In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H4natk5
Hefbomen (par. 4.5)
Les van maandag 28 februari
+
Les van woensdag 2 maart
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Om een tak door te knippen gebruik je een snoeischaar. Je oefent dan met je hand een kracht uit in punt H.
Slide 7 - Tekstslide
Waar moet de tak zich bevinden om hem het makkelijkst door te knippen: in punt A of in punt B?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Noem twee voorwerpen in/om je huis die werken als een hefboom
Slide 10 - Open vraag
Zie de brug hiernaast. Het brugdek hangt stil. Er werkt niet alleen spankracht op het brugdek maar ook zwaartekracht. Wat kun je hierover zeggen?
A
De spankracht is groter dan de zwaartekracht.
B
De spankracht is kleiner dan de zwaartekracht.
C
De spankracht en zwaartekracht zijn even groot.
D
Je weet niet welke kracht groter is.
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Carola houdt het bankje nog steeds omhoog. De werklijn van haar duwkracht is de blauwe stippellijn. De kracht die ze levert is...
A
ongeveer even groot als de zwaartekracht op het bankje.
B
ongeveer 2x zo groot als de zwaartekracht op het bankje.
C
ongeveer de helft van de zwaartekracht op het bankje.
D
geen idee.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Het bankje beweegt niet. Dat betekent dat er netto geen kracht op werkt (Fres = 0). Maar de duwkracht van Carola is de helft van de zwaartekracht... Hoe kan Fres dan 0 zijn?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Tekstslide
Carola verplaatst haar handen van punt A naar punt B. Moet ze in B meer of minder kracht leveren?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Tekstslide
Wanneer moet Carola meer kracht leveren? Als ze verticaal omhoog duwt (links) of als ze schuin omhoog duwt (rechts)?
A
links
B
rechts
C
evenveel
D
geen idee
Slide 19 - Quizvraag
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
De zwaartekracht is 225,6 N en de spierkracht 60 N. Hoe groot is de normaalkracht?