B2 bestuiving

B2 Bestuiving 
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

B2 Bestuiving 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen
- Je kunt beschrijven wat bestuiving is.
- Je kunt kenmerken noemen van insectenbloemen en van windbloemen. 

Slide 3 - Tekstslide

herhaling: Hoe heet nummer 4?
A
Stamper
B
Stempel
C
Stijl
D
Vruchtbeginsel

Slide 4 - Quizvraag

herhaling: de vrouwelijke geslachtscellen heten...
A
zaadcellen
B
eicellen
C
stuifmeelkorrels
D
helmknop

Slide 5 - Quizvraag

herhaling: de vrouwelijke geslachtsorganen van een plant heten...
A
stampers
B
meeldraden
C
helmdraad
D
zaadbeginsel

Slide 6 - Quizvraag

herhaling: de mannelijke voortplantingsorganen van een plant heten
A
meeldraden
B
stampers
C
helmdraad
D
zaadbeginsel

Slide 7 - Quizvraag

Kun je beschrijven wat er bij bestuiving gebeurt?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Video

Nectar
Veel bloemen vormen nectar.

Het is een zoet sap dat insecten aantrekt.

Bijen verzamelen nectar en maken er honing van
Nectar is voedsel voor de larven (jongen) van bijen.
Honing kun je eten en het wordt verwerkt in allerlei producten: Thee, drop, jam, mosterd ....

Slide 10 - Tekstslide

Insectenbloemen

  • Meestal grote en opvallend 
     gekleurde kroonbladeren
  • Geven een geur af
  • Bloem heeft nectar

     Insecten komen daar op af.

Een insectenbloem heeft een honingklier. 
Daar wordt nectar gemaakt. 
De hommel krijgt stuifmeel op zijn lichaam. 
Dit 'neemt hij mee' naar een andere plant.

Slide 11 - Tekstslide

Insectenbloemen

De nectar zit onderin de bloem.   
Een bij of hommel raakt de meeldraden en de stampers aan bij het zoeken naar nectar.

Het stuifmeel komt op zijn lichaam kleven.

- Als hij bij een volgende bloem naar nectar
  zoekt, komt dat stuifmeel op de stempel
  van die bloem.
Het stuifmeel is ruw en kleverig
Het plakt vast aan de rug van het insect.
Zo kan een insect 10-tallen bloemen bestuiven. 

Slide 12 - Tekstslide

Bestuiving door insecten
Veel insecten hebben een voorkeur voor een bepaalde plant.

Bijen bestuiven bijvoorbeeld appel- en kersenbomen, aardbeien, augurk, courgette.

De akkerhommel bestuift vooral de witte dovenetel.

Slide 13 - Tekstslide

Windbloemen
Grassen en bomen hebben bloemen die 
niet mooi gekleurd zijn. De kelkbladen en 
de kroonbladen zijn onopvallend groen. 
De bloemen worden door de wind bestoven.  De wind blaast het stuifmeel weg. 
Dat stuifmeel kan dan toevallig op de stempel van een bloem van dezelfde plantensoort komen. De kans is klein daarom is het handig de windbloemen 
veel stuifmeel maken
(in verhouding meer dan insectenboelen).

Sommige mensen zijn voor pollen (stuifmeel) allergisch, zij krijgen een loopneus, verstopte neus of tranende ogen van het stuifmeel dat in de lucht aanwezig is.

Slide 14 - Tekstslide

Bestuiving
Bestuiving: Er komt stuifmeel op de stempel van een bloem van dezelfde soort. 

Als er stuifmeel op een andere bloem van een andere soort komt, dan is er geen bestuiving.

Slide 15 - Tekstslide

1.
Insectenbloemen zijn bloemen met gekleurde bloemblaadjes
2.
In insectenbloemen zit een honingklier die nectar maakt.

A
beide waar
B
beide nietwaar
C
1 waar 2 nietwaar
D
1 nietwaar 2 waar

Slide 16 - Quizvraag

Windbloem

Een windbloem wordt door .........................bestoven. De meeste hebben   .......................... gekleurde kroonbladeren.
De ........................... steken uit buiten de kroonbladeren zodat de wind het ............................. makkelijk kan meenemen. 
Op de buiten de bloem hangende  .....................  kunnen de stuifmeelkorrels blijven plakken.
Deze bloemen produceren geen  ...................    , de bloemen    ...................   niet sterk. 
Ze maken wel ...............................stuifmeelkorrels waardoor er meer kans is op ........................

kleine en onopvallende


heel veel

  geuren

stampers

 de wind
meeldraden

 stuifmeel

    nectar

   bestuiving

   bevruchting

        weinig

Slide 17 - Sleepvraag

Insectenbloem
Windbloem
geen 
kroonbladeren
nectar
meeldraden 
in de bloem
maken veel stuifmeel
geur
felgekleurde kroonbladeren
stuifmeel
kleverig

Slide 18 - Sleepvraag

Dit is geen insectenbloem maar een ....
A
bijenbloem
B
windbloem
C
koebloem
D
regenbloem

Slide 19 - Quizvraag

Bestuiving is...
A
stuifmeel komt van de ene op de andere bloem
B
stuifmeelkorrel komt bij de eicel
C
stuifmeel dat verplaatst wordt door een insect
D
stuifmeel dat verplaatst wordt door de wind

Slide 20 - Quizvraag

Wat is geen kenmerk van insectenbloemen?
A
Vaak groot en opvallende kleur
B
Bevatten nectar
C
Ruwe, kleverige stuifmeelkorrels
D
Helmknoppen hangen vaak buiten bloem

Slide 21 - Quizvraag

Bestuiven bij insectenbloemmen; bekijk het filmpje

Slide 22 - Tekstslide

exit ticket: Wat zijn insectenbloemen?
A
Bloemen die bestoven worden door vogels.
B
Bloemen die bestoven worden door wind.
C
Bloemen die nooit bestoven worden.
D
Bloemen die bestoven worden door insecten.

Slide 23 - Quizvraag

exit ticket:
wat is bestuiving?

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Video


ga aan de slag met de opdrachten die in de planner staan. 

Slide 26 - Tekstslide