12.4 De borstkas en ademhaling ll

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 12.4 De borstkas en ademhaling
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 12.4 De borstkas en ademhaling

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Leerdoelen
-Je kunt beschrijven wat de relatie is tussen de bouw van het ademhalingsstelsel en de ventilatie van de longlucht
-Je  kunt beschrijven hoe de hersenen de frequentie van longventilatie regelt

Programma
1. slides doornemen en vragen beantwoorden
2. opzoekopdracht
3. Zelf werken aan boekvragen

Slide 2 - Tekstslide

Ademhaling
Longvlies vormt de buitenkant van het longweefsel

Borstvlies is vergroeid met de ribben, binnenste tussenribspieren en het middenrif.

Tussen deze vliezen ligt de interpleurale ruimte , gevuld met een dunne laag vloeistof. Hierdoor kunnen de vliezen langs elkaar schuiven.
Longen volgen de bewegingen van de borstkas. 

Slide 3 - Tekstslide

Interpleurale ruimte
Ruimte tussen borstvlies en longvlies.

Gevuld met vloeistof (plakmiddel en smeermiddel)/ vacuüm.

Hierdoor volgen de longen de beweging van de borstkas.

Slide 4 - Tekstslide

Inademing
Borstademhaling
Buitenste tussenribspieren trekken samen: 
-> borstkas gaat omhoog

Buikademhaling
Middenrifspieren trekken samen: 
middenrif gaat naar beneden
-> borstholte vergroot

Slide 5 - Tekstslide

Ribspieren
Binnenste tussenribspieren trekken borstkas omlaag.

Buitenste tussenribspieren trekken borstkas omhoog.

Slide 6 - Tekstslide

Uitademing
Borstademhaling
Buitenste tussenribspieren ontspannen: 
-> borstkas gaat omlaag

Buikademhaling
Middenrifspieren ontspannen: 
middenrif gaat omhoog
-> borstholte verkleint



Slide 7 - Tekstslide

Extra diepe ademhaling
Hulp van spieren in de nek die de borstkas extra optillen: diepere inademing


Hulp van de binnenste ribspieren om de borstkas extra naar beneden te trekken: diepere uitademing

Hulp van de buikspieren om het middenrif extra naar boven te drukken: diepere uitademing




Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Luchtdruk
Inademen:
druk in de long lager dan 
buitenlucht: 
lucht stroomt maar binnen.

Slide 10 - Tekstslide

Vanaf welk moment in het plaatje op de vorige slide begint de inademing (het naar binnen stromen van lucht)?
A
p
B
q
C
r
D
s

Slide 11 - Quizvraag

Luchtdruk
Uitademen
druk in de longen hoger 
dan de buitenlucht: 
lucht stroomt naar buiten



Slide 12 - Tekstslide

Vanaf welk moment in het plaatje op de vorige slide begint de uitademing (het naar buiten stromen van lucht)?
A
p
B
q
C
r
D
s

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Link

De stappen van een inademing zijn:
1. Luchtdruk in de longen daalt en er ontstaat onderdruk t.o.v. de buitendruk.
2. Lucht gaat naar binnen
3. Samentrekking van je buitenste tussenribspieren en middenrifspier.
4. De druk in de interpleurale ruimte daalt en longvolume vergoot
5. Het borstkasvolume wordt groter.
Wat is de juiste volgorde van deze stappen?
A
1-2-3-4-5
B
3-1-5-4-2
C
3-5-4-1-2
D
5-3-4-1-2

Slide 15 - Quizvraag

De stappen van een uitademing zijn:
1. De buitenste tussenribspieren en de middenrifspier ontspannen
2. Lucht gaat naar buiten
3. Luchtdruk in de longen stijgt
4. Er ontstaat een bovendruk t.o.v. buitendruk
5. Borstkas en longvolume verkleinen
Wat is de juiste volgorde van deze stappen?
A
1-3-4-5-2
B
1-5-3-4-2
C
5-1-3-4-2
D
5-1-2-4-3

Slide 16 - Quizvraag

De druk in de interpleurale ruimte tijdens een inademing
A
blijft gelijk
B
wordt hoger
C
wordt lager

Slide 17 - Quizvraag

De druk in de interpleurale ruimte tijdens een uitademing
A
blijft gelijk
B
wordt hoger
C
wordt lager

Slide 18 - Quizvraag

Regeling ademhaling
Ademprikkel?

Waar ligt regelcentrum?

Effectoren?

Beantwoord de vraag met info van blz 104 en volgende dia's

Slide 19 - Tekstslide


Zoek op in je boek:
- Wat is de ademprikkel? 
- Waar ligt regelcentrum voor de ademhaling?
- Wat zijn de effectoren bij deze regelkring?

Slide 20 - Open vraag

Ademhalingscentrum in hersenstam

Slide 21 - Tekstslide

Bij grotere inspanning zorgt je ademcentrum voor
A
een hogere ademfrequentie
B
een diepere ademhaling
C
beiden

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

De vitale capaciteit is de totale hoeveelheid lucht die je kunt uitblazen na een volledige inademing. Wat blijft er na een volledige uitademing nog over in de long?
A
ademvolume
B
inademingscapaciteit
C
uitademingsreserve-volume
D
restvolume

Slide 24 - Quizvraag

Je vitale capaciteit kun je weergeven als een formule. Welke formule(s) is/zijn juist?
A
Vvc = Vir + Vt + Vur
B
Vvc = Vtc - Vrest
C
Vvc = Vrest + Vur + Vic
D
Vvc = Vt +Vic + Vur

Slide 25 - Quizvraag

Zelf werken
Lezen
H12.4 

Maken 
H12.4 opdr. 39 t/m 41, 43, 44, 46, 47, 49, 50, 52 en 54

Kun je
-beschrijven wat de relatie is tussen de bouw van het ademhalingsstelsel en de ventilatie van de longlucht?
-beschrijven hoe de hersenen de frequentie van longventilatie regelt?

Slide 26 - Tekstslide

Ik zou graag nog uitleg willen over:

Slide 27 - Open vraag