10.4 Zijden berekenen met goniometrie

getal en ruimte 3 kgt hst 10
Hoeken en zijden berekenen 
met sinus, cosinus 
en tangens
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

getal en ruimte 3 kgt hst 10
Hoeken en zijden berekenen 
met sinus, cosinus 
en tangens

Slide 1 - Tekstslide

na deze les kan je...

...hoeken berekenen met sinus, cosinus en tangens
...zijden berekenen met sinus, cosinus en tangens
...zijden berekenen met pythagoras

Slide 2 - Tekstslide


tanB=AO
tanB=3218
B=tan1(3218)=29,4°
weet je nog?
alleen bij een rechthoekige driehoek!

Slide 3 - Tekstslide

Hoe groot is hoek A in deze driehoek
A
0.06
B
73
C
17
D
kun je niet weten

Slide 4 - Quizvraag

weet je nog?
29,4°
tanC=AO
tan29,4=32AB
2=36
AB?
AB = tan 29,4 x 32 = 18,0

Slide 5 - Tekstslide


tanB=AO
29,4°
weet je nog?
tan29,4=AB18
AB=tan29,418=31,9
2=36
AB?

Slide 6 - Tekstslide

Hoe groot is zijde BC in deze driehoek
A
31,6
B
9,4
C
33,6
D
31,7

Slide 7 - Quizvraag

weet je nog?
de stelling van pythagoras
x2
Dus AC = 36,7 

Slide 8 - Tekstslide

Bereken de lange zijde.
Geef alleen het antwoord op 1 decimaal (gebruik een komma)

Slide 9 - Open vraag

sos cas toa
tangens=aanliggendezijdeoverstaandezijde
sinus=schuinezijdeoverstaandezijde
cosinus=schuinezijdeaanliggendezijde
t=aotoa
s=sosos
c=sacas

Slide 10 - Tekstslide

hoek berekenen met sinus
sinA=SO=ACBC=36,718
A=sin1(36,718)=29,4

Slide 11 - Tekstslide

 hoek berekenen met cosinus
cosA=SA=ACAB=36,732
A=cos1(36,332)=29,3°

Slide 12 - Tekstslide

 zijde berekenen met sinus
29,4°
BC?
sinB=SO=BCAC
sin29,4=BC18
2=36
BC=sin29,418=36,7

Slide 13 - Tekstslide

 zijde berekenen met sinus
29,4°
AC?
sinB=SO=BCAC
sin29,4=36,7AC
2=36
BC=36,7sin29,4=18,0

Slide 14 - Tekstslide

 zijde berekenen met cosinus
AC?
29,4°
cosC=SA=ACBC
cos29,4=AC32
2=36
AC=cos29,432=36,7

Slide 15 - Tekstslide

 zijde berekenen met cosinus
BC?
29,4°
cosC=SA=ACBC
cos29,4=36,7BC
2=36
BC=cos29,436,7=32,0

Slide 16 - Tekstslide

Waarmee bereken je hoek A
A
tangens
B
sinus
C
cosinus
D
geodriehoek

Slide 17 - Quizvraag

Hoe groot is hoek C?
A
44
B
35
C
46
D
idk

Slide 18 - Quizvraag

Bereken AB. Rond af op 1 decimaal. Schrijf alleen je antwoord op. Gebruik een komma.

Slide 19 - Open vraag

om te onthouden...
... berekeningen met cos, sin, tan en pythagoras 
alleen in een rechthoekige driehoek 
... maak altijd een schets waarin je alle gegevens zet
... bekijk eerst welke zijden en hoeken je hebt, daarna kan je bepalen of je sin, cos of tan of pythagoras 
   moet gebruiken

Slide 20 - Tekstslide

wat hebben we deze les behandeld...

...hoeken berekenen met sinus, cosinus en tangens
...zijden berekenen met sinus, cosinus en tangens
...zijden berekenen met pythagoras

Slide 21 - Tekstslide