Herhaling erfelijkheid 2023

4H herhaling thema 3
Genetica
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4H herhaling thema 3
Genetica

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

DNA: 4 verschillende nucleotiden (bouwstenen)

A     Adenine
T     Thymine
G      Guanine
C     Cytosine
Vaste basenparing: 
A altijd tegenover T
C altijd tegenover G
Fosfaatgroep
Stikstofbase
desoxyribose
Nucleotide: fosfaatgroep + desoxyribose + stikstof base
Stikstofbasen: Adenine, thymine, guanine of cytosine

Slide 3 - Tekstslide

Je hebt geleerd dat chromosomen in paren voorkomen. Genen komen hierdoor ook in paren voor. Één genenpaar bevat de informatie voor één erfelijke eigenschap.
= volgorde van de bouwstenen

Slide 4 - Tekstslide

Nucleotideketen

Slide 5 - Tekstslide

Allelen
Allel: enkelvoudig gen van een genenpaar
Genenpaar = allelenpaar. Bevat informatie voor één erfelijke eigenschap.


Twee verschillende = heterozygoot
Twee dezelfde = homozygoot

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Noteren van een kruising

Geslachtscellen 
Schema

Bijvoorbeeld
P:  Aa en Aa

Geslachtscellen :
A of a en A of a

Schema:        A        a
                    A    AA     Aa
                    a    Aa      aa

Slide 8 - Tekstslide

Intermediaire genen noteren

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

X-chromosomale overerving
- Zonen krijgen het x-chromosoom altijd van hun moeder
- Dochters krijgen altijd een x-chromosoom van hun vader en een van hun moeder


Kruisingsregel x-chromosomale overerving:
'zieke dochters hebben zieke vaders'

Slide 11 - Tekstslide

Bloedgroepen
Bloedgroepen is een bekend voorbeeld van multiple allelen

Multiple allelen komen voor op autosomale genen (lichaamscellen). 

Slide 12 - Tekstslide

Want een kanarie met een kuif moet een K hebben, twee K (KK) betekent 2x de lethale factor. 

Slide 13 - Tekstslide

Dihybride kruising: er wordt gekeken naar 2  verschillen genen
B = bruine ogen    b = blauwe ogen 
XA = normaal
Xa = kleurenblind

Slide 14 - Tekstslide

Gekoppelde genen
Twee genenparen kunnen op andere
chromosomenparen liggen = onafhankelijke
overerving 

Twee genenparen kunnen ook op hetzelfde
chromosomenpaar liggen = gekoppelde overerving

Slide 15 - Tekstslide

Door de koppeling zien we dat beide ouders nu maar 2 mogelijke typen geslachtscellen kunnen maken 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Genregulatie
Niet alle genen staan ''aan'' in een cel. 
Een gen over huidkleur is niet actief in de cellen van de lever.
Het aan/uitzetten van genen noem je genregulatie.

Wanneer een gen ''aan'' staat produceert het eiwitten (enzymen), dit noem je genexpressie.  
Genexpressie kan veranderen door milieuomstandigheden.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Coderend en niet-coderend DNA
Functie van junk DNA

Complete set DNA (coderend en niet-coderend) = het genoom
Niet-coderend DNA hoort niet tot het genotype, maar wel tot het genoom. 

Genomica = studie van genomen. 
DNA-sequencing = de nucleotide volgorde van een genoom in kaart brengen
DNA-microarray = onderzoeksmethode om de functie van genen te achterhalen.

Slide 21 - Tekstslide

Effecten mutaties (negatief)


Effect hangt af van de plaats.
Geslachtscel, bevruchte eicel of cel van embryo-> groot effect.
Lichaamscel meestal weinig effect.

Slide 22 - Tekstslide

Waarom is onderzoek aan tweelingen zo interessant voor het nature/nurture debat?
Bij een-eiige tweelingen is zowel nature als nurture identiek (zelfde genotype)
Bij twee-eiige tweelingen is nature verschillend, nurture identiek.

Verschillen tussen een-eiiige tweelingen zijn dus het gevolg van nature.

Door tweelingonderzoek probeert men meer zicht te krijgen op de invloed die het genotype heeft en welke invloed milieufactoren hebben op het fenotype.

Slide 23 - Tekstslide

Sleep het kenmerk naar nature of nurture.
Nature
Nurture
Haarkleur
Met bestek eten
Gluten-
allergie
Lengte
Kunnen schrijven

Slide 24 - Sleepvraag

Slide 25 - Video

Leg uit hoe het bekeken filmpje laat zien wat de invloed van nurture is

Slide 26 - Open vraag