In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Samenleven
3 vwo
Thema 6
BS 3
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Leerdoel:
Je kunt uitleggen wat een biologisch evenwicht is
Je kunt uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting
Programma:
Bespreken huiswerk
Uitleg: samenleven
Zelf werken
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht 8, 9 en 10
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Wat zijn de gevolgen van een stikstof overschot voor planten?
Slide 5 - Open vraag
Organisatieniveaus
In de ecologie kijken we binnen verschillende organisatieniveaus naar de relaties met de omgeving:
organisme: relatie met de abiotische omgeving
populatie: alleen of samenleven, concurrentie en samenwerking
levensgemeenschap: relaties tussen populaties --> voedselrelaties, concurrentie, samenwerking
Slide 6 - Tekstslide
Optimumkromme
Optimumkromme is een diagram dat voor één bepaalde abiotische factor aangeeft wat de groei- en voortplantingskansen van een populatie zijn.
Het gebied tussen het minimum en het maximum noem je het tolerantiegebied.
Wanneer er teveel stikstof in een heidegebied in de grond komt, worden de omstandigheden ideaal voor bepaalde grassoorten die sneller groeien dan heide.
Slide 7 - Tekstslide
Wat zouden in populaties redenen voor concurrentie kunnen zijn?
Slide 8 - Open vraag
Concurrentie binnen een populatie
Bij soorten die in groepen leven en soorten die individueel leven. Redenen:
beschikbaarheid van bronnen: licht (planten), voedsel en ruimte
partner
Slide 9 - Tekstslide
Samenwerking binnen een populatie
Samenwerking in populaties kan handig zijn omdat:
bescherming tegen predatoren (roofdieren)
bescherming tegen extreme abiotische factoren (bijv. pinguins die tegen de kou in de winter als één grote groep bij elkaar staan)
maakt het vangen van een prooi gemakkelijker (bijv. bij wolven).
paarvorming voor voortplanting
Slide 10 - Tekstslide
Biologisch evenwicht
= de grootte van een populatie schommelt altijd rond een bepaalde evenwichtswaarde.
Of een populatie groeit of krimpt is afhankelijk van de abiotische en biotische factoren.
Slide 11 - Tekstslide
Relaties tussen soorten
Individuen van verschillendesoorten kunnen langdurige relaties met elkaar onderhouden
= Symbiose
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Tussen welke 2 soorten zag je een relatie?
Slide 14 - Open vraag
Mutualisme
Beide soorten hebben voordeel van de symbiose (samenlevingsvorm)
+/+
Voorbeelden:
Korstmos: Schimmel + algen
Impala en oxpecker
Anemoon en clownvissen
De bloemetjes en de bijtjes
Slide 15 - Tekstslide
Commensalisme
Ene individu heeft voordeel de ander geen voordeel of nadeel
+/0
Voorbeelden:
zeepokken op een walvis
vissen meezwemmend met een haai
Slide 16 - Tekstslide
Parasitisme
Ene individu heeft nadeel en de ander een voordeel
+/-
De parasiet leeft op of in de gastheer
Voorbeelden:
mier en schimmel
muggen en mensen
parasitaire planten
Slide 17 - Tekstslide
Zelf werken
Lezen
Thema 6 BS 3 (blz. 218 t/m 220)
Maken
BS 3 opdr. 1 t/m 9
Kun je:
uitleggen wat een biologisch evenwicht is?
uitleggen hoe soorten afhankelijk zijn van elkaar voor voedsel, een schuilplaats en voortplanting?