H4 thema 5 regeling examentrainer samenhang bespreken

Lesinhoud
Jullie gaan werken aan de examentrainer en we bespreken (een deel van) de antwoorden direct.

Pak je boek (blz 60)      en/of
Open de online leeromgeving van BvJ en zoek de examentrainer erbij.

De antwoorden op de vragen kun je online direct invullen en kopiëren naar de LessonUp (of andersom).

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Lesinhoud
Jullie gaan werken aan de examentrainer en we bespreken (een deel van) de antwoorden direct.

Pak je boek (blz 60)      en/of
Open de online leeromgeving van BvJ en zoek de examentrainer erbij.

De antwoorden op de vragen kun je online direct invullen en kopiëren naar de LessonUp (of andersom).

Slide 1 - Tekstslide

Vr 1: Welk deel van het centrale zenuwstelsel is bij Piven beschadigd?
A
ruggenmerg
B
hersenstam
C
kleine hersenen
D
grote hersenen

Slide 2 - Quizvraag

Vr 2: Welk effect heeft het gif, en hoe wordt dat verklaard?
A
spiercontractie; receptor geblokkeerd
B
spiercontractie; receptor gestimuleerd
C
spierverlamming; receptor geblokkeerd
D
spierverlamming; receptor gestimuleerd

Slide 3 - Quizvraag

Vr 3: waar wordt adrenaline als transmitterstof door deze zenuwcel afgegeven?
A: Plaats P
B: Plaats Q
C: Plaats R
D: Plaats S
E: Plaats T

Slide 4 - Poll

Vr 4: op welke wijze reageert het hormoonstelsel op het tekort aan jodium?
A
Hypofyse: remmende hormonen; Bijnieren: omvang afnemen
B
Hypofyse: remmende hormonen; Schildklier: omvang afnemen
C
Hypofyse: stimulerende hormonen; Bijnieren: omvang toenemen
D
Hypofyse: stimulerende hormonen; Schildklier: omvang toenemen

Slide 5 - Quizvraag

Vr 5: noem voorwaarde in controle-experiment; noteer behandeling in controle-experiment

Slide 6 - Open vraag

Vr 5: juiste antwoord
maximumscore 2
• Muizen in de controlegroep moeten een vergelijkbare
bouw, leeftijd en dergelijke hebben als de andere
muizen / alle omstandigheden van de muizen moeten
gelijk zijn: 1 punt.
• De muizen in de controlegroep krijgen een placebo/
nepmedicijn (op dezelfde wijze toegediend): 1 punt.

Slide 7 - Tekstslide

Vr 6: Welk patroon? Welk effect?

A
Patroon impulsen = P; Voedselinname = meer
B
Patroon impulsen = P; Voedselinname = minder
C
Patroon impulsen = Q; Voedselinname = meer
D
Patroon impulsen = Q; Voedselinname = minder

Slide 8 - Quizvraag

Vr 7: welk type zenuwcellen is weergegeven in afb 2?
A
motorische zenuwcellen
B
sensorische zenuwcellen
C
schakelcellen

Slide 9 - Quizvraag

Huiswerk voor donderdag:
Rondt het thema af
Kijk je opdrachten na
Maak de samenhang-opdrachten

Maak de "versterk jezelf"-opdrachten
Maak de oefentoets. 

Slide 10 - Tekstslide

Verder met de samenhang
Jullie gaan werken aan de samenhang en we bespreken (een deel van) de antwoorden direct.
  

Pak je boek (blz 50) en/of open de online leeromgeving van BvJ en zoek de samenhang "verliefdheid is chemie" erbij.

De antwoorden op de vragen kun je online direct invullen en kopiëren naar de LessonUp (of andersom). 

Slide 11 - Tekstslide

2a: welk deel van een zenuwcel stelt Q voor? Leg uit.

Slide 12 - Open vraag

Antwoord 2a
Q stelt een axon voor, want deze uitloper geleidt impulsen van het cellichaam van de zenuwcel af.

Slide 13 - Tekstslide

2b: Op welke plaats heeft PEA effect? Leg uit.

Slide 14 - Open vraag

Antwoord 2b
PEA heeft effect op plaats R. PEA wordt afgegeven door het uiteinde van een axon (Q). 
De stof bindt dan aan receptoren in het membraan van een dendriet van de volgende cel (R).

Slide 15 - Tekstslide

3a: Welk effect heeft adrenaline op je hart tijdens het vrijen?

Slide 16 - Open vraag

Antwoord 3a
Je hart gaat sneller kloppen.

Slide 17 - Tekstslide

3b: seksuele opwinding stimuleert oxytocine, dat stimuleert opwinding. Is dit negatieve of positieve terugkoppeling? Leg uit.

Slide 18 - Open vraag

Antwoord 3b
Hier is sprake van een positieve terugkoppeling, want een toename van het resultaat versterkt het proces.

Slide 19 - Tekstslide

3c: Wanneer verliefdheid over is, kun je pas kritisch naar je geliefde kijken. Hoe komt dat?

Slide 20 - Open vraag

Antwoord 3c
Wanneer de verliefdheid over is, maken je hersencellen geen PEA meer aan. Dan dalen ook de concentraties van hormonen en neurotransmitters die onder invloed van PEA werden afgegeven weer naar normale waarden.
Doordat je minder dopamine aanmaakt, ben je niet meer blind voor de negatieve kanten van je geliefde.

Slide 21 - Tekstslide

3d: antidepressivum remt het proces van heropname van serotonine.
Leg uit wat het effect hiervan is.

Slide 22 - Open vraag

Antwoord 3d
Door het remmen van de heropname van serotonine uit de synaptische spleet, blijft het serotoninegehalte hoog en kan deze neurotransmitter blijven binden aan de receptoren in de doelwitcel. Hierdoor wordt de werking van serotonine versterkt.

Slide 23 - Tekstslide

4a: Verliefdheid heeft als doel mensen samen te houden, zodat hun kinderen grotere overlevingskans hebben. Leg dit uit.

Slide 24 - Open vraag

Antwoord 4a
De overlevingskans was groter, omdat vader zorgde voor voedsel en bescherming en moeder het kind zoogde en verzorgde.

Slide 25 - Tekstslide

4b: MHC-systeem speelt grote rol bij weerstand. Vrouwen hebben voorkeur voor mannen met ander MHC-systeem. Wat is de evolutionaire verklaring?

Slide 26 - Open vraag

Antwoord 4b
Door het combineren van verschillende immuunsystemen krijg je meer genetische variatie. 
Dit vergroot de overlevingskans van de soort.

Slide 27 - Tekstslide

5a: Uit onderzoek bleek dat leerlingen van een overspannen docent een hoger cortisol-gehalte in hun speeksel hebben. Welke conclusie kun je trekken?

Slide 28 - Open vraag

Antwoord 5a
Door een gestreste docent hebben leerlingen ook meer stress.

Slide 29 - Tekstslide

5b: Bedenk een werkplan (methode!) waarmee je het onderzoek kunt herhalen

Slide 30 - Open vraag

Antwoord 5b
Voorbeeld van een werkplan:
– Je laat een groot aantal docenten een vragenlijst invullen waaruit je kunt afleiden in welke mate een docent last heeft van stress.
– Je neemt speekselmonsters af bij alle leerlingen uit de klas van een docent die een vragenlijst heeft ingevuld.
– Je onderzoekt het cortisolgehalte in het speeksel van de leerlingen en noteert de gegevens in een schema.
– Je vergelijkt de resultaten van de verschillende klassen met elkaar en trekt hieruit een conclusie.

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk voor dinsdag:
Rondt het thema af
Kijk je opdrachten na

Maak de "versterk jezelf"-opdrachten
Maak de oefentoets. 

Slide 32 - Tekstslide