
KM1
Slide 1 - Tekstslide
Leg uit wat een voornaamwoord is.
Slide 2 - Open vraag
Voornaamwoorden
Een woord dat verwijst naar personen, dieren en dingen zonder die met name te noemen.
Ze komen in plaats van een zelfstandig naamwoord.
Ze hebben zelf niet echt betekenis, maar verwijzen naar woorden die wel betekenis hebben.
Slide 3 - Tekstslide
Persoonlijke voornaamwoorden
I ik
you jij/u/jullie
he hij
she zij
it het
we wij
they zij
Slide 4 - Tekstslide
Examples - Voorbeelden
You
are Peter.
I
am a girl.
He
is twelve years old.
We
live in Holten.
Slide 5 - Tekstslide
Bezittelijke voornaamwoorden
my mijn
your jouw/uw/ jullie
his zijn
her haar
its zijn/haar
our onze
Their hun
Slide 6 - Tekstslide
Examples - voorbeelden
My
dog is called Rex.
Your
first name is Allen.
Our
house is under construction.
Their
names are Robin and Kim.
Slide 7 - Tekstslide
It en Its
Gebruik je voor dingen en dieren/personen waarvan je het geslacht niet weet.
It has a long tail (dier).
The dog is black and white and its tail has brown spots.
Slide 8 - Tekstslide
Vragende voornaamwoorden
wie who
wat what
waar where
wanneer when
waarom why
hoe how
welk(e) which
Slide 9 - Tekstslide
Vragende voornaamwoorden
De vragende voornaamwoorden staan altijd aan het begin van de dag.
Which gebruik je als je een keuze kunt maken.
Which colour do you like, red or blue?
Slide 10 - Tekstslide
Rijtjes stampen
Leer deze twee rijtjes met voornaamwoorden, zodat je deze in de komende jaren kunt gebruiken in Engelse zinnen.
Deze les kun je terug vinden in je klas in je lesson up account.
Slide 11 - Tekstslide
_____ are my friends. Their names are Brian and Susan.
A
He
B
I
C
They
D
You
Slide 12 - Quizvraag
____ is your favourite colour? Mine is red.
A
What
B
Which
C
Where
D
When
Slide 13 - Quizvraag
Oefeningen
Deze grammatica heb je nodig voor oefeningen 12 t/m 15 van theme 1.
Slide 14 - Tekstslide