Vocab B4

Vocab B4
en beetje stones
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Vocab B4
en beetje stones

Slide 1 - Tekstslide

amazing
A
geweldig
B
favoriet

Slide 2 - Quizvraag

incredible
A
favoriet
B
ongelofelijk

Slide 3 - Quizvraag

tall
A
doel
B
lang

Slide 4 - Quizvraag

doodeng

Slide 5 - Open vraag

winnaar

Slide 6 - Open vraag

vaardigheid

Slide 7 - Open vraag

De schuld geven
Wanhopig
geruststellen
vetrouwen op
rely on
desperate
blame
reassure

Slide 8 - Sleepvraag

Someone who wins a game or competition
When something is really scary.
The value of something or someone.
When something cannot be beaten.
winner
unbeatable
worth
terrifying

Slide 9 - Sleepvraag

Uiterlijk

Slide 10 - Open vraag

evenement

Slide 11 - Open vraag

rolmodel, voorbeeld

Slide 12 - Open vraag

aanraken

Slide 13 - Open vraag

appearance
A
uiterlijk
B
zelverzekerdheid

Slide 14 - Quizvraag

major
A
groot
B
kans

Slide 15 - Quizvraag

overnight
A
zomaar ineens
B
stukje

Slide 16 - Quizvraag

Als je dat gedaan hebt, controleer je touw.

Slide 17 - Open vraag

Als er iets is wat ik kan doen, kun je op mij vertrouwen.

Slide 18 - Open vraag

Wat zit je dwars?

Slide 19 - Open vraag

Geef jezelf niet de schuld.

Slide 20 - Open vraag

Dit is mijn eerste keer ....
Voordat je ... gaat
Als je dat gedaan hebt
Wees je bewust van je omgeving
This is my first time...
Before you go to ...
When you've done that
Be aware of your surroundings

Slide 21 - Sleepvraag

Before you go through the forrest get shoes that fit well.
If you need someone to talk to, call me.
When you've done that, check the weather forecast.
What's bothering you? You seem a bit upset.

Slide 22 - Sleepvraag

Wie
doet
wat
waar
waar
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight

Slide 23 - Sleepvraag

wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training

every Sunday

their son

Slide 24 - Sleepvraag

1. He _________ listens __________ to the radio.

2. They ___________ read ___________ a book.

3. Tom _________ is _________ very friendly. 

4. Pete _________ gets _________ angry. 

5. We _________ are _________ on time. 
Sleep het bijwoord op de juiste plek
often
sometimes
usually
never
always

Slide 25 - Sleepvraag

Choose the sentence with the correct word order.
A
They often go out in the weekends.
B
They go often out in the weekends.

Slide 26 - Quizvraag

Choose the sentence with the correct word order.
A
We are never in a position to complain.
B
We never are in a position to complain.

Slide 27 - Quizvraag

Maak de vraag:
Michael can work very hard.

Slide 28 - Open vraag

They would like to have some candy.

Slide 29 - Open vraag

They should go to the doctor.

Slide 30 - Open vraag

He is working very hard.

Slide 31 - Open vraag

Maak de ontkenning:
He can work with him.

Slide 32 - Open vraag

They should work together.

Slide 33 - Open vraag

They are going to work.

Slide 34 - Open vraag

He would like to go to Paris.

Slide 35 - Open vraag

wie?
doet?
wat?
waar?
wanneer?
Word Order
we
in the park
go
roller-skating
every Saturday

Slide 36 - Sleepvraag

Word Order
where
are
you
living
now?

Slide 37 - Sleepvraag

Word Order
where
are
you
living
now?

Slide 38 - Sleepvraag

Word Order
are
they
staying
fit
winter?
during

Slide 39 - Sleepvraag

Correct word order:
her / in town / yesterday / I / met.

Slide 40 - Open vraag

Correct word order:
celebrate - I - in the garden - my birthday - tonight.

Slide 41 - Open vraag

Correct word order:
to New York - I - this autumn - a city trip - organised.

Slide 42 - Open vraag

zelfverzekerheid

Slide 43 - Open vraag

een handtekening zetten

Slide 44 - Open vraag

verzamelen

Slide 45 - Open vraag

ergens

Slide 46 - Open vraag

gewone

Slide 47 - Open vraag

ontwikkelen

Slide 48 - Open vraag

betekenis

Slide 49 - Open vraag

bewustzijn
verminderen
overtuigen
zintuigen
emotie
convince
senses
feeling
awareness
reduce

Slide 50 - Sleepvraag