In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
B2 de bloedsomloop
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
leerdoelen:
- Je kunt 3 typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen.
- Je kunt de grote en kleine bloedsomloop onderscheiden met hun functies.
Slide 3 - Tekstslide
Herhaling: wat is de functie van witte bloedcellen.
Slide 4 - Open vraag
Herhaling : Wat is de functie van rode bloedcellen
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
kransslagader - aanvoer zuurstof en voedingsstoffen
kransader-afvoer van CO2 en afvalstoffen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Bloedvatenstelsel
Hoe herkennen we slagaders?
en aders?
Veel organen hebben ook slagaders/aders want ze hebben veel bloed nodig
Slide 11 - Tekstslide
Bloedvatenstelsel
Elk orgaan krijgt bloed via een slagader
Er gaat ook zuurstofarm bloed weer weg via een ader
De namen hiervan zijn vanzelfsprekend
De poortader is wat anders..
Slide 12 - Tekstslide
De lever
De lever heeft een slagader en een ader
Er zit nog een ader vast aan de lever, de poortader
De poortader komt van het darmkanaal af (dunne/dikke darm en maag)
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Hoe krijgen de nieren zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten
Slide 16 - Quizvraag
Waardoor verdwijnt het bloed vanuit je arm?
A
Door de armader
B
Door de poortader
C
Door de armslagader
D
Door onderste holle ader
Slide 17 - Quizvraag
nr 1 en nr 3
A
1. holle ader
3: maagslagader
B
1. aorta
3: leverslagader
C
1. aorta
3: maagader
D
1. holle ader
3: leverader
Slide 18 - Quizvraag
nr 9 en nr 11
A
9. dunne darmader
11: holle ader
B
9. poortader
11: holle ader
C
1. poortader
2: leverader
D
1. leverslagader
2: poortader
Slide 19 - Quizvraag
Welk bloedvat is een uitzondering op de naamgeving?
A
Armslagader
B
Nierslagader
C
Poortader
D
Beenader
Slide 20 - Quizvraag
Drie bloedvaten zijn de leverader, de leverslagader en de poortader. In welk bloedvat of in welke bloedvaten is het bloed zuurstofrijk?
A
Alleen in de leverslagader
B
In de leverader en in de poortader
C
In de leverslagader en de poortader
D
In geen van allen
Slide 21 - Quizvraag
De voedingsstoffen die in de dunne darm worden opgenomen, komen eerst terecht in de:
A
leverader
B
poortader
C
leverslagader
D
onderste holle ader
Slide 22 - Quizvraag
Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader
Slide 23 - Quizvraag
Dubbele bloedsomloop
Het bloed gaat steeds 2x door het hart. Dit noemen we de dubbele bloedsomloop.
kleine bloedsomloop: hart - longen - hart
grote bloedsomloop hart - alle delen van het lichaam - hart
Slide 24 - Tekstslide
kleine bloedsomloop
De kleine bloedsomloop stroomt het bloed via het hart naar de longen en weer terug naar het hart.
Wat rood gekleurd is dat is zuurstofrijk bloed.
Je hebt geleerd dat slagaders veel zuurstof bevatten. Bij de longslagader is dat niet zo. Daar stroomt zuurstofarm bloed.
De longader heeft wel veel zuurstof. Deze gaat weer naar het hart.
Slide 25 - Tekstslide
grote bloedsomloop
In de grote bloedsomloop stroomt het bloed van het hart naar de rest van het lichaam en weer terug naar het hart.
Het bloed wat van het het hart af komt bevat veel zuurstof. Deze zuurstof gaat naar de organen. Als het bloed weer naar het hart stroomt dan bevat het weinig zuurstof en veel koolstofdioxide.
Slide 26 - Tekstslide
uit welke twee delen bestaat het bloedvaten stelsel
A
ader en haarvaten
B
slagaders en aders
C
de bloedvaten en hart
D
hart en slagaders
Slide 27 - Quizvraag
Hoe wordt de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop genoemd?
A
dubbele bloedsomloop
B
bloedvaten
C
bloedvatenstelsel
D
bloedsomloop
Slide 28 - Quizvraag
Exit ticket: In de longen wordt 1. ..... opgenomen in het bloed. In de longen geeft het bloed 2...... af aan de lucht
Slide 29 - Open vraag
exit ticket: Welke 3 typen bloedvaten heeft je lichaam
Slide 30 - Open vraag
exit ticket: waarom wordt het een dubbele bloedsomloop genoemd.
Slide 31 - Open vraag
Maak opdr. 1 tm 8
vond je het nog moeilijk dan kun je het volgende filmpje bekijken