4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig

4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig

In het kort:

Bij een evenredig verband krijg je een grafiek die een rechte lijn is en door de oorsprong gaat (0,0).

In de tabel kun je dit zien door te kijken of je onder en boven met hetzelfde getal kunt vermenigvuldigden of delen (met uitzondering van het punt (0,0),  de oorsprong).

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig

In het kort:

Bij een evenredig verband krijg je een grafiek die een rechte lijn is en door de oorsprong gaat (0,0).

In de tabel kun je dit zien door te kijken of je onder en boven met hetzelfde getal kunt vermenigvuldigden of delen (met uitzondering van het punt (0,0),  de oorsprong).

Slide 1 - Tekstslide

4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig

Als t twee keer zo groot is, dan is H ook twee keer zo groot. Tussen t en H is een evenredig verband (wel controleren voor meer punten). Gaat door (0,0)

Slide 2 - Tekstslide

4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig

Grafiek gaat door (0,0). Het is een rechte lijn. Het begingetal is 0 (staat geen begingetal in de formule, dus 0). Daarom is dit een rechtevenredig verband.

Slide 3 - Tekstslide

4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig

In het kort:

Bij een omgekeerd evenredig verband krijg je een hyperbool als grafiek. Deze raakt vaak de assen niet.

In de tabel kun je dit zien door te kijken of het klopt dat wanneer je boven vermenigvuldigt met een getal, je dit onder deelt met hetzelfde getal en natuurlijk andersom, dus boven delen en onder vermenigvuldigen.

Slide 4 - Tekstslide

4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig

Je kunt het ook zien, omdat boven en onder vermenigvuldigt, steeds dezelfde uitkomst geeft.
H=t60
t=h60
Ht=60

Slide 5 - Tekstslide

4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig

Deze grafiek is een vloeiende kromme. Wordt dus uit de losse hand getekend. Natuurlijk met potlood. Assen wel met een geo of liniaal.

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor soort verband is er te vinden in de tabel hiernaast?
A
omgekeerd evenredig
B
evenredig
C
exponentieel
D
wortel

Slide 7 - Quizvraag

Welke getallen staan er onder de 24 en 60
A
70 en 150
B
64 en 160
C
64 en 128
D
72 en 160

Slide 8 - Quizvraag

welke formule hoort er bij deze tabel?
A
N = 3a
B
N = 8 + 3a
C
N = 24 : a
D
N = 8/3 a

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor soort verband is er te vinden in de tabel hiernaast?
A
evenredig
B
wortel
C
machts
D
omgekeerd evenredig

Slide 10 - Quizvraag

welke getallen staan er onder de 9 en de 36 in de tabel
A
8 en 3
B
6 en 2
C
8 en 2
D
6 en 3

Slide 11 - Quizvraag

welke formule hoort er bij deze tabel?
A
p x T = 72
B
p = 72/T
C
T=72/p
D
kan alle drie

Slide 12 - Quizvraag

4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig

Je weet nu het verschil tussen evenredig en omgekeerd evenredig.

Je weet het verschil tussen lineair en evenredig.

Je weet wat een hyperbool is.

Je kunt formules maken bij een tabel van evenredige, omgekeerd evenredige en lineaire verbanden.

Slide 13 - Tekstslide

4.1 Evenredig en omgekeerd evenredig
In de les maken opdrachten 13, 14 en 15.
Wanneer dit af is, is er geen huiswerk.

Slide 14 - Tekstslide