Classicisme

Classsicisme
   1750-1825


HKN
WB '23
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Classsicisme
   1750-1825


HKN
WB '23

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
  • Met behulp van deze LessonUp kun je voor jezelf checken welke stof je beheerst
  • In deze LessonUp vind je uitleg over stof die je nog niet begrijpt.




Per stijlperiode moet je de volgende punten beheersen / kennen / begrijpen / herkennen:
1. Je kunt muzikale kenmerken noemen, kent de betekenis en kunt ze herkennen in luisterfragmenten
2. Je kunt de samenstelling van het orkest en andere belangrijke instrumenten noemen en herkennen aan klank
3. Je kunt partituren lezen en hiervan de vorm bepalen, thema's herkennen, toonsoorten / akkoorden benoemen (algemene muziekleer)

Slide 2 - Tekstslide

Algemene kenmerken:
  • Tijd van de verlichting
  • De mens is redelijk belezen en op zoek naar vernieuwing
  • Geen blind geloof in God meer
  • Opstand van geleerden, filosofen en kunstenaars
  • Verafschuwing Barok ('Weg met al die poespas!')
  • Strakke vormen klassieke oudheid (Griekse tempels)


Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de muzikale kenmerken van de stijlperiode Classicisme?

Slide 4 - Woordweb



MELODISCH
    Strenge periodebouw (voor- en nazin zijn even lang)
    Drieklank als basis van motieven
    Gebruik toonladderfiguren

HARMONISCH
    Gebruik van grondtoon en kwint
    Cadens: I - V
    Albertijnse bas
    Unisono momenten

DYNAMISCH
    Overgangsdynamiek

INSTRUMENTEN
Het klassieke symfonieorkest
Het strijkkwartet (1e viool, 2e viool, altviool, cello)
Kamermuziek
Soloconcert
Fortepiano - klarinet

CONTRASTWERKING
majeur - mineur
sterk - zacht
unisono - meerstemmig
tutti - solo
snel - langzaam
homofoon - polyfoon

SYMFONISCHE STRUCTUREN
De hoofdvorm / sonatevorm
Het menuet
Rondo
Variatievorm
Muzikale kenmerken
COMPONISTEN
Mozart
Haydn
Beethoven
>> 1e Weense School

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Tekst
kenmerken hoofdvorm
expositie
doorwerking
Reprise
modulaties
slotstuk / coda
rondo
menuet
slagwerk
strijkers
adagio
opera
soloconcert

Slide 7 - Sleepvraag

Hoofdvorm
  • Expositie: thema 1, overgangszin, thema 2, slotgroep
  • Doorwerking: gebruik thema's of nieuw materiaal, modulaties
  • Reprise: herhaling expositie, beide thema's in hoofdtoonsoort
  • Eventueel coda (afsluiting muziekstuk)
>> Symfonische structuur

Slide 8 - Tekstslide

Welke instrumenten spelen er in een strijkkwartet?
A
Viool, altviool, cello, contrabas
B
1e viool, 2e viool, cello, contrabas
C
1e viool, 2e viool, altviool, cello
D
viool, 1e altviool, 2e altviool, cello

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Slide 11 - Video

Wat is de naam van dit type concert?
A
Een symfonie
B
Een soloconcert
C
Een trompetconcert
D
Een sonate

Slide 12 - Quizvraag

Symfonische structuren
Symfonie - soloconcert - sonate
4 DELEN:
1. Allegro: hoofdvorm, snel
2. Adagio / andante: , hoofdvorm, langzaam
3. Menuet: dans, 3/4, ABA, trio, matig snel
4. Finale: allegro of presto, uitbundig, hoofdvorm of rondo, wordt soms afgesloten met een cadens (solo stuk)

TERMEN:
Trio: onderdeel voor 3 instrumenten
Rondo: rondo vormschema > A B A B enz. of A B A C A D enz.
Titel van de delen: Italiaanse tempotermen
Variatievorm: ritmisch - melodisch - harmonisch - tonaal

Slide 13 - Tekstslide

Het klassieke symfonieorkest

Slide 14 - Tekstslide

We horen hier een
A
Cantate
B
Sonate
C
Recitatief
D
Aria

Slide 15 - Quizvraag

W.A.Mozart
  • 1756 - 1791
  • Componist, pianist, violist en dirigent.
  • Mozart was een wonderkind, dat op uitzonderlijk jonge leeftijd viool, klavecimbel en orgel speelde en kwalitatief hoogstaand werk componeerde.
  • Bekende werken: Requiem, die Zauberflöte soloconcerten, symfonieën en strijkwartetten.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Wie componeerde dit stuk?
A
Wolfgang.A. Mozart
B
Joseph Haydn
C
Ludwig van Beethoven
D
Franz schubert

Slide 18 - Quizvraag

Ludwig van Beethoven
  • 1770-1827
  •  Duitse componist, musicus, virtuoos en dirigent. Hij bracht het classicisme tot voltooiing en leidde de romantiek in.

    Bekende werken:
  • 9e Symfonie (Ode an die Freude)
  • Moonlightsonate
  • Fidelio
  • Missa Solemnis
  •  Für Elise

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Haydn schreef verschillende muziekstukken. Welke soort stukken worden in het filmpje genoemd en leg uit wat de kenmerken zijn.

Slide 21 - Open vraag

Joseph Haydn
  • 1732-1809
  • Oostenrijk, docent Mozart.
  • Moeilijke jeugd gehad, ouders wilden priesterschap. Uiteindelijk gekozen om muziekles te geven. Zo aan het hof gekomen waar hij hofcomponist werd bij vorst Paul II Anton Esterházy.
  • Ontwikkeling symfonie en strijkkwartet.
    Bekende werken:
  • Die Schöpfung 
  • Symfonie nr. 88

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Welk instrument zagen/hoorden we hier?
A
Vleugel
B
Piano
C
Pianoforte
D
Klavecimbel

Slide 24 - Quizvraag

Welk instrumenten spelen hier achtereenvolgens de melodie?

Slide 25 - Open vraag

Welke instrumenten spelen hier achtereenvolgens de melodie?

Slide 26 - Open vraag

CONTRASTWERKING
Noem contrasten in de muziek

Slide 27 - Woordweb

Welk ritmisch figuur spelen de
tweede violen voortdurend
in het fragment?
A
Syncopes
B
Triolen
C
Achtste noten
D
Kwart noten

Slide 28 - Quizvraag

In het volgende fragment spelen onder meer 2 dwarsfluiten.
Hoe bewegen de dwarsfluiten zich (voornamelijk) ten opzichte van elkaar?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

In het fragment spelen onder meer 2 dwarsfluiten. Hoe bewegen de dwarsfluiten zich (voornamelijk) ten opzichte van elkaar?

Slide 31 - Open vraag

Wanneer je dit teken in de partituur

ziet staan moet je....
A
Geleidelijk sneller spelen
B
Geleidelijk langzamer spelen
C
Geleidelijk zachter spelen
D
Geleidelijk sterker spelen

Slide 32 - Quizvraag

Geef de volledige naam van de volgende akkoorden.
Het 1e akkoord is een C majeur akkoord.
Vul in:
2. .......... enz. (gebruik alleen letters)

Slide 33 - Open vraag

Noem de muzikale middelen

Slide 34 - Woordweb

Dit werk is een deel uit een Requiem (dodenmis). Toch spreekt er veel optimisme uit dit fragment. Geef 2 argumenten voor deze bewering. Laat de tekst en de klankkleur buiten beschouwing.
Spera in Deo - Hoop op God

Slide 35 - Open vraag

Zijn er nog vragen?

Slide 36 - Tekstslide

Hoe goed beheers jij de stof / heb je kennis over de stijlperiode CLASSICISME?
Ik vind het nog erg lastig... HELP!
Ik ben er nog niet, maar weet wat ik kan doen om mijn kennis te verbeteren
Ik moet nog wel wat studeren / trainen, maar het komt goed!
Ik ben de nieuwe MOZART! Heb je een vraag? Stel hem aan mij!

Slide 37 - Poll

En nu?...
1. Ik ken de stof nog niet goed genoeg:
> Bekijk de rubrics n.a.v. het vorige SE en check of je voorbereiding tot nu toe efficiënter is
> Zorg dat je alle huiswerkopdrachten gemaakt hebt
> Bekijk uitlegvideo's over de theorie die je nog lastig vindt
> Oefen deze theorie in SKILLZ
> Vraag extra uitleg aan de docent

2. Ik ken de stof voldoende / goed:
> Bekijk je gemaakte en nagekeken huiswerk en analyseer je fouten
> Bekijk de rubrics n.a.v. het vorige SE en check of je voorbereiding tot nu toe efficiënter is
> Maak de volgende oefentoetsen (zie planner BnB)
Analyseren en interpreteren
Hoe goed ken ik het classicisme?
Test jezelf



 

Slide 38 - Tekstslide