Ontdek de wereld van vormen in beeldende kunst

Ontdek de wereld van vormen in beeldende kunst
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandvaardigheidMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Ontdek de wereld van vormen in beeldende kunst

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je de verschillende vormen in beeldende kunst herkennen en benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de verschillende vormen in beeldende kunst?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Vorm
Vorm is de manier waarop een object of figuur in een kunstwerk eruit ziet.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit dat vormen in beeldende kunst verschillende betekenissen kunnen overdragen en dat het belangrijk is om ze te kunnen herkennen en benoemen.
Organische vormen
Organische vormen zijn geïnspireerd op de natuur en hebben meestal ronde, vloeiende lijnen.

Slide 5 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden van organische vormen te geven en vraag ze waar ze deze vormen in de natuur kunnen vinden.
Geometrische vormen
Geometrische vormen zijn wiskundige vormen zoals vierkanten, cirkels en driehoeken.

Slide 6 - Tekstslide

Laat enkele geometrische vormen zien en vraag de studenten om ze te benoemen.
Abstracte vormen
Abstracte vormen zijn vormen die geen duidelijke relatie hebben met de werkelijkheid.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit dat abstracte vormen vaak worden gebruikt om emoties of ideeën uit te drukken.
Vormcontrast
Vormcontrast betekent dat er twee of meer verschillende vormen in één kunstwerk worden gebruikt.

Slide 8 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden van vormcontrast te geven en vraag ze wat de betekenis van dit contrast kan zijn.
Grootte
Grootte is een belangrijk aspect van vorm. De grootte van een vorm kan de betekenis van het kunstwerk veranderen.

Slide 9 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van hoe grootte kan worden gebruikt om emoties of ideeën uit te drukken.
Symmetrie
Symmetrie betekent dat een kunstwerk in tweeën kan worden verdeeld en beide kanten er hetzelfde uitzien.

Slide 10 - Tekstslide

Toon voorbeelden van symmetrische kunstwerken en vraag de studenten wat dit kan betekenen.
Asymmetrie
Asymmetrie betekent dat een kunstwerk niet symmetrisch is. De elementen zijn niet gelijkmatig verdeeld.

Slide 11 - Tekstslide

Laat voorbeelden van asymmetrische kunstwerken zien en vraag de studenten wat dit kan betekenen.
Vorm en kleur
Vorm en kleur werken samen om de betekenis van een kunstwerk over te brengen.

Slide 12 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van hoe kleur kan worden gebruikt om de betekenis van een vorm te veranderen.
Vorm en textuur
Vorm en textuur werken samen om de betekenis van een kunstwerk over te brengen.

Slide 13 - Tekstslide

Vraag de studenten om voorbeelden te geven van hoe textuur kan worden gebruikt om de betekenis van een vorm te veranderen.
Toepassing
Nu je de verschillende vormen in beeldende kunst hebt geleerd, is het tijd om ze toe te passen in je eigen kunstwerk.

Slide 14 - Tekstslide

Geef de studenten de opdracht om een kunstwerk te maken dat verschillende vormen gebruikt om een betekenis over te brengen.
Inleveren
Lever je kunstwerk in bij je leraar en bespreek de betekenis van de vormen die je hebt gebruikt.

Slide 15 - Tekstslide

Plan tijd in voor de studenten om hun kunstwerken te presenteren en discussieer over de betekenis van de vormen die ze hebben gebruikt.
Herhaling
Het herkennen en benoemen van vormen is een belangrijke vaardigheid in de beeldende kunst.

Slide 16 - Tekstslide

Herhaal de belangrijkste punten van de les en evalueer wat de studenten hebben geleerd.
Einde
Bedankt voor het volgen van deze les over vormen in beeldende kunst!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 18 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.