Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
Bezoek de website
‹
Terug naar zoeken
Linking words H4
H4: L
inking words
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 4-6
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H4: L
inking words
Slide 1 - Tekstslide
Signaalwoorden
Slide 2 - Tekstslide
Welke Engelse signaalwoorden
ken je al?
Slide 3 - Woordweb
He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as
Slide 4 - Quizvraag
Which one is not a linking word?
A
because
B
article
C
therefore
D
as a result
Slide 5 - Quizvraag
Which linking word means "echter"?
A
Therefore
B
Because
C
However
D
Moreover
Slide 6 - Quizvraag
Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
until
B
because
C
before
D
but
Slide 7 - Quizvraag
Welke van deze is GEEN linking word van tegenstelling?
A
even so,
B
however,
C
consequently
D
despite
Slide 8 - Quizvraag
What linking word shows a cause?
A
Despite
B
So
C
However
D
Due to
Slide 9 - Quizvraag
What linking words shows an effect?
A
So
B
Since
C
Within
D
Also
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin heeft geen linking word?
A
The job was boring so I resigned.
B
He did not stop working although it was midnight.
C
I'm hungry but the fridge in empty.
D
He must have been angry, the window was broken.
Slide 11 - Quizvraag
Welke 'linking words' gebruik je om meer informatie te geven?
A
also
B
first
C
however
D
too
Slide 12 - Quizvraag
Welke van de volgende 'linking words' geeft een tegenargument aan?
A
until
B
because
C
before
D
but
Slide 13 - Quizvraag
linking word
Welke is GEEN tegenstelling?
A
but
B
instead
C
as a result
D
whereas
Slide 14 - Quizvraag
Linking word to show: ADDITION
A
Importantly
B
Moreover
C
Nonetheless
D
Finally
Slide 15 - Quizvraag
Which linking word expresses time?
A
as soon as
B
during
C
because
D
so as to
Slide 16 - Quizvraag
Welke 'linking words' gebruik je om een voorbeeld te geven?
A
However
B
For example
C
Next
D
Such as
Slide 17 - Quizvraag
Welk linking word gebruik je om een tegenstelling aan te geven?
A
besides
B
such as
C
consequently
D
on the contrary
Slide 18 - Quizvraag
Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
so
B
because
C
and
D
but
Slide 19 - Quizvraag
Which linking word belongs to which category?
voorbeeld
opsomming
oorzaak/gevolg
tegenstelling
because
however
first
such as
Slide 20 - Sleepvraag
Drag the linking word to the correct function
Opsomming
tegenstelling
oorzaak/gevolg
moreover
meanwhile
furthermore
however
therefore
so
Slide 21 - Sleepvraag
Which linking word belongs to which category?
vergelijking
tijd
gevolg/conclusie
tegenstelling
as a result
however
until
such as
Slide 22 - Sleepvraag
Which linking word belongs to which category?
voorbeeld
samenvatting
oorzaak/gevolg
tegenstelling
toevoeging (addition)
moreover
however
thus
for instance
since
Slide 23 - Sleepvraag
Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
until
B
because
C
before
D
but
Slide 24 - Quizvraag
Welke van de volgende 'linking words' geeft een tegenargument aan?
A
so
B
because
C
and
D
but
Slide 25 - Quizvraag
Welke is geen tegenstelling?
A
but
B
instead
C
as a result
D
whereas
Slide 26 - Quizvraag
Welk linking word gebruik je om een volgorde aan te geven?
A
moreover
B
lastly
C
for instance
D
instead
Slide 27 - Quizvraag
Welke 'linking words' gebruik je om een voorbeeld te geven?
A
However
B
For example
C
Next
D
Such as
Slide 28 - Quizvraag
Welk linking word gebruik je om een gevolg aan te geven?
A
so
B
such as
C
even so
D
yet
Slide 29 - Quizvraag
Welke van de volgende 'linking words' geeft een reden aan?
A
so
B
because
C
and
D
but
Slide 30 - Quizvraag