Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Sterk werkwoord met a in de stam
Sterk werkwoord met a in de stam
herhaling
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Sterk werkwoord met a in de stam
herhaling
Slide 1 - Tekstslide
Hoe herken je een sterk werkwoord?
Slide 2 - Woordweb
Waar moet je op letten bij het werkwoord fahren?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Jetzt bist du dran!
Slide 5 - Tekstslide
tragen
fahren
schlafen
laufen
Slide 6 - Sleepvraag
ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
Sie/ sie
fahren
fahren
fahre
fährt
fahrt
fährst
Slide 7 - Sleepvraag
ich
du
er/ sie/ es
wir
ihr
Sie/ sie
schlafen
schlafen
schlafe
schläft
schlaft
schläfst
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is in het Duits: ik rijd ?
Slide 9 - Open vraag
Wat is in het Duits: jij slaapt ?
Slide 10 - Open vraag
Wat is in het Duits: jullie rijden ?
Slide 11 - Open vraag
Wat is hier fout: Mein Bruder schlaft immer lange aus.
Slide 12 - Open vraag
Wat is hier fout? Ich fähre mit meiner Freundin mit.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
haben (ihr)
A
haben
B
habe
C
habet
D
habt
Slide 15 - Quizvraag
U heeft
A
sie haben
B
Sie haben
C
You haben
Slide 16 - Quizvraag
haben: wir
A
habt
B
habe
C
haben
Slide 17 - Quizvraag
haben
Michael ........ zwei Brüder
A
habe
B
habt
C
hat
D
haben
Slide 18 - Quizvraag
Mike______ein Haus in Amsterdam.(haben)
Slide 19 - Open vraag
wir (sein )
A
seien
B
sind
C
sein
Slide 20 - Quizvraag
Du (sein)
A
ist
B
sein
C
bin
D
bist
Slide 21 - Quizvraag
sein: Sie (u).................
A
sin
B
sein
C
sind
D
ist
Slide 22 - Quizvraag
Du______ein Schüler.(sein)
Slide 23 - Open vraag
ich_______14 Jahre alt(sein)
Slide 24 - Open vraag