SO revision Vocab chapter 3 / Irregular verbs

Today SLIM STAMPEN
- vocabulary (words)

- stones 

- Irregular verbs


1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolPraktijkonderwijsvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2-4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Today SLIM STAMPEN
- vocabulary (words)

- stones 

- Irregular verbs


Slide 1 - Tekstslide

suspicious
A
verdacht
B
slordig
C
vertrouwelijk
D
wreker

Slide 2 - Quizvraag

fine
A
verhoogd
B
toestemming
C
beboeten
D
smerig

Slide 3 - Quizvraag

investigate
A
toestemming
B
onderzoeken
C
verzekering
D
wegrukken

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal de volgende woorden in het Engels

Slide 5 - Open vraag

afschrikken

Slide 6 - Open vraag

opsporen

Slide 7 - Open vraag

getuige zijn van

Slide 8 - Open vraag

nieuwsgierigheid

Slide 9 - Open vraag

open breken

Slide 10 - Open vraag

kleedkamer

Slide 11 - Open vraag

graffitti spuiten

Slide 12 - Open vraag

dierbaar

Slide 13 - Open vraag

uitwissen

Slide 14 - Open vraag

onderzoeken

Slide 15 - Open vraag

rel

Slide 16 - Open vraag

bijhouden

Slide 17 - Open vraag

ondervragen

Slide 18 - Open vraag

slot

Slide 19 - Open vraag

see ya next time!

Slide 20 - Tekstslide

afleiden

Slide 21 - Open vraag

Vocabulary
Fill in the missing word. 

Translate the Dutch word to English. 

Slide 22 - Tekstslide

The fundraiser is to raise money, and ensure that the family retains its _________ . (Eigendommen)

Slide 23 - Open vraag

The police is talking to the ________ who saw it all happen. (getuige)

Slide 24 - Open vraag

The police are trying to ________ the murder, but there isn't a lot of evidence. (onderzoeken)

Slide 25 - Open vraag

My sister was a ______ in a robbery. She's fine, luckily. (slachtoffer)

Slide 26 - Open vraag

I was robbed off my phone ________ . (op klaar lichte dag)

Slide 27 - Open vraag

Do you know how to ___ _ ____?
My keys are still inside. (een slot kraken)

Slide 28 - Open vraag

When you drive way too fast in a town, you have to go to ______. (rechtbank)

Slide 29 - Open vraag

Mary visited her dead mother's grave at the _______. (begraafplaats)

Slide 30 - Open vraag

question
at risk
lock
to flee
punishment
erase
intruder
threat
prosecute
precious
slot
dreiging
vluchten
straf
vervolgen
in gevaar
dierbaar
uitwissen
ondervragen
Indringer

Slide 31 - Sleepvraag

Irregular verbs
Irregular verbs 

Slide 32 - Tekstslide

Irregular verbs

buy - ...... - bought
A
buyed
B
bought
C
boughted

Slide 33 - Quizvraag

Irregular verbs

to meet - ..... - met
A
met
B
meat
C
meeted
D
meated

Slide 34 - Quizvraag

Irregular verbs

to think - ...... - thought
A
thinked
B
thanked
C
thought
D
tought

Slide 35 - Quizvraag

Irregular verbs

to pay - ........ - paid
A
payd
B
payed
C
paid
D
paed

Slide 36 - Quizvraag

Irregular verbs

to make - ….. - made
A
made
B
maked
C
makes

Slide 37 - Quizvraag

Irregular verbs

to lose - ….. - lost
A
losed
B
lost
C
loes
D
lossed

Slide 38 - Quizvraag

Irregular verbs

to sleep - ….. - slept
A
sleeps
B
slept
C
slep
D
sleeped

Slide 39 - Quizvraag

Irregular verbs
to teach- .......- taught
A
tought
B
thaught
C
taught
D
teached

Slide 40 - Quizvraag

Fill in the gaps: write-______- written

Slide 41 - Open vraag

Irregular verbs 
Write the translation of the irregular verb given in its 3 forms.(present simple- past simple- past participle)
Example: Zijn = be - was/were - been.

Slide 42 - Tekstslide

(ver) slaan

Slide 43 - Open vraag

bouwen

Slide 44 - Open vraag

kiezen

Slide 45 - Open vraag

eten

Slide 46 - Open vraag

vallen

Slide 47 - Open vraag

verbieden

Slide 48 - Open vraag

(zich) verbergen

Slide 49 - Open vraag

Slide 50 - Link

Vocabulary words 
For your SO Theme 3 
Study: all vocabulary words theme 3 and all  Irregular verbs 

Slide 51 - Tekstslide

End of class

Slide 52 - Tekstslide