sensor deel 2a bk Voertuigen tekenen

2.4  Technisch Tekenen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1,2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

2.4  Technisch Tekenen

Slide 1 - Tekstslide

Doel
  • Je weet wat werktekeningen zijn.
  • Je kunt een Amerikaanse projectie toepassen.
  • je kent de begrippen vooraanzicht, bovenaanzicht, zijaanzicht
  • Je weet wat een schets is
  • Je weet hoe je op schaal moet tekenen
  • Je kent de verschillende tekenlijnen.

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg tekenen op schaal

Slide 3 - Tekstslide

Schaal tekenen
Voordat je een huis laat bouwen wil je natuurlijk wel weten hoe het eruit gaat zien. Daarom maakt een architect verschillende bouwtekeningen. Omdat de maten van een huis te groot zijn om op papier te tekenen worden deze bouwtekeningen op schaal gemaakt.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is werken op schaal?
Tekenen in verhouding.
Schaal 1:100 = 1 cm in tekening is 100cm in het echt
Schaal moet op de tekening staan.

Slide 5 - Tekstslide

Tekenen op schaal
Als je iets op schaal tekent, dan deel je alle afmetingen in de werkelijkheid door de gegeven schaal.

Voorbeeld
Mijn bureaublad  is 160 cm lang en 90 cm breed.
Ik teken het blad na op schaal 1 : 20
De maten op de tekening zijn:
lengte = 160 : 20 = 8 cm    en     diepte = 90 : 20 = 4,5 cm

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Schaal 1:50 wil zeggen dat 1 cm in de tekening in werkelijkheid 5 cm is.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent de schaal 1 : 25
A
de maten zijn even groot
B
de maten op tekening zijn 25x zo klein
C
De maten op tekening zijn 25x zo groot

Slide 9 - Quizvraag

Hassan meet op een plattegrond de lengte van een hek.
Op de plattegrond is het hek 8 cm lang.
In werkelijkheid is het hek 4 m lang.
Op welke schaal is de plattegrond getekend?
De schaal van de plattegrond is:
A
1:50
B
1:200
C
1:100
D
1:500

Slide 10 - Quizvraag

Je hebt een kamer getekend op schaal 1:25 In die tekening meet je dat het raam in je kamer 6 cm. breed is. Reken uit hoe lang je raam in werkelijkheid is.

Slide 11 - Open vraag

Een technische tekening
De amerikaanse projectie

Slide 12 - Tekstslide

Aanzichten
Van technische producten worden vaak een tekening gemaakt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van aanzichten. Er zijn 6 aanzichten, waarvan er meestal 3 worden gebruikt.
Vooraanzicht, bovenaanzicht en zijaanzicht.
De aanzichten hebben een vaste plaats. Het bovenaanzicht staat recht boven het vooraanzicht. En het zijaanzicht staat naast het vooraanzicht.

Slide 13 - Tekstslide

Verschillende aanzichten

Slide 14 - Tekstslide

Aanzichten
  1. Bij een aanzicht zie je maar 1 zijkant.
  2. Bij een aanzicht zie je GEEN diepte.
  3. Meestal heb je een vooraanzicht, een zijaanzicht en een bovenaazicht.
    Andere aanzichten bestaan wel!

Slide 15 - Tekstslide

Aanzichten tekenen.
 verschillende 
perspectieven!

Slide 16 - Tekstslide

En zo teken je de aanzichten

Slide 17 - Tekstslide

Sleep de aanzichten naar de juiste plaats

Slide 18 - Sleepvraag

Geef de aanzichten de juiste naam.
Zij-aanzicht
Boven-aanzicht
Voor-aanzicht

Slide 19 - Sleepvraag

bovenaanzicht
vooraanzicht
rechter-
zijaanzicht
isometrische
tekening

Slide 20 - Sleepvraag

Technische tekening
In een technische tekening worden ook maten aangegeven. In de tekening hiernaast zie je boven het bovenaanzicht allemaal lijnen met getallen staan. De getallen zijn de maten in millimeters. De lijn er onder noemen ze de maatlijn. Maatlijnen hebben altijd pijltjes aan het einde. Maat lijnen staan tegen grenslijnen. Grenslijnen gaan vanaf de maatlijn naar de tekening, zodat je precies weet waar de maat bij hoort.

Slide 21 - Tekstslide

maatlijn
grenslijn
schaal

Slide 22 - Sleepvraag

In het figuur zie je een technische tekening. Bij een aantal lijnen staat een letter. Welke lijn is een maatlijn? Je kunt de afbeelding vergroten door er op te klikken.
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 23 - Quizvraag

In een technische tekening geven de lijnen met een pijl...
A
...de richting aan.
B
...de hoogte aan.
C
...de maat aan .
D
...de breedte aan.

Slide 24 - Quizvraag

Isometrische tekening

Slide 25 - Tekstslide

Ruimtelijke tekening
In een aanzicht zie je maar 1 kant van een voorwerp. Om het hele voorwerp te zien, gebruik je een isometrische tekening. 
Je ziet dan meerdere kanten van het voorwerp.

Slide 26 - Tekstslide

Welke soort projectie is gebruikt in deze tekening?
A
bovenaanzicht projectie
B
Zijaanzicht projectie
C
Isometrische projectie
D
Aanzicht projectie

Slide 27 - Quizvraag

EINDE 
Lezen blz. 93 t/m96
maken opdr. 1 t/m 10

Slide 28 - Tekstslide