2.3 massa en volume

2.3 massa en volume
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

2.3 massa en volume

Slide 1 - Tekstslide

H2.3 Massa en volume

Slide 2 - Tekstslide

Doel
  • Is er een verband tussen massa en volume. 
  • Je weet waarin we de massa meten; gram of kilogram van een voorwerp of van een soort materiaal.  
  • Je weet waarin we het volume meten; liter of kubieke meter.
  • En hoe we deze eenheden gebruiken, hoe je die eenheden kunt omrekenen. 

Slide 3 - Tekstslide

Volume

Slide 4 - Tekstslide

Reken om
3 ml = ……. cm3

Slide 5 - Open vraag

Reken om
870 ml = ……. L


Slide 6 - Open vraag

Reken om
490 ml = ……. dm3

Slide 7 - Open vraag

Reken om
0,021 cm3 = ……. mm3

Slide 8 - Open vraag

Volume bepalen van een balk

Slide 9 - Tekstslide

Bepaal het volume van het volgende voorwerp. Ga er van uit de afmetingen in cm zijn.

Slide 10 - Open vraag

Volume bepalen onderdompel methode

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Massa
Gewicht

Slide 13 - Tekstslide

Massa

Slide 14 - Tekstslide

massa
massa zegt iets over de deetjes waar een stof uit bestaat.
Hoe zwaar iets weegt in kilogram of gram
Massa meet je met een weegschaal

Slide 15 - Tekstslide

volume
Volume zegt iets hoeveel ruimte een voorwerp inneemt (inhoud)
De eenheid van volume is liter of kubieke meter
Deze kun je berekenen (lengte x breedte x hoogte)
of bepalen met de onderdompelmethode

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

De eenheid van massa kan zijn...
A
Liter
B
Centimeter
C
Gram

Slide 18 - Quizvraag

Wat heeft meer massa (in normale toestand)?
1m3verenof1m3lood
A
De veren hebben de grootste massa.
B
Het lood heeft de grootste massa.
C
Beiden hebben een even grote massa.
D
Weet ik niet.

Slide 19 - Quizvraag

Massa bepaal je met een
A
liniaal
B
geodriehoek
C
weegschaal
D
maatcilinder

Slide 20 - Quizvraag

Welk symbool hoort bij massa ?
A
M
B
N
C
m
D
G

Slide 21 - Quizvraag

Welke eenheid hoort bij volume?
A
Uur
B
Liter
C
Kelvin
D
Seconde

Slide 22 - Quizvraag

Het symbool van volume is
A
V
B
L
C
v
D
dm3

Slide 23 - Quizvraag

Gaan we nu kijken naar het volume.
Wat is een ander woord voor volume?
A
oppervlakte
B
maat
C
inhoud
D
grootte

Slide 24 - Quizvraag

De formule voor volume is...
A
l x b x h
B
m/v
C
p x v

Slide 25 - Quizvraag

beginstand: 15 mL
eindstand: 24 mL
Volume?
A
10 cm3
B
14 cm3
C
9 cm3
D
11 cm3

Slide 26 - Quizvraag

Waarom heb ik deze afbeelding gekozen bij het onderwerp dichtheid?

Slide 27 - Open vraag

Over welk onderwerp zou je nog extra uitleg willen hebben?

Slide 28 - Open vraag

lezen paragraaf 2.3 van je (digitale) boek

Slide 29 - Tekstslide

maken
Opgaven 1 tm 13

Slide 30 - Tekstslide