VWO3 par 1.3 en 1.4

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t, vwo
• Leerjaar 3

Leerdoelen:

win-win situatie kunnen uitleggen

soorten geld kunnen benoemen

functies van geld kunnen noemen

Soorten geld:

*Chartaal geld: munten en bankbiljetten
(in handenvan consumenten en bedrijven)

*Giraal geld: geld op betaalrekeningen

Functies van geld

Ruilmiddel

Rekenmiddel

Spaarmiddel

Win-win situatie

Klant                                    Verkoopprijs                               Verkoper

max € 25                                  € 20                                          min € 17,50

                  voordeel € 5                          voordeel € 2,50

Er is sprake van een win-win situatie indien

1. de koper voordeel heeft
2. de verkoper voordeel heeft
3. indien zowel de koper als verkoper voordeel hebben

Wanneer er veel concurrentie is heeft

1. de consument het meeste voordeel
2. de producent het meeste voordeel
3. hebben beiden evenveel voordeel

Chartaal geld bestaat uit

1. munten en bankbiljetten
2. geld op bankrekeningen
3. geld op bankrekeningen en spaarrekeningen

Giraal geld bestaat uit

1. munten en bankbiljetten
2. geld op bankrekeningen
3. geld op bankrekeningen en spaarrekeningen

Een product kost in de winkel € 1,99.
Geld heeft hier de functie van

1. ruilmiddel
2. rekenmiddel
3. spaarmiddel

Jeroen neemt € 50 op bij een geldautomaat.

1. Hoeveelheid chartaal geld daalt, hoeveelheid giraal geld blijft gelijk
2. Hoeveelheid chartaal geld stijgt, hoeveelheid giraal geld daalt
3. Hoeveelheid chartaal geld stijgt, hoeveelheid giraal geld stijgt

Evaluatie

De leerling kan een win-win situatie beschrijven

De leerling kent de soorten geld.

De leerling kan de functies van geld noemen en ze in situaties benoemen.