Je online reputatie

Thema 1
Lespakket over online veiligheid en digitaal burgerschap
Verstandig
Bescherm je online privacy en reputatie (en die van anderen)
delen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
MediawijsheidMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Thema 1 Verstandig delen: Je online reputatie

Onderdelen in deze les

Thema 1
Lespakket over online veiligheid en digitaal burgerschap
Verstandig
Bescherm je online privacy en reputatie (en die van anderen)
delen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstandig delen
Les 2
Je online reputatie

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2
Je online reputatie
Verstandig delen
  • Je begrijpt wat ‘digitale voetafdruk’ en ‘online reputatie’ betekenen, en hoe je daarmee omgaat; 

  • je leert nadenken over de vraag hoe je online reputatie tot stand komt;

  • je leert eigen keuzes te maken over het delen van persoonsgegevens en persoonlijke informatie; 

  • je wordt bewust van jouw invloed op de online reputatie van anderen;

  • je leert nadenken over grenzen: wat wel en niet kan, wanneer iets ‘over de grens’ is, en wie dat bepaalt.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wie ben jij online?

Slide 4 - Open vraag

Wie ben je online? Welk beeld laat je zien? Hoe zien anderen jou op basis van wat je online van jezelf laat zien?

Met deze open vraag kunnen de leerlingen hun antwoord m.b.v. hun device geven. 

Extra:
Eventueel kunnen ze een foto van hun online identiteit, bijvoorbeeld van zichzelf op een socialemediaplatform, uploaden.
Verstandig delen
Waar denk je aan bij het woord 'reputatie'?

Slide 5 - Woordweb

Reputatie is voor leerlingen een abstract begrip. Vraag aan de leerlingen waaraan ze denken bij het woord 'reputatie'. Dit mogen zoveel woorden zijn die bij hen te binnen schieten.

Na afloop kunnen de woorden worden omgedraaid en klassikaal worden besproken.

Extra: laat de leerlingen of doe dit samen met de leerlingen 4 categorieën bedenken waarbinnen zoveel mogelijk van de gegeven woorden in kunnen vallen: een linksboven, rechtsboven, rechtsonder en linksonder. Versleep vervolgens met klas deze woorden naar een van de categorieën.
Verstandig delen
Privacy-instellingen
van je online account
Les 2 
Je online reputatie
Er zijn mogelijk leeftijdsgrenzen van toepassing.

Slide 6 - Tekstslide

Bespreek met de klas welke keuzes je hebt bij ‘online delen via social media’. Doe dat aan de hand van een online account dat ze zelf veel gebruiken (vraag ernaar). Draai de spinner en bespreek de vraag die verschijnt met de leerlingen.

Vertel (en eventueel toon) welke instellingen er mogelijk zijn, en licht ze toe. 

Bijvoorbeeld: 
• iedereen
• vrienden
• vrienden, behalve ...
• specifieke vrienden 
• alleen ik


Zijn dit soort instellingen op alle socialmediaplatforms hetzelfde?
Op welke sociale media heb je ze wel ingesteld en waar heb je de meeste beperkingen ingesteld?
Er zijn mogelijk leeftijdsgrenzen van toepassing.
Er zijn mogelijk leeftijdsgrenzen van toepassing.

Slide 7 - Open vraag

Vraag (aan de leerlingen): zijn dit soort instellingen op alle social media-platforms hetzelfde?

Er zijn mogelijk leeftijdsgrenzen van toepassing.
Verstandig delen
Persoonsgegevens
Les 2 
Je online reputatie
Alle gegevens waarmee je direct of indirect kunt bepalen wie iemand is. Bijvoorbeeld: je naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres of BSN. Zelfs je IP-adres (van je smartphone of computer) kan persoonsgebonden zijn.
Bijzondere persoonlijke gegevens
Extra gevoelige persoonsgegevens heten in de wet ‘bijzondere persoonsgegevens’ – denk aan je geloof (religie), land van herkomst, seksuele geaardheid en medische gegevens.
Denk altijd goed na voor je dit soort informatie – gewone persoonsgegevens en vooral bijzondere persoonsgegevens – online deelt.
Persoonlijke informatie
Alle dingen die je voor jezelf wilt houden, waaronder je persoonsgegevens.

Slide 8 - Tekstslide

Bespreek de begrippen ‘persoonsgegevens’ en ‘andere persoonlijke informatie’. Dit kun je doen door op de 'hotspots' te klikken. De definities verschijnen dan op het scherm.

Persoonsgegevens zijn alle gegevens waarmee je direct of indirect kunt bepalen wie iemand is. Bijvoorbeeld: je naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres of BSN. Zelfs je IP-adres (van je smartphone of computer) kan persoonsgebonden zijn. Extra gevoelige persoonsgegevens heten ‘bijzondere persoonsgegevens’. Zoals: je geloof (religie), je land van herkomst, je seksuele geaardheid en je medische gegevens. Denk altijd goed na voor je dit soort informatie – gewone persoonsgegevens en vooral bijzondere persoonsgegevens – online deelt.
IEDEREEN
VRIENDEN
SPECIFIEKE 
VRIENDEN
ALLEEN IK...
een babyfoto van jezelf
de naam van je school
het merk auto van je ouders
een foto van je rapport
een filmpje waarin je roddelt over een docent
een meme van iemand anders, over een docent
je huisadres
een foto van jou op de sportdag
een foto van jou en je moeder
een filmpje waarin twee meisjes aan het vechten zijn
een filmpje waarin een docent iets raars doet voor de klas
een posting waarin je vertelt dat je een paar weken op vakantie gaat
Verstandig delen

Slide 9 - Sleepvraag

Deze sleepvraag is een alternatief op de opdracht zoals deze staat beschreven in het docentenmateriaal. Bij deze opdracht kunnen de leerlingen (samen of alleen) de voorbeelden naar een van de cirkels slepen: moeten ze wél of juist niet gedeeld worden?

Vragen bij de voorbeelden:
Zou je dit van jezelf online zetten? Waarom wel of niet? En met welke privacy-instelling?
Mag iemand anders dan jijzelf dit online plaatsen?
Wat zou je doen als iemand anders deze persoonlijke informatie van jou online heeft gezet?
De opdracht kunnen de leerlingen op hun eigen device maken of de docent kan deze centraal doen. In dat laatste geval moet onderaan het scherm de optie 'Devices in de klas' worden uitgeschakeld.

Bedenk voor jezelf een vuistregel wat je online deelt en wat niet.

Slide 10 - Open vraag

Rond klassikaal af en stimuleer de leerlingen om te bedenken welke vuistregels ze voor zichzelf ontdekt hebben. Bijvoorbeeld: ‘ik deel nooit iets waar ik te bloot op sta’. Of: ‘ik deel alleen iets over mezelf en nooit iets over mijn familie’. Of: ‘ik deel niets waardoor iemand gekwetst kan worden’.

Laat de leerlingen dit soort vuistregels eerst voor zichzelf opschrijven, en laat degenen die dat willen hardop de resultaten voorlezen. Oordeel niet, maar bedank alleen voor het delen. Het gaat tenslotte om hun eigen persoonlijke keuzes, die bovendien nog in ontwikkeling zijn. De enige grens waarover je wel iets kunt zeggen, is de grens van de wet.
Les 2
Je online reputatie
Verstandig delen
  • Probeer bij online delen altijd aan je vuistregel te denken;

  • wat je online deelt is een persoonlijke keuze. De enige grens waarover je wel iets kunt zeggen, is de grens van de wet.

Samengevat

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2 
Je online reputatie
Verstandig delen
Digitale voetafdruk (digital footprint): alles wat er online over jou te vinden is, zoals profielgegevens, foto’s, video- en audio-opnamen, blogs, likes en postings (topicstarters en reacties).

Meme: een grappig bedoelde foto van iets of iemand die verspreid wordt via social media. De grap bestaat uit bewerking van het beeld of het toevoegen van een grappig tekstje. 

Meme-account: een pagina met grappig bedoelde foto’s en grappig bedoelde bijschriften. De foto’s en/ of bijschriften kunnen echter ook kwetsend zijn.
Woordenlijst

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les 2 
Je online reputatie
Verstandig delen
Persoonsgegevens: alle gegevens waarmee je direct of indirect kunt bepalen wie iemand is. Bijvoorbeeld: je naam, adres, telefoonnummer, e-mailadres of BSN. Zelfs je IP-adres (van je smartphone of computer) kan persoonsgebonden zijn. Extra gevoelige persoonsgegevens heten ‘bijzondere persoonsgegevens’. Zoals: je geloof (religie), je land van herkomst, je seksuele geaard- heid en je medische gegevens. Denk altijd goed na voor je dit soort informatie – gewone persoons- gegevens en vooral bijzondere persoonsgegevens – online deelt.

Persoonlijke informatie: dingen die je voor jezelf (privé) wilt houden en ‘persoonsgegevens’ 

Privacy-instellingen: de plek (o.a. op socialmediaplatforms, en in apps) waar je kunt bepalen wat je met wie wilt delen.

Reputatie: alles wat anderen over jou denken. In principe wil je dat je reputatie positief of goed is.
Woordenlijst

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies