Present Simple


ENGLISH
Expertuur
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les


ENGLISH
Expertuur

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TODAY
- Uitleg Present Simple
- Wat weten jullie al?
- Wanneer maak je hem?
- Hoe maak je hem?
- Test yourself!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRESENT SIMPLE
Wat weten jullie al?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WANNEER MAAK JE HEM?
  • Present Simple = Tegenwoordige tijd
  • Feiten, gewoontes

  • VOORBEELDEN:
  • We go to school.
  • I cycle to school every day.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOE MAAK JE HEM?
  • Wat heb je net bij de voorbeeld zinnen gezien?
  • Go, cycle 

  • Je gebruikt dus het hele werkwoord!
  • Dat maakt het simple (:

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SHIT-RULE
  • Bij She, he, it komt er een -s achter werkwoord

  • She walks to school.
  • He reads a book.
  • It looks nice. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SHIT RULE
  • Eindigt het werkwoord op een -s, -x, -z, -ch, -sh (sis-klank)?
  • Dan schrijft je -es achter het werkwoord

  • I catch the ball. | She catches the ball. 
  • We wash our hands. | He washes his hands.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SHIT RULE
  • Do, go 
  • Dan schrijft je -es achter het werkwoord

  • They go to school. | She goes to school.
  • You do your best. | He does his best. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WERKWOORDEN DIE EINDIGEN OP -Y

Andere spelling

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


KLINKER + Y
(a, e, i, o, u)

I play games.
She plays games.

MEDEKLINKER + -Y
y -> ies

I try to be relaxed.
He tries to be relaxed.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

WERKWOORD 'TO BE' (zijn)
  • I am
  • She, he, it is
  • You, we, they are

Slide 11 - Tekstslide

Het werkwoord to be heeft 3 vormen:
1. I am
2. You, we, they, you are
3. He, she, it is
IN HET KORT
  • Tegenwoordige tijd
  • Feiten, gewoontes
  • Hele werkwoord
  • SHIT-rule = -s erachter
  • SHIT-rule & sisklank? -es erachter
  • SHIT-rule & medeklinker+y? try -> tries
  • To be -> am, is, are

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TEST YOURSELF
We gaan kijken wat je hebt onthouden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I _______ to school every day.
A
cycles
B
cycling
C
cycle
D
cycled

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We _________ a movie.
A
watch
B
watches
C
watched
D
watching

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

She _______ very sweet.
A
am
B
is
C
are

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He ________ video games every weekend.
A
play
B
played
C
playing
D
plays

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

You _______ a funny person.
A
is
B
am
C
are

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My mother _________ me to school every Friday.
A
drive
B
drives
C
driving
D
drove

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

My sisters always __________ one book a month.
A
reads
B
read
C
reading
D
reades

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

The teacher _________ different groups.
A
teaches
B
teachs
C
teaching
D
teach

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I _______ very proud of all of you.
A
am
B
are
C
is

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nu over de Present Simple?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies