Toetsbespreking H2 en §3.5
1 / 12
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Als je 12 L oplossing wilt maken, hoeveel L timebuster heb je dan nodig?
A
36
B
3
C
4
D
12
Slide 3 - Quizvraag
Slide 4 - Tekstslide
Uit welk gegeven van het etiket blijkt dat timebuster een base is?
Slide 5 - Open vraag
Hoe verandert de pH als je een oplossing maakt van 1: 10 (dus 1 deel timebuster en 10 delen water)
A
de pH wordt lager
B
de pH verandert niet
C
de pH wordt hoger
Slide 6 - Quizvraag
"als bron voor drinkwater haalt DZH water uit de rivier de Maas". Hoe wordt dit soort water genoemd?
Slide 7 - Open vraag
Welk nadeel heeft hard water ten opzichte van zacht water?
A
Bij het wassen met hard water is meer zeep nodig dan bij wassen met zacht water
B
Hard water is slechter voor de gezondheid dan zacht water
C
Hard water is troebel en zacht water niet
Slide 8 - Quizvraag
1,0 DH komt overeen met 7,1 gram kalk per 1 m3.
Reken uit hoeveel kg kalk er uit gehaald wordt bij het ontharden van 100 m3 water. (geef je antwoord in 1 decimaal)
Gegeven uit de tekst: De hardheid van water wordt teruggebracht van 13,0 DH naar 8,5 DH.
Reken uit hoeveel kg kalk er uit gehaald wordt bij het ontharden van 100 m3 water. (geef je antwoord in 1 decimaal)
Gegeven uit de tekst: De hardheid van water wordt teruggebracht van 13,0 DH naar 8,5 DH.
Slide 9 - Open vraag
Welke grootheid onderzoek je wanneer je het aantal mg vitamine C per mL appelsap bepaalt?
A
Concentratie
B
Dichtheid
C
Massapercentage
D
Volumepercentage
Slide 10 - Quizvraag
Gletsjer= ijs op een berg.
Welk soort water zit in gletsjers vastgelegd?
Welk soort water zit in gletsjers vastgelegd?
A
grondwater
B
regenwater
C
rivierwater
D
zeewater
Slide 11 - Quizvraag
Welk giftig gas ontstaat er als je bleekmiddel mengt met een zuur?