Sensor 2b Weerstanden gebruiken (in serie) 4.3

Weerstanden in serie (blz 23)




Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- iPad

Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Telefoons in je (telefoon)tas
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Weerstanden in serie (blz 23)




Benodigheden
- Boek en schrift
- Pen, potlood
- Rekenmachine
- iPad

Cijfer
- NEE


Lessonup
- JA
Telefoons in je (telefoon)tas

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
  • Weerstand berekenen van weerstanden in serie
  • Uitleggen hoe stroom in een serieschakeling werkt
  • Uitleggen hoe spanning in een serieschakeling werkt
  • De wet van ohm gebruiken om onbekende waarde in een serieschakeling te bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Juiste volt voor het juiste lampje
Een lampje die bij 6V perfect 
werkt, kan bij 9V doorbranden.

Stel je hebt een batterij van 9V, 
maar een lampje voor een 6V spanningsbron, kan je dan toch het lampje gebruiken? Hoe dan?

Slide 3 - Tekstslide

6V lampje en een 9V spanningsbron...
Dan moet je de weerstand verhogen
zodat je wel de 9V batterij kan gebruiken.

WANT - Als de weerstand groter wordt, wordt de stroom kleiner.

Slide 4 - Tekstslide

Meer weerstanden in serie...
Als je meer weerstanden in serie schakelt, wordt de weerstand steeds groter. Rtot = R1 + R2 + R3



Dus Rtot = 250 + 550 + 1 000 = 1 800 ohm
Vervangings-weerstand

Slide 5 - Tekstslide

Spanning in een serieschakeling 
De stroomsterkte in een 
serieschakeling is overal 
evengroot...

... maar de spanning verdeelt
zich over de schakelonderdelen

Slide 6 - Tekstslide

Als weerstanden niet evengroot zijn ...
U1=IR1
U2=IR2
U3=IR3
R1
R2
R3

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de totale weerstand?
A
9
B
3
C
12
D
11

Slide 8 - Quizvraag

Hoe vergelijkt de stroom bij A1 met de stroom bij A2
A
A1 > A2
B
A1 = A2
C
A1 < A2
D
Je kan het niet bepalen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de spanning in U2?
A
3V
B
6V
C
9V
D
12V

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de spanning in U?
A
3V
B
6V
C
9V
D
12V

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de stroomsterkte?
A
2 A
B
3A
C
5 A
D
1,2 A

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de stroom?
A
7 A
B
4 A
C
3 A
D
1,2 A

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de grootte van de onbekende weerstand?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Maak opgaven oefenopgave 1
timer
2:30

Slide 15 - Tekstslide

Variabele weerstanden
De weerstanden kun je in twee hoofdgroepen verdelen
  1. Vaste weerstande (waarde verandert niet)
  2. Variabele weerstanden (de waar verandert wel)

Slide 16 - Tekstslide

Variabele weerstanden
Veel gebruikte variabele weerstanden zijn:
  1. NTC (Negatieve Temperatuur Coefficient)
  2. LDR (Light Dependent Resistance)
1.  wordt veel gebruikt in thermometers hoe hoger de temperatuur des te minder weerstand de NTC heeft
2.  wordt veel gebruikt in automatische (straat)verlichting

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Samenvatting:
  • Weerstanden in serie tel je bij elkaar op.
  • De stroom in een serieschakeling is overal hetzelfde.
  • De spanning in een serieschakeling verdeelt zich over alle schakelonderdelen.
  • Je kunt hier de wet van 
       ohm ook toepassen...
R=IU

Slide 19 - Tekstslide