In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
de bloedsomloop
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
leerdoelen
- Je kunt bloedvaten in het bloedvatenstelsel benoemen
- Je kunt de dubbele bloedsomloop beschrijven.
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling: wat is de functie van witte bloedcellen.
Slide 4 - Open vraag
Herhaling: leg uit welk bloedvat zie je hiernaast? Hoe kun je dat zien?
Slide 5 - Open vraag
herhaling: Welke 3 typen bloedvaten heeft je lichaam
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Het bloedvatenstelsel
Het stromen van het bloed door het lichaam noem je de bloedsomloop.
Je ziet rode en blauwe bloedvaten: rood betekent dat er veel zuurstof in zit en blauw weinig. (bloed is natuurlijk altijd rood)
Slide 8 - Tekstslide
De namen van de bloedvaten
Bloedvaten die van het hart afkomen heten slagaders. Bloedvaten die naar het hart toe gaan heten aders.
Bloedvaten zijn vaak genoemd naar het orgaan. bijv. leverslagader en leverader.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe heten de bloedvaten die naar het hart toegaan.
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten
Slide 10 - Quizvraag
Hoe heten de bloedvaten die van het hart afgaan.
A
slagaders
B
aders
C
haarvaten
Slide 11 - Quizvraag
aparte namen
Er zijn ook bloedvaten die niet vernoemd zijn naar het orgaan.
bijv. de grootste slagader aorta, deze begint bij het hart. Vanuit de linkerkamer vertakt het naar de rest van het lichaam.
Slide 12 - Tekstslide
De grootste ader is de holle ader. De holle ader loopt naar het hart toe.
Het bloedvat dat bloed naar je hoofd vervoert heet halsslagader en weer terug de halsader.
poortader: dit bloedvat vervoert bloed van de darmwand naar de lever.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de naam van het bloedvat dat bloed vervoert van de darmwand naar de lever.
A
holle ader
B
poortader
C
darmslagader
D
darmader
Slide 14 - Quizvraag
Wat is de naam van het grootste bloedvat.
A
holle ader
B
halsslagader
C
longslagader
D
aorta
Slide 15 - Quizvraag
Wat is de naam van de grootste ader.
A
holle ader
B
aorta
C
leverader
D
poortader
Slide 16 - Quizvraag
Dubbele bloedsomloop
Het bloed gaat steeds 2x door het hart. Dit noemen we de dubbele bloedsomloop.
kleine bloedsomloop: hart - longen - hart
grote bloedsomloop hart - alle delen van het lichaam - hart
Slide 17 - Tekstslide
kleine bloedsomloop
De kleine bloedsomloop stroomt het bloed via het hart naar de longen en weer terug naar het hart.
Wat rood gekleurd is dat is zuurstofrijk bloed.
Je hebt geleerd dat slagaders veel zuurstof bevatten. Bij de longslagader is dat niet zo. Daar stroomt zuurstofarm bloed.
De longader heeft wel veel zuurstof. Deze gaat weer naar het hart.
Slide 18 - Tekstslide
grote bloedsomloop
In de grote bloedsomloop stroomt het bloed van het hart naar de rest van het lichaam en weer terug naar het hart.
Het bloed wat van het het hart af komt bevat veel zuurstof. Deze zuurstof gaat naar de organen. Als het bloed weer naar het hart stroomt dan bevat het weinig zuurstof en veel koolstofdioxide.
Slide 19 - Tekstslide
uit welke twee delen bestaat het bloedvaten stelsel
A
ader en haarvaten
B
slagaders en aders
C
de bloedvaten en hart
D
hart en slagaders
Slide 20 - Quizvraag
Hoe wordt de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop genoemd?
A
dubbele bloedsomloop
B
bloedvaten
C
bloedvatenstelsel
D
bloedsomloop
Slide 21 - Quizvraag
De rechterharthelft pompt het bloed naar de ...
A
rest van het lichaam
B
longen
Slide 22 - Quizvraag
In de longen wordt 1. ..... opgenomen in het bloed. In de longen geeft het bloed 2...... af aan de lucht
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Video
exit ticket: beschrijf de kleine bloedsomloop
Slide 25 - Open vraag
exit ticket: wat is de naam van de grootste slagader.
Slide 26 - Open vraag
exit ticket: waarom wordt het een dubbele bloedsomloop genoemd.
Slide 27 - Open vraag
einde
Vond je de stof nog lastig dan volgt hierna nog een extra video.
anders aan de slag met de planner.
kader leerlingen volgende week is de uitleg van het hart