Kerktoonladders

Kerktoonladders
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kerktoonladders

Slide 1 - Tekstslide

Wat is modale muziek?
Modale muziek gaat niet uit van de traditionele majeur- en mineurladders, maar van modi. Daarmee worden de kerktoonladders bedoeld, die voor de uitvinding van majeur en mineur in de barok de basis waren van alle muziek, binnen maar ook buiten de kerk.

Slide 2 - Tekstslide

Welke modi kun jij noemen?

Slide 3 - Woordweb


De kerktoonladders kun je gemakkelijk spelen op de witte toetsen van de piano, door te beginnen op verschillende tonen.

Hiermee krijg je de volgende ladders:
Ionisch (op c) > majeur
Dorisch (op d)
Frygisch (op e)
Lydisch (op f)
Mixolydisch (op g)
Aolisch (op a) > mineur
Lokrisch (op b) > hoef je niet te kennen.

Slide 4 - Tekstslide

Het bepalen van een kerktoonsoort:

1. Kijk naar de voortekens
2. Welke majeurladder hoort bij deze voortekens?
3. Kijk naar de slottoon / grondtoon van het slotakkoord
4. De hoeveelste trap is dit van de majeurladder?

Voorbeeld:
Het stuk heeft 1 mol > hier hoor F majeur bij.
De slotnoot is een G. Dit is de 2e trap van F.
Het stuk staat dan in G dorisch

Slide 5 - Tekstslide

Om een kerktoonsoort te kunnen bepalen moet je dus:

1. Weten welke voortekens er bij alle majeur toonladders horen
(gebruik de ezelsbruggetjes of de kwintencirkel!)

2. Het rijtje met de kerktoonladders kennen
   + weten bij welke trap ze horen


Slide 6 - Tekstslide

In welke toonsoort staat dit muziekstuk?
A
D ionisch
B
E ionisch
C
E dorisch
D
G mixolydisch

Slide 7 - Quizvraag

In welke toonsoort staat dit muziekstuk?
A
G ionisch
B
D mixolydisch
C
D dorisch
D
D aolisch

Slide 8 - Quizvraag

OPEN VRAAG: In welke toonsoort staat dit muziekstuk?

Slide 9 - Tekstslide

Dit stuk staat in:.....

Slide 10 - Open vraag

En nu andersom...
Hoeveel voortekens heeft deze kerktoonsoort?
- Op welke trap van majeur is de toonladder gebouwd?
- Tel terug naar de majeurladder en check met behulp van de ezelsbruggetjes / kwintencirkel de voortekening

Slide 11 - Tekstslide

Hoeveel voortekens heeft G dorisch?
A
1 kruis
B
2 kruizen
C
1 mol
D
2 mollen

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel voortekens heeft e frygisch?
A
1 kruis
B
1 mol
C
2 kruizen
D
geen

Slide 13 - Quizvraag

Welke voortekens heeft G lydisch?
A
fis, cis
B
fis
C
bes, es
D
bes

Slide 14 - Quizvraag

Hoe goed begrijp jij de stof over de kerktoonladders na deze les?
Ik vind het nog steeds erg moeilijk
Ik begrijp het nu iets beter
Ik begrijp deze stof
Ik benoem me zelf tot professor in de kerktoonladderkunde

Slide 15 - Poll